"We zoeken hier vooral naar handelingsperspectief", zegt Jos Verstraten, vakgroepbestuurder LTO melkvee en vertegenwoordiger van LTO in de klankbordgroep, over de proef. Het is het eerste jaar dat hier onderzocht wordt naar nieuwe kansrijke gewassen. Een bijzonder jaar om daarmee te starten, omdat het een laat seizoen is, maar aan de andere kant is dat ook de realiteit waar van vandaag de dag. Elk jaar kent tegenwoordig extremen. "nu hebben we in elk geval een goede opkomst."
Rommie van der Weide, senior projectleider Wageningen UR Open Teelten, leidt de proef waaraan Kimberly van der Vegt, regionaal onderzoeker akkerbouw WUR, ook meewerkt. "We zoeken los van de regelgeving naar andere mogelijkheden om eiwitrijk voer van eigen land te telen en de bodem vruchtbaarheid te verbeteren en daarvoor is het nodig om de kengetallen over onder meer stikstofbinding, stikstofbalansen en opbrengsten van diverse gewascombinaties te bepalen", zegt Van der Weide.
De proeven die er nu liggen vinden mede op verzoek van de sector plaats. Het zijn dan ook gewassen waarvan verwacht worden dat ze goede kansen bieden. "Bijvoorbeeld de veldbonen combinatie met wintertarwe kun je als GPS laten hakselen en dan is het een mooie aanvulling op het voer. Welke andere manieren er zijn om het gewas te gebruiken moeten we nog gaan ontdekken", zegt Verstraten.
Waardes bepalen
"De luzerne hebben we net (16 juni) gemaaid. De monsters daarvan zijn naar Eurofins gegaan om te laten bepalen wat de voederwaardes en stikstofinhoud zijn. Dat is eerder ook gebeurd met de grasklaver en het gras die we eind mei al konden maaien", licht Van der Vegt toe. "Richting het einde van november organiseren we waarschijnlijk als Wageningen UR een dag waarop we de resultaten van alle proeven gaan delen, waaronder ook deze", zegt Van der Weide.
Dit is allemaal nog een soort oriëntatiefase, maar daarom niet minder belangrijk. Zo ontstond er al discussie over de kaders van een hoofdgewas en een vanggewas. "Wanneer is er sprake van het een en wanneer van het ander? Gaat het dan om de hoeveelheid zaad of hoeveel planten er in een veld staan?" Het zijn zaken die om aandacht vragen.
Kennis inbrengen
"Als we dan kijken naar de rol van de loonwerker dan zien we dat die vooral heel belangrijk is voor de inbreng van kennis. Loonwerkers hebben veel meer ervaring met teelten dan veehouders en kunnen helpen de kennis te verspreiden. Tegelijk vragen we van ze al te kijken naar mengteelten en op zoek te gaan naar de meest optimale applicatie daarvoor. Uiteraard is het belangrijk eerst zekerheid te hebben over waar het naar toegaat, maar als je dan zaken ziet aankomen hebben we echt de loonwerker nodig om daarop voor te sorteren. Net zoals je misschien in de toekomst wel de vraag krijgt: Moet iedere veehouder in een bietenverkleiner investeren of is dat echt iets voor de loonwerker?", zegt Verstraten.
De druk neemt toe en vooral de laatste spreekwoordelijke laatste loodjes blijken als het gaat om de waterkwaliteit en Kaderrichtlijn Water (KRW) heel zwaar. "Het is heel mooi als je dan als sector samen stappen kunt zetten. We hebben echt de loonwerker nodig om veehouders te motiveren een goed vanggewas te gaan telen", zegt Verstraten. Het is tegen die achtergrond hoopgevend dat een combinatie van gewassen een stap in de goede richting kan zijn.