
Het aantal dodelijke ongevallen was iets hoger dan in 2020, toen er acht slachtoffers overleden als gevolg van bedrijfsongevallen. Van de tien ongevallen betrof het drie keer een werknemer bij een agrarische onderneming, twee keer een vrijwilliger, twee keer de ondernemer zelf, en in de overige gevallen een kind, een gezinslid en een derde. De oorzaak was in vijf gevallen een machine (sorteermachine, voermachine, een heftruck en twee keer een shovel). Verder vonden er ongevallen plaats met een mestsilo, een vallende hooibaal, een paard, een stier en tijdens het rietbranden.
Meeste in dierhouderij
De meeste ongevallen vonden plaats in de dierhouderij: twee in de rundveehouderij, een in de varkenshouderij, een in de cumelasector en een keer in de paardenhouderij. Verder was er een dodelijk ongeval in de sectoren akkerbouw, fruitteelt en bos en natuur.
Afgelopen tien jaar
Bij een analyse van de afgelopen tien jaar blijkt dat er in totaal 121 dodelijke ongevallen zijn geweest. Dat is gemiddeld 12 ongevallen per jaar. In de tien jaar ervoor was het gemiddelde 18 ongevallen per jaar. De meest voorkomende oorzaak zijn ongevallen met (rijdende) machines. Hierbij gaat het relatief vaak om ongevallen met trekkers, heftrucks en shovels.
Aantal dodelijke ongevallen* afgelopen 10 jaar naar oorzaak

In 40% van de gevallen is het slachtoffer de ondernemer zelf. Ook betreft het vaak ongevallen met gezinsleden. Van de 28 gezinsleden betrof het in 14 gevallen een kind van onder de 18 jaar. Daarnaast betrof het in een geval een kind dat op bezoek was.
De cijfers laten zien dat het belangrijk blijft om mensen uit de omgeving van rijdende machines te houden. Wees daar attent op, zeker in drukke tijden zoals tijdens het inkuilen en de oogst. Want juist dan vallen de slachtoffers als het net even drukker is en minder tijd is om overzicht te houden. We blijven streven naar nul slachtoffers per jaar.