Een rechtsvermoeden betekent: dat wordt vermoed dat iemand die werkt voor een tarief lager dan € 36,- geen zelfstandige is, tenzij het tegendeel wordt bewezen. Het is aan de zelfstandige om dit rechtsvermoeden in te roepen.
Wat is het verschil?
Inhoudelijk doet het aangepaste wetsvoorstel VBAR voorstellen voor het onderscheid tussen zelfstandigen en werknemers. Wat veranderde ten opzichte van het eerder via internetconsultatie aangeboden wetsvoorstel? De elementen die horen bij een arbeidsovereenkomst en de elementen die horen bij zelfstandigheid worden nu gelijk gewogen. De elementen die horen bij zelfstandigheid hebben daarbij een zwaardere betekenis gekregen door recente gerechtelijke uitspraken.
Nog steeds te onduidelijk
Is dit nu de verduidelijking waar werkgevers op hopen? Ik denk het niet. Ook de Raad van State heeft kritiek op het aangepaste voorstel. Volgens het adviesorgaan voegt het weinig toe aan de bestaande jurisprudentie. "Ook zal het in de praktijk niet de gewenste duidelijkheid bieden. Rechters moeten tenslotte nog steeds per geval beoordelen of er sprake is van werknemerschap."
Het kabinet streeft er naar om de wet per 1 juli 2026 in werking te laten treden. Er geldt geen overgangsrecht. Het is de vraag hoe de Tweede en Eerste Kamer hiernaar kijken.
Alternatief wetsvoorstel
De partijen VVD, D66, SGP en CDA werken aan een alternatief wetsvoorstel: de Zelfstandigenwet. Dit voorstel moet wél de gewenste duidelijkheid bieden. In dit voorstel zijn drie toetsingscriteria opgenomen:
- Een zelfstandigentoets;
- Een werkrelatietoets;
- Een sectorale toets.
Cumela heeft gereageerd op de internetconsultatie (zie bijlage bij dit bericht).
Het is aan de politiek om een keuze te maken: tussen beide voorstellen, of géén van beide.
