In kort bestek - Een product of merk voorschrijven, mag dat?

Datum: 6 december 2024
Laatst bijgewerkt: 6 december 2024
Door: Geralde Bouw-Van de Bunt
In elke editie van vakblad Grondig geeft Geralde Bouw-van de Bunt (adviseur juridische & GWW-zaken) antwoord op een vraag van een cumelaondernemer. In deze column een vraag over het voorschrijven van een product of merk.

Beste Geralde,

Wij hebben een werk aangenomen waarin de gemeente een product van een specifiek merk voorschrijft. Wij willen gebruik maken van een ander, goedkoper merk met exact dezelfde technische specificaties. In de nota van inlichtingen zijn hierover vragen gesteld, maar de gemeente wil het bestek niet aanpassen, omdat ze dat merk altijd gebruikt. Mag de gemeente dit weigeren?

Beste aannemer,

Volgens artikel 2.76 van de Aanbestedingswet (en paragraaf 17, lid 5, van de UAV 2012) is het uitgangspunt dat het voorschrijven van merken of leveranciers in principe niet is toegestaan. Op deze hoofdregel bestaan twee uitzonderingen:

  1. Een merkverwijzing is door het voorwerp van de opdracht gerechtvaardigd.
  2. Een voldoende nauwkeurige en begrijpelijke beschrijving van het voorwerp van de overheidsopdracht is niet mogelijk en het is gelijk duidelijk door het merk te noemen. Daar moeten dan wel de woorden ‘of gelijkwaardig’ aan worden toegevoegd.

Volgens de rechtspraak is het simpelweg toevoegen van ‘of gelijkwaardig’ niet voldoende om een merk voor te schrijven. Het moet in dat geval ook echt gaan om een voorwerp dat moeilijk te beschrijven is door middel van technische specificaties, normen of functionele eisen.

Stel hier echter wel tijdig vragen over via de nota van inlichtingen! De opdrachtgever moet in dat geval namelijk uitleggen waarom hij van mening is dat hij zich mag beroepen op de uitzonderingsgrond. Stel je geen vraag, dan loop je het risico dat je je rechten verliest. Immers: eerst vragen, dan klagen. Dit werd begin 2024 nog bevestigd in een uitspraak van de Raad van Arbitrage in bouwgeschillen (nummer 37.630). De aannemer had geen vragen gesteld over de specifiek voorgeschreven straatkolken. Toen de opdrachtgever vier alternatieve opties afkeurde, probeerde de aannemer zich nog te beroepen op bovenstaande regels. Volgens de arbiters stond het bestek echter in principe vast na de definitieve gunning en had de opdrachtgever de alternatieven terecht afgekeurd. Het gevolg: de aannemer moest alsnog de voorgeschreven straatkolken leveren.

Het uitgangspunt is dat het voorschrijven van merken of leveranciers in principe niet is toegestaan

De conclusie luidt dus dat de gemeente alleen in zeer uitzonderlijke omstandigheden een bepaald merk mag voorschrijven. De omstandigheid dat ze het merk altijd gebruikt, is in elk geval onvoldoende. Stel er echter wel altijd vragen over. In dit geval mocht de gemeente dus niet weigeren.

Cumela Advies

Geralde Bouw-Van de Bunt

Adviseur Juridische Zaken