In het Friese weidegebied rond Echtenerbrug schonen is het afgelopen jaar door drie loonwerkers samen 300 kilometer sloten ecologisch beheerd, in nauwe samenwerking met de agrarische natuurvereniging. Samen brengen ze ecologisch slootschonen in de praktijk. “Het helpt als je er aardigheid aan hebt, maar ingewikkeld is het niet.”
Op een mooie zomeravond in juli verzamelen belangstellenden zich op de boerderij van de familie Diever in het Friese Echtenerbrug. Het is een logische plek voor een inspiratiesessie over ecologisch slootschonen, want de Dievers zijn fanatiek bezig om hun bedrijf zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor agrarische natuur.

Onder het gekwetter van de zwaluwen in de schuur vertelt Gert Diever over de nieuwe weg die ze zijn ingeslagen. “We zijn van een redelijk intensieve melkveehouderij overgestapt op recreatie en natuurbeheer”, zegt hij. “We hebben nog 25 roodbonte koeien, die we voornamelijk houden voor lokale vleesverkoop en die jaarrond op kruidenrijke percelen lopen. Eigenlijk staan de koeien in dienst van de weidevogels. We doen veel aan beheer. De buitenste vijf meter van de percelen worden niet bemest en we maaien niet voor 15 juni. Ook doen we al zes jaar aan ecologisch slootschonen en bij de inventarisatie leverde dat mooie resultaten op. De sloot zit vol leven.”
We hebben opgeteld 300 kilometer aan sloot met een ecologisch beheer, dat is van hier naar Maastricht
Gert is ook gebiedscoördinator van It Lege Midden (ILM), de lokale agrarische natuurvereniging. “We hebben hier 250 deelnemers met in totaal 4100 hectare weidevogelbeheer en 130 hectare dooradering. Ook hebben we opgeteld 300 kilometer aan sloot met een ecologisch beheer. Dat is van hier naar Maastricht”, aldus Gert, die daarmee aan wil geven dat het niet niks is.
Door regelingen aan elkaar te koppelen, wordt geprobeerd voor de boeren in het gebied aantrekkelijke pakketten samen te stellen. Hij merkt dat het leeft, maar het is voor veel boeren nog even zoeken om er invulling aan te geven. Stichting Living Lab Fryslân wakkert de kennisontwikkeling op het gebied van ecologisch slootbeheer aan en zoekt daarbij onder meer samenwerking met Cumela. Ook loonwerkers zijn hierin namelijk een belangrijke schakel.
Reinigen als het moet
Wat houdt het in, ecologisch beheer van een sloot? Eigenlijk zijn er twee knoppen om aan te draaien, vertelt Fokelien Looijenga van Wetterskip Fryslân: inrichting en beheer. “Bij inrichting draait het vooral om een flauw talud en voldoende zonlicht in het water. Komt er te weinig zonlicht, dan krijg je veel kroos en slib. Dat wordt te voedselrijk. Je krijgt sneller zuurstofarme omstandigheden en minder soorten.”
Ook op het bedrijf van Diever is dat een aandachtspunt, zo blijkt tijdens een rondleiding. Aan de ene kant houdt het plantmateriaal in een juist beheerde sloot de oever stevig, maar omdat er ook meer afstervend materiaal is, kan er ook weer meer slib opbouwen. Eens in de vier à vijf jaar het slib verwijderen is daarom nodig. Dat moet niet te rigoureus gebeuren, zegt Looijenga. “Creëer variatie in tijd en ruimte. Verschillende flora en fauna stellen verschillende eisen. Een snoek houdt bijvoorbeeld van schoon water, een brasem van troebel water. Trek je alles op de wal, dan ben je niet goed bezig. Laat je alles zijn gang gaan, dan gaat het ook niet goed. Wees dus niet te bang. Je kunt best creatief zijn, zolang de sloot maar niet verlandt.”
Stichting Living Lab Fryslân wakkert de kennisontwikkeling op het gebied van ecologisch slootbeheer aan
In boerensloten is meer experimenteerruimte dan in schouwsloten, maar ook in de bredere watergangen zet de ontwikkeling richting ecologisch beheer door. “Denk bijvoorbeeld aan het afwisselend schoonmaken van de taluds; het ene jaar de ene kant, het andere jaar de andere kant. Ook een koppeling met het bermbeheer ligt voor de hand.”
Tandje langzamer
Bij boerensloten onder een beheersregeling zijn de afspraken met de agrarische natuurvereniging leidend. Ze hangen samen met de vergoeding. Bij ILM is er een vrijwilliger die steekproefsgewijs de route inspecteert en het coördinatiewerk voor zijn rekening neemt. De drie loonwerkers die betrokken zijn bij het schoonhouden van de route weten dan alvast in grote lijnen waar ze aan toe zijn. Dat werkt goed, vertelt loonwerker Durk Breeuwsma uit Oudega. Wie even met hem praat, merkt echter algauw dat hij zelf ook een belangrijke schakel is en over veel ecologische kennis beschikt. “Het helpt als je er aardigheid in hebt, maar heel ingewikkeld is het niet”, zegt hij. “Wij gaan eerst rond met de maaikorf en maken de watergangen dan voor driekwart schoon. Op tijd de bak omhoog, even wachten zodat vissen en kikkers kunnen ontsnappen en dan rustig op de kant leggen. Is de hele sloot van dezelfde boer, dan pak je hem het ene jaar van de ene kant en het andere jaar van de andere kant”, legt hij uit. Een ecoreiniger (een maaibalk met harkje) heeft Breeuwsma niet en hij vindt dat ook niet nodig. “Met maaikorven ben ik flexibeler en als je dat met beleid doet, haal je hetzelfde resultaat.”
Eens in de vier à vijf jaar komt hij terug met de baggerspuit, waarmee hij de sliblaag vijftig meter over het land spuit. “Per boer spreken we af welke sloot er het meest aan toe is. We wisselen af. Belangrijk is dat er voldoende water in de sloot staat. Dat stemmen we af met de waterbeheerder. Verder houd je in de gaten hoe dik de baggerlaag is. Alles in één keer wegspuiten is niet goed. In een brede sloot kun je eventueel alternerend baggeren, want dan creëer je wat variatie.”
De extra uren die het slootonderhoud kost, komen voor rekening van de boer, die voor het beheer een vergoeding ontvangt
Investeringen heeft Breeuwsma niet hoeven doen voor het ecologisch beheer. Wel besteedt hij tijd en aandacht aan kennis en instructie voor hemzelf en voor zijn medewerkers. Ook duurt het werk langer. De extra uren die het slootonderhoud kost, komen voor rekening van de boer. “Dat is ook fair. Die ontvangt immers een vergoeding voor het beheer.”