Sinds juni vorig jaar is Marga van Harten de gedreven chauffeur van de Deutz 6115 C TTV met daarachter de Allgäu RumboJet 880-spotsprayer. Het is een nieuwe investering om in te spelen op de regels van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en de subsidies die daarmee worden vergeven. Voor veehouders is er namelijk subsidie als ze hun weiland met een spotsprayer laten bespuiten. Helemaal tevreden was Marga van Harten nog niet na het eerste jaar, want ze moest op twee beeldschermen kijken om de situatie tijdens het spuiten in de gaten te kunnen houden. Ook het doorsturen van de data naar klanten voor de subsidieverantwoording was nog erg omslachtig.
Sinds Loonbedrijf Van Harten in juni 2024 de Allgäu RumboJet 880-spotsprayer heeft aangeschaft, heeft Marga al zo’n vijfhonderd hectare weiland bespoten. Het gaat daarbij vooral om bestrijding van ridderzuring. Over de werking is ze tevreden, want als we door het weiland lopen, zien we dat vrijwel elke ridderzuringplant het blad laat hangen als teken dat die is geraakt. Dit jaar hoopt Van Harten ook onkruiden als paardenbloemen en brandnetels beter te kunnen bestrijden met de spotsprayer. “Er is pas een update gedaan, waardoor deze planten gemakkelijker te herkennen zijn, maar de werking moet in de praktijk nog blijken.”
Op de resultatenkaarten kun je door een stipjes/strepenpatroon exact laten zien waar op het perceel de spuitdoppen geopend zijn geweest
De Allgäu RumboJet 880-spotsprayer waar Loonbedrijf Van Harten mee werkt, is gebouwd door twee Duitse studenten. Die ontwikkelden deze spuitmachine als afstudeeropdracht. “Via onze dealer Van den Berg Mechanisatie in Kockengen hebben wij deze spuitmachine kunnen aankopen”, vertelt Van Harten. “Vooraf zijn wij wel gaan kijken bij een andere loonwerker, die deze machine als eerste in Nederland gebruikte.”
Twee systemen naast elkaar
De spotsprayer, waarmee zo’n 85 tot 95 procent middel wordt uitgespaard, bevalt de loonwerkster erg goed. Momenteel werkt ze echter met twee systemen, zowel het Deutz-Fahr Agrosky-GPS-systeem op de iMonitor als een Allgäu-tablet met een eigen Allgäu-app. “Dat werkt niet echt efficiënt”, zegt ze daarover. “Ik moet nu na elk perceel dat ik heb gespoten foto’s maken van de informatie op de beeldschermen en info uploaden op een usb-stick”, legt ze uit. Ze moet dus zowel een foto van de Allgäu-tablet van de hoeveelheid liters die er per perceel zijn gebruikt als de taakkaart van het desbetreffende perceel vanaf de iMonitor op een usb-stick zetten (ook ter verantwoording voor de klant voor wat betreft de GLB-subsidie). Vervolgens mailt ze al deze info door naar de klant, zodat die de GLB-subsidie kan aanvragen voor het werken met een milieuvriendelijke spotsprayer.
Al die gegevens moet de veehouder, als die deelneemt aan bepaalde keurmerken of in aanmerking wil komen voor subsidie, aanleveren bij diverse instanties, zoals de melkfabriek, het waterschap en soms de (agrarische) natuurvereniging. Daar heeft Van Harten ook wel een puntje van kritiek. “Ik word soms wel eens moe van hoe vaak overheidsinstanties veranderen wat betreft de manier hoe je als loonbedrijf deze gegevens moet aanleveren. Daar ontbreekt vooral duidelijkheid. En dat terwijl wij heel veel moeten investeren in dit nieuwe systeem, zonder subsidie van de overheid, en maar moeten zien hoe wij de kosten kunnen doorberekenen aan de klant.”
Koppelen via Isobus
Om het dubbele werk te voorkomen en het aanleveren van gegevens eenvoudiger te maken, gaat het mechanisatiebedrijf waar Loonbedrijf Van Harten mee samenwerkt de beide systemen koppelen via het Isobus-systeem op de Deutz-Fahr, zodat de Allgäu-tablet niet meer nodig is. “Hoe minder beeldschermen in de cabine, hoe beter”, zegt Van Harten. “Zodoende heb je weer meer overzicht.”
Het Agrosky-GPS-systeem van Deutz-Fahr zit al op de iMonitor van de trekker. Een modem van SDF van Deutz-Fahr zelf zorgt voor internet. Ook is al een RTK-correctiesignaal (Real Time Kinematic) van MoveRTK geïnstalleerd, dat het GPS-systeem tot op twee centimeter nauwkeurig maakt. “Straks kan ik gelukkig alles bekijken en regelen via het iMonitor-beeldscherm”, zegt Van Harten. “De taakkaarten heten vanaf dan resultatenkaarten en resultaatrapportkaarten. Het zal wel weer wennen zijn. Ik vind het echter ook een voordeel hebben, omdat deze resultatenkaarten door middel van een stipjes/strepenpatroon exact laten zien waar op het perceel de spuitdoppen geopend zijn geweest”, aldus Van Harten. Op een pdf-bestand zijn deze gegevens vervolgens te zien.
Het mooiste zou het zijn als ik met één druk op de knop alle gegevens naar de klant zou kunnen sturen
Naar één druk op de knop
Volgens Van Harten is vooral het feit momenteel dat ze per perceel foto’s moet maken van de Allgäu-tablet en de taakkaartgegevens van de iMonitor moet uploaden op een usb-stick erg tijdrovend. Dat wordt straks beter. “Door Isobus komt de informatie via het Isobus-protocol direct in de software van de trekker terecht en hoef ik dus nog maar één kaart per perceel op een usb-stick te zetten. Dat is al een hele vooruitgang. De ideale situatie zou natuurlijk zijn als ik gewoonweg na uitvoering van de werkzaamheden met één druk op de knop alle informatie naar de desbetreffende klant zou kunnen sturen. Daarvoor moet iedereen dan wel aangesloten zijn op hetzelfde netwerk, dat alle datastromen herkent en kan verwerken. Uiteindelijk moet dat mogelijk zijn”, aldus de loonwerkster. Ze wil hier wel naartoe werken, ook omdat ze niet gecharmeerd is van op kantoor zitten. Ze is liever met het loonwerk zelf bezig.
