Voor de installatie monteert Krone een tank van circa 400 liter achter het juk op het buizenframe. De tank is uitgerust met een grote vulopening inclusief zeef, evenals een labyrintventilatie en een niveaumeter. Het vloeistofniveau wordt weergegeven op de monitor in de trekkercabine. De chauffeur kan zelf instellen of en wanneer hij via een alarmsignaal wordt geïnformeerd over de resterende inhoud in de tank. De pompunit zit goed toegankelijk in een kast boven het juk. Achter de linker achterverlichting zitten meerdere slangen gemonteerd vanaf de tank. Het systeem kan daarmee worden gevuld en onderhouden met behulp van een vulslang, een spoelslang en een slang voor het volledig legen van de tank.
Een flowsensor registreert continu de hoeveelheid die wordt verwerkt. Een tandwielpomp in combinatie met twee ventielen maakt doseringen mogelijk van 0,5 tot 6,5 liter per minuut. Het inkuilmiddel wordt via twee leidingen naar de doppen gevoerd, waarbij elke leiding twee doppen bedient. De platte-straaldoppen zijn direct achter de pick-up gemonteerd en zorgen voor een gelijkmatige verdeling over het inkomende gewas. Ze zijn zonder gereedschap te bereiken en kunnen indien nodig - bijvoorbeeld een dikker middel - worden vervangen door andere doppen.
Met de bedieningsterminal kan de trekkerbestuurder de unit bedienen, met daarbij de mogelijkheid om de dosering te regelen op basis van het hoeveelheid gewas. Hier kan worden gekozen voor een vaste hoeveelheid (liters per ton) of, afhankelijk van de vochtigheid, een automatisch aangepaste regeling (liters per ton) of een combinatie van beide regelingen. Als alternatief kan de bestuurder de dosering ook in procenten instellen. Doordat de toegevoegde hoeveelheid middel wordt opgeslagen in de klantenteller kan deze informatie ook snel en transparant worden gebruikt. Bovendien kan de pompunit met filter en ventielen in de toekomst op alle Krone-machines worden gebruikt.
