Vloeibare waterstof heeft ten opzichte van gecomprimeerde waterstof als voordeel dat de dichtheid vijftig procent hoger is, dat er geen hogedruktanks nodig zijn op de trucks en dat er sneller kan worden afgetankt. Wel moet de waterstof extreem worden afgekoeld om vloeibaar te worden en te blijven: waterstof wordt pas vloeibaar bij min 252,87 graden Celsius. Daimler Trucks en Linde werken voor de Daimler-testtruck met twee vacuümgeïsoleerde brandstoftanks voor de vloeibare waterstof. Deze tanks met een totale inhoud van 760 liter kunnen volgens de ontwikkelaars tot honderd procent worden afgevuld en bevatten dan maximaal 88 kilo waterstof. Het nieuwe vulstation heeft een capaciteit van 400 kilo vloeibare waterstof per uur. Hiermee kan zo’n zware truck in tien tot vijftien minuten worden afgetankt met circa 80 kilo waterstof, wat volgens Daimler Truck goed is voor een bereik van ruim duizend kilometer voor het met brandstofceltechniek uitgevoerde prototype van de GenH2-truck.
De technologie verlaagt volgens Daimler en Linde ook de investeringskosten voor waterstoftankstations met twee tot drie keer en verlaagt de operationele kosten vijf tot zes keer. Hierdoor wordt waterstof tanken volgens de bedrijven even eenvoudig als diesel tanken.
Het eerste openbare sLH2-pilotstation werd geopend in Wörth am Rhein, waar een prototype van een Mercedes-Benz GenH2-truck werd bijgetankt. Andreas Gorbach, lid van de raad van bestuur van Daimler Truck, riep andere fabrikanten en infrastructuurbedrijven op om gezamenlijk deze technologie tot industriestandaard te maken. De technologie wordt hiervoor openlijk beschikbaar gesteld via een ISO-norm. Vanaf halverwege 2024 zullen vijf bedrijven deelnemen aan klantentests met Mercedes-Benz GenH2-trucks. Daimler verwacht zijn waterstoftruck in de tweede helft van deze eeuw officieel te introduceren.
