
Ik moet zeggen dat ik schrok toen ik de uitnodiging kreeg voor het schrijven van deze column. Alweer een kwartaal achter de rug. Het is natuurlijk een goed teken; wij hebben ons dus niet verveeld.
Van oudsher hebben we als bermenmaaier in de winter niet veel anders te doen dan het onderhouden van het machinepark. Het seizoen is heel kort, want alle bermen en sloten moeten in dezelfde periode worden gemaaid. Hier is niet over nagedacht tijdens het opstellen van de bestekken met daarin de nodige verplichtingen in het kader van ’social return on investment’. Heel kort gezegd komt dit neer op een sociaal keuzemenu met opties als het contracteren van stagiairs of het bieden van werkplaatsen aan mensen met een beperking. Je vraagt je dan toch af wat deze mensen buiten de twaalf werkweken bermen en sloten maaien per jaar moeten doen.
Ik zie het als een gezamenlijke opdracht om deze banen te creëren
Vaak ga ik dan ook het gesprek aan met de opdrachtgevers en de werkpleinen van de opdrachtgevers om alternatieve werkzaamheden te zoeken voor de doelgroep buiten het maaiseizoen. Ik zie het namelijk als een gezamenlijke opdracht om deze banen te creëren in plaats van het sociale probleem over de schutting te gooien bij een aannemer. Vooral met de werkpleinen hebben we hier mooie gesprekken over en komen we tot nog mooiere ideeën met kant-en-klare, werkbare oplossingen. Totdat dit moet worden goedgekeurd bij de opdrachtgever, want dan stuiten we direct op verhalen over beleid en - nog belangrijker - op een lege portemonnee. Toch zal ik me blijven inzetten voor werkbare, toekomstgerichte oplossingen. Dit probleem is groter dan alleen ons eigen bedrijf.
Totdat we een duurzame sociale oplossing hebben gevonden, proberen wij iedereen in het arbeidsproces te houden met werkzaamheden als zoutstrooien, verkeersmaatregelen en het onderhouden van natuur in de winter. Gelukkig begint het gras weer te groeien!