Het eerste deel leidt tot een soort minimumbeloning voor zzp’ers. In juridisch jargon: er is sprake van een rechtsvermoeden dat er sprake is van een dienstverband als een zelfstandige gaat werken voor een tarief lager dan € 32,24. Bij een lagere beloning dan dit grensbedrag zou de zzp’er dan een dienstverband kunnen eisen. Dit betekent niet dat er over een tarief boven de € 32,24 geen discussie kan ontstaan, want er is nog een tweede deel dat regelt wanneer iemand werkelijk werkt als zelfstandige. Dit tweede deel van het wetsvoorstel is echter controversieel verklaard.
De impact van het tweede deel kan ook groot zijn. Daarin is sprake van een formule, daarom heet het in de media ook wel de ABC-wet. In de formule is A werkinstructie, B inbedding en C ondernemer binnen de opdracht. De uitkomst van de formule moet dan bepalen of het werk dat iemand uitvoert kan worden beoordeeld als zelfstandig ondernemen. De formule is A + B = C. Dit betekent als de opdracht voorziet in werkinhoudelijke instructie door de opdrachtgever en het werk is ingebed in de organisatie van de opdrachtgever, het werk alleen als zelfstandige kan worden uitgevoerd als A+B zwaarder wegen dan C. Pas als A + B gelijk is aan C wordt gekeken naar het ondernemerschap van de zelfstandige (zogenaamde C+). Wij vrezen dat dit in onze sector grote problemen kan geven, omdat veel zelfstandigen werken binnen een team dat een opdracht uitvoert, bijvoorbeeld het aanleggen van een riolering.
Het zal zeker tot 2026 duren voor deze wet realiteit is. We zullen er daarom samen met andere organisaties alles aan doen om het wetsvoorstel werkbaar te maken voor onze sector. Veel zal echter afhangen van wat voor kabinet er straks zit.
