In kort bestek - Beperking aantal percelen per inschrijver

Datum: 2 april 2021
Laatst bijgewerkt: 22 november 2022
Door: Geralde Bouw-Van de Bunt
In elke editie van vakblad Grondig geeft Geralde Bouw-van de Bunt (adviseur juridische & GWW-zaken) antwoord op een vraag van een cumelaondernemer. In deze column een vraag over het inschrijven op een bestek met meerdere kavels waarvan er maar maximaal één gegund wordt per bedrijf.

Beste Geralde, 
Ik wil gaan inschrijven op een bestek met meerdere percelen, maar ik kan volgens het bestek helaas maar maximaal één perceel gegund krijgen. Mag ik dan proberen om via een dochteronderneming nog een tweede perceel te winnen? 

Beste aannemer, 
Bij beperkingen van het aantal percelen dat één onderneming gegund kan krijgen, zijn veel variaties mogelijk. Het is daarom belangrijk om de tekst in de leidraad en overige besteksdocumenten goed te bestuderen. Als in de leidraad iets is opgenomen over aan elkaar gelieerde vennootschappen, dan is het antwoord op de vraag direct duidelijk. Maar wat nu als daar niets over in de leidraad staat? 

Vaste jurisprudentie is inmiddels dat het niet zonder meer mogelijk is verbonden ondernemingen automatisch uit te sluiten. De achterliggende reden is dat het geen standaardgegeven is dat organisaties die samen onderdeel van een concern vormen daadwerkelijk contact met elkaar hebben over de inhoud van hun inschrijvingen. 

In de literatuur wordt daarom vaak aangenomen dat wanneer er goede maatregelen worden genomen om ook de schijn van het daadwerkelijk contact weg te nemen, met twee organisaties van één concern moet kunnen worden ingeschreven. Je kunt dan denken aan het volgende:  

  • Aparte tender-teams. 
  • Geheimhoudingsverklaringen van de betrokken medewerkers, zodat duidelijk is dat de ondernemingen niets weten van elkaars prijzen en andere bedrijfsvertrouwelijke gegevens. 
  • Aparte vertegenwoordigers in de zin van bestuurders en/of gevolmachtigden.  

Het spreekt voor zich dat het dan vaak grote bedrijven betreft, omdat dergelijke maatregelen binnen een kleine organisatie vrijwel niet vallen te organiseren, zeker niet wanneer beide ondernemingen in hetzelfde gebouw zijn gevestigd. Het zal dan vrijwel onmogelijk zijn om te bewijzen dat beide ondernemingen onafhankelijk optreden. Dus, beste aannemer, het is onverstandig om met je dochteraanneming een tweede inschrijving te doen, omdat de kans dan reëel is dat beide inschrijvingen worden uitgesloten.