In 1991 was er een eerste speciale verhoging om de kloof tussen het sociaal minimum en het minimumloon te verkleinen. Sinds 2019 wordt het minimumloon elk half jaar aangepast aan de gemiddelde contractloonstijging. De verhogingen zijn redelijk stabiel zo rond de één procent per half jaar.
Door de enorme verhogingen heeft het minimumloon onze laagste schalen inmiddels ingehaald
Een grote aanpassing was er op 1 juli 2022, toen het minimumloon met maar liefst 10,14 procent werd verhoogd en kort daarop weer met 3,13 procent per 1 januari 2023. Vanaf 2024 wordt er gekeken naar een minimumuurloon. Omdat daarbij het uitgangspunt verschoof naar een 36-urige werkweek leidde dit opnieuw tot een forse verhoging van tien tot vijftien procent in sectoren waar 38 of 40 uur wordt gewerkt. In 2024 en 2025 volgde nog een stijging van gemiddeld drie procent per halfjaar.
Waarom is deze geschiedenis relevant? De startschalen in onze cao lagen vroeger fors boven het wettelijk minimumloon. Door de enorme verhogingen heeft het minimumloon onze laagste schalen inmiddels ingehaald. De cao-lonen gaan dit jaar (na de verhoging per 1 januari jongstleden) niet meer omhoog. Het minimumloon is per 1 juli echter wel weer omhoog gegaan. Hierdoor vallen B0, B1 en C0 lager uit dan het wettelijk minimumloon. We hebben hierover al met de Commissie Sociale Zaken gesprekken gevoerd en gaan ook in overleg met de vakbonden, want we willen deze schalen wel behouden als startpunt. Vooralsnog blijven wij de afwijking zichtbaar maken in onze loontabellen met de gele arcering. Dit om duidelijk te maken dat je hier meer moet betalen dan de tabel.
