Drijfmest

Cumela kritisch op rapport mestverkenner Knops

Datum: 28 februari 2025
Laatst bijgewerkt: 28 februari 2025
Door: Manon Jansen
Afgelopen maandag deed ‘mestverkenner’ Raymond Knops verslag van zijn bevindingen aan minister Wiersma. Wiersma stelde hem in november 2024 aan om onderzoek te doen naar mogelijkheden om meer mest te verwerken en vergisten. Cumela is kritisch op de bevindingen van Knops, maar deelt zijn constatering dat het essentieel is dat de Rijksoverheid de regie moet pakken.

In zijn adviesrapport stelt Knops dat de sector over “onvoldoende organiserend vermogen” beschikt om de problemen aan te pakken. Ons inziens is dat een nogal hard oordeel over een sector die altijd in staat is geweest vraag en aanbod bij elkaar te brengen. We betreuren het dan ook dat Knops tijdens zijn verkenning niet is ingegaan op het aanbod van Cumela om onze kennis met hem te delen. Maar aangezien veranderende regelgeving nu de belangrijkste factor is die de markt verstoort, vindt ook Cumela dat de Rijksoverheid een cruciale rol moet spelen in een effectieve aanpak van de mestverwerking.

Vergunningverlening

Knops wijst erop dat de vergunningverlening voor mestverwerkingsprojecten versneld moet worden. Hij pleit voor duidelijke bestuurlijke afspraken tussen de Rijksoverheid en provincies. Samen dienen zij de benodigde capaciteit en vergunningverlening vrij te maken. Een goed idee volgens Cumela, want nu duurt een vergunningsproces gemiddeld tien jaar.

Aanpak op meerdere fronten

In zijn aanbevelingen gaat Knops in op een aanpak op meerdere fronten. Daar kunnen wij ons in vinden, als er tenminste oog blijft voor zowel de korte als de lange termijn, zeker gezien de krimp van de veestapel.

Op de korte termijn, moeten we er – na twee slechte seizoenen en het aflopen van de derogatie - vooral voor zorgen dat de markt weer in balans komt. Als er vergunningen verleend worden voor bestaande installaties met overcapaciteit, kan er een versnelde realisatie plaatsvinden en direct resultaat geboekt worden.

Toch mag niet vergeten worden dat voor veel akkerbouwers onbewerkte mest nog steeds noodzakelijk is om de organische stof in de bodem op peil te houden en gewassen doelgericht te voeden. Als we volledig inzetten op verwerking, verdwijnen veel van de mineralen die onze bodem nodig heeft, omdat deze naar het buitenland geëxporteerd worden.

Tot slot

Het is teleurstellend dat Cumela niet is geraadpleegd tijdens dit onderzoek. Desondanks blijven we ons inzetten voor een effectieve samenwerking tussen de sector, overheid en andere stakeholders. En zetten wij er op in om in het vervolgproces als serieuze gesprekspartner te worden uitgenodigd. Samen kunnen we de kansen benutten en de uitdagingen op de mestmarkt aanpakken, zodat we niet alleen een oplossing bieden voor de huidige problemen, maar ook anticiperen op de toekomst.