Ondernemen met vaktechniek

HVO is vergelijkbaar met elektrisch

Datum: 31 oktober 2024
Laatst bijgewerkt: 1 november 2024
Bij de lancering van de nieuwe elektrische e100-trekkers toonde Fendt ook aan dat HVO minstens een vergelijkbaar alternatief is als je de CO2-emissie wilt beperken. Zeker voor de grote machines is dat de komende jaren de enige oplossing, betoogde topman Christoph Gröblinghoff. “Het zou goed zijn als de politiek dat ook inziet en HVO niet langer laat toepassen als autobrandstof, maar bestemt voor offroad-toepassingen naast de lucht- en scheepvaart.”

Natuurlijk had Fendt een groot evenement gemaakt van de lancering van de nieuwe e100-serie, de eerste elektrische trekkers die tussen de gewone trekkers van de lopende band rollen. Tegelijk was dit ook het podium waar Fendt aandacht vroeg voor de alternatieven die nodig zijn om in de hele landbouw stappen te kunnen zetten in het verminderen van emissies vanuit de landbouw.

Een belangrijke kwestie die het bedrijf bezig houdt, is de vraag hoeveel minder emissie een elektrische trekker geeft tegenover een gewone dieselaangedreven versie, maar ook wat het effect is als je kiest voor HVO. Om tot een goede vergelijking te komen, werd de hele levenscyclus doorgerekend, dus van het produceren van een trekker tot uiteindelijk het verwerken tot schroot.

De uitkomsten laten er geen twijfel over bestaan dat elektrische aandrijving een grote stap voorwaarts is

DSC00595-1.jpg
Stap voorwaarts

Op het kantoor in Marktoberdorf werd een speciaal team aan het rekenen gezet, dat alles volgens Europese standaarden doorrekende. Daarbij vergeleek het een elektrische e100-trekker met een vergelijkbaar dieselaangedreven model uit de 200-serie. De uitkomsten laten er geen twijfel over bestaan dat elektrische aandrijving een grote stap voorwaarts is. Zelfs met de productie van de batterij meegerekend bespaar je over 8000 uur al 69 procent op de CO2-emissie. Aangezien 8000 uur relatief weinig is, zal deze trekker over zijn hele levenscyclus waarschijnlijk nog flink meer besparen.

Omdat elektrische aandrijving bij grotere vermogens voorlopig nog geen alternatief is voor diesel werd voor de grote trekkers een vergelijking gemaakt van een trekker op gewone fossiele diesel versus een op HVO. Voor de vergelijking werd een Fendt 728 als uitgangspunt genomen. Omdat deze wat vaker wordt ingezet, werd deze doorgerekend op 10.000 uur. Ook hier blijkt de besparing op de CO2-emissie fors: over de hele periode al 77 procent. Dat is zelfs nog beter dan de besparing bij elektrisch met de e100-serie. Dat riep ook de vraag op wat het effect zou zijn van het gebruik van HVO bij de vergelijkbare 200-serie. Dat antwoord volgde op de persbijeenkomst snel, want natuurlijk was ook dit doorgerekend. Het resultaat was opvallend. De besparing is vergelijkbaar met die van elektrisch.

Kanttekeningen

Bij deze uitkomst horen wel een paar kanttekeningen, benadrukte topman Christoph Gröblinghoff. “We kijken hierbij alleen naar CO2, want als je kijkt naar geluid, fijnstof of in Nederland stikstof pakt elektrisch weer gunstiger uit”, zei hij. Aan de andere kant kunnen de emissiecijfers voor zowel elektrisch als HVO ook nog gunstiger worden. In deze berekeningen is namelijk uitgegaan van een gemiddeld cijfer voor de productie van elektriciteit en HVO. Dat wil zeggen bij elektriciteit is gerekend met een mix van stroom afkomstig uit hernieuwbare bronnen, maar deels ook uit kolen, gas of bruinkoolcentrales. De cijfers worden dus beter als de energie afkomstig is van puur wind- en zonne-energie.

Bij een Fendt 728 blijkt de besparing op CO2-emissie bij gebruik van HVO over de hele periode 77 procent

Waterstof geen alternatief

Voor Gröblinghoff bewijzen deze cijfers dat de landbouw met de inzet van HVO een flinke bijdrage kan leveren aan de verlaging van de CO2-emissie. Dit is volgens hem ook noodzakelijk om in de landbouw de wereldwijde doelstelling voor een verlaging van de emissies te halen. “We zullen de politiek moeten overtuigen dat we dit ook nodig hebben om met onze machines stappen te kunnen zetten. We zullen duidelijk moeten maken dat we machines van 200 pk en meer niet met elektriciteit kunnen aandrijven. Daarvoor is voor het werk veel te veel energie in korte tijd nodig.”

Waterstof als alternatief wijst hij resoluut af. “Dat staat echt nog in de kinderschoenen, waarbij het de vraag blijft of dit de brandstof is waarmee we verder moeten. Er is namelijk niet alleen geen productiecapaciteit of infrastructuur, de inzet gaat ook gepaard met grote verliezen, omdat je het voor transport onder grote druk moet brengen, machines geen ruimte hebben voor grote tanks en er grote verliezen bij optreden. Het is zeker een brandstof met toekomst, maar dan voor grote energieverbruikers, zoals staalfabrieken, waar je het gasvormig naar toe kan laten stromen en die het continu gebruiken.”

Stop met het verstoken van HVO in personenauto’s en bestem dat voor sectoren die een vloeibare energiedrager niet kunnen missen

Politiek moet kiezen

Voor Gröblinghoff staat daarom vast dat de komende jaren vooral HVO moet bijdragen aan een vermindering van de emissies bij offroad-machines. Dat zal volgens hem alleen kunnen als de politiek ook keuzes durft te maken en per sector kiest welke brandstof er mag worden ingezet. Hij hekelt in dat verband het feit dat juist daarin de Europese politici geen visie hebben. “Eerst wilden ze HVO alleen inzetten voor de lucht- en scheepvaart, omdat wel duidelijk is dat elektrisch hier geen alternatief is. Toen wij vanuit de Europese organisaties van machinefabrikanten bezwaar maakten, durfden ze echter niet meer te kiezen. Nu laten we auto’s en het vrachtvervoer op HVO rijden, terwijl duidelijk is dat hier elektrisch een goed alternatief is. We hopen daarom dat de Europese politiek nu eindelijk een echte keuze wil maken. Stop met het verstoken van HVO in personenauto’s en bestem dat voor sectoren die een vloeibare energiedrager niet kunnen missen. Op die manier kunnen we in alle sectoren doen wat mogelijk is. En dat is waar het om gaat, dat we allemaal stappen zitten in het beperken van de emissie van CO2. Dat dit nodig is, daar is iedereen namelijk van overtuigd. Dan moet je echter wel werken met duidelijke doelen en het goed regelen.”