Het zal niet vaak gebeuren dat een omzet in een productgroep in een kwartaal helemaal terugvalt naar nul. Toch overkwam het Manitou dit jaar. In het tweede kwartaal was de omzet naar de evenementenbranche nul. Logisch als je weet dat in heel Europa alle evenementen werden afgelast, maar het geeft goed aan hoe de coronacrisis ook fabrikanten kan raken. Manitou levert hier vooral de ruwterrein heftrucks en verreikers en zag die omzet grotendeels wegvallen.
Slecht ging het ook in de markt voor machines voor de bouw. Hier had het bedrijf vooral last van het wegvallen van orders van verhuurbedrijven. Dit gaat vaak om grote orders waar grote aantallen machines mee gemoeid zijn. Deze verhuurbedrijven zijn zeer voorzichtig geworden, hebben vaak een vloot die technisch goed in orde is en kunnen daardoor vervanging of uitbreiding makkelijk een jaar opschuiven. Hoe hard dat gaat blijkt wel uit de orderintake. In het tweede kwartaal daalde deze van 286 naar 180 miljoen euro. Traditioneel is dit wel het kwartaal met de laagste aantal orders dat wordt genoteerd. Het bedrijf merkt ook dat in Europa er grote terughoudendheid is rond het opstarten van grote bouwklussen. Het gevolg is dat er ook voor deze werken nu geen machines meer worden gekocht.
35 procent minder
De totale omzet daalde in het eerste half jaar met 35 procent naar 762 miljoen euro. Door een fors kostenbesparingsprogramma, het niet uitkeren van dividend en het snijden in projecten realiseerde het bedrijf toch nog een kleine winst met 13,5 miljoen euro.
Dat de omzet nog redelijk op peil bleef had Manitou vooral te danken aan de landbouwpoot. Hier bleef de omzet bijna stabiel en zijn de vooruitzichten ook nog steeds redelijk. Al merkt Manitou ook hier dat de verkoop lastiger is. Maar het bedrijf is gewend dat de omzet hier sterk kan schommelen. Werden er in de Benelux vorig jaar nog bijna 500 machines afgezet in de landbouw, dit jaar zal dat aantal uitkomen op 350. Dat is een forse daling, maar is volgens Stephan Baetens van Manitou in overeenstemming met de markt. “Daarmee zitten we nagenoeg op het niveau van 2018 en dat was een heel normaal jaar. In 2019 hadden we geluk met goede prijzen voor landbouwproducten en dat zien we dan direct terug in de omzet.”
Ondanks de coronacrisis komt Manitou dit jaar wel met een aantal vernieuwde types op de markt. De MLT 8.41 en 10.41 hebben een forse update gekregen en krijgen daarvoor de aanduiding NewAg. Hoewel het uitvoeringen voor de landbouw betreft merkt Manitou dat deze in Nederland in de bouw ook geliefd zijn omdat de uitvoering veel luxer is. “In Nederland exploiteren veel bedrijven de machine zelf en dan is comfort veel belangrijker dan bij verhuur.”
Dat comfort is in de nieuwe machine zeker aanwezig, want de machine heeft nu als optie een luchtgeveerde Grammer stoel die ook nog 7 cm breder is dan de oude. Gaf vroeger de beste stoel ongeveer 40 procent demping van de trillingen, nu zou dat 54 procent moeten zijn. Om die stoel te kunnen plaatsen is de cabine 20 cm langer en 4 cm breder. Dat merk je als je instapt, want de vooral de ruimte achter de stoel is enorm. Bij gesloten ramen is het geluidsniveau ook flink lager. De nieuwe cabine heeft een 4 dB lagere geluidsbelasting.
Yanmar motor
Een andere belangrijke wijziging is de overgang van John Deere naar Yanmar motoren. Een belangrijke overweging voor die overstap is dat het bedrijf geen motor van een concurrent in zijn eigen machines wil. Nu John Deere samen met Kramer steeds actiever wordt in dit segment is er de overstap naar Yanmar. Dit bedrijf heeft daarvoor ook een aandeel in Manitou gekocht.
Kenmerken van de motor zijn meer vermogen bij een lager toerental, een duidelijk hoger koppel en een lager geluidsniveau. Het resulteert in een 11 procent lager verbruik dan de voorganger. Gemiddeld moet dit volgens de Europese norm voor dit soort machines nu uitkomen op 6,3 liter per uur. Om maximaal brandstof en kosten te kunnen besparen is er ook een eco-stop systeem. Daarbij kun je zelf, binnen een interval van 1 tot 30 minuten, instellen na hoeveel tijd de motor stopt met draaien. Daarmee is volgens Manitou veel geld te besparen want elke machine blijkt 15 tot 30 procent van de tijd stationair te draaien. Bij een kostprijs van 10 euro per uur, levert dit bij 1000 draaiuren al 1500 euro op.
Niet veranderd zijn de armleuning bediening en de transmissie. De transmissie is ook in dit model een vijftrapspowershift. Belangrijk voor bedrijven die er ook mee transporteren is de wetenschap dat je er maximaal 20 ton mee mag trekken. Achterop zijn daarvoor aansluiting mogelijk voor lucht of hydraulische remmen.
Een aantal andere bijzondere voorzieningen zijn de mogelijkheid om een hoge resolutiecamera boven op de giek te plaatsen zodat je veel beter kunt volgen wat er bij uitgeschoven giek gebeurt. En de centrale smering die nu standaard is met uiteindelijk nog zes smeerpunten achterop de machine.
Alle extra voorzieningen maken dat de machine nu ongeveer 3000 euro duurder is dan zijn voorganger, al zit daar ook de reguliere prijsverhoging als gevolg van stijgende kosten in. Vanaf week 6 volgend jaar zouden de nieuwe types leverbaar moeten zijn.
