Kennelijk heeft de natuur, misschien wel door schade en schande, ontdekt dat er een fysieke omvang is waarbij planten, dieren en mensen optimaal functioneren. Dat verder groeien niet altijd de meest logische optie is om te blijven bloeien.
Kun je met dit gegeven een vergelijking trekken naar bijvoorbeeld het machinepark in het agrarisch loonwerk? Al jaren schalen we op met machines. Sterker nog, vanaf het moment dat de eerste loondorsers de boer op gingen, zochten we met z’n allen naar manieren om het werk beter en efficiënter uit te voeren. Dat had een reden: met meer capaciteit per uur of per hectare ving je (een deel van) de stijgende kosten op. Daarmee bleven de broodnodige tariefsverhogingen vaak beperkt. De vraag is: hoe lang gaat dat goed? Hoeveel capaciteitsverhoging is reëel? Zit er een optimum aan schaalvergroting? Je kunt zeggen dat een opraapwagen ergens niet nog groter kan worden. Hoe groot kan de maïsbek op de hakselaar worden? Je wilt met je materieel met goed fatsoen nog over de openbare weg kunnen, om maar eens een praktische grens te noemen. Kunnen machines ‘volgroeid’ raken? En als dat zo is, hoe gaat het dan verder? Hoe ondervang je dan de kostenstijgingen? Want dat kostenstijgingen niet zomaar weg gaan, weten we inmiddels. Daar moet je iets mee.
Ook wanneer je volgroeid bent, is bloei mogelijk. Sterker nog, misschien is het wel de optimale situatie voor bloei. Praat er eens over met je bedrijvenadviseur of met je studieclub. Stel elkaar de vraag: welke slimme stappen zijn er nu te zetten om bloei te behouden?