Minekus, antigraafmaatregel

Antigraafmaatregel voorkomt bevergraafschade

Datum: 15 juni 2022
Laatst bijgewerkt: 15 juni 2022
Door: Herma van den Pol
Steeds meer opdrachtgevers komen de laatste weken kijken naar de antigraafmaatregel van Minekus. Met deze noviteit kan worden voorkomen dat bevers holen en gangen gaan graven op plaatsen waar gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Voor het bedrijf is het vooral een manier om zich te onderscheiden van andere cumelaondernemers.

Het bedrijf van Minekus bevindt zich in Zuidland, waar de haven van Rotterdam, natuur- en recreatiegebied Bernisse en sinds enige tijd ook bevers vorm geven aan het buitengebied. “Onze belangrijkste opdrachtgevers zijn waterschappen en gemeenten”, vertelt Jan Cees Wolters. De bijzondere landschapselementen vragen soms om creatieve oplossingen en die bedenkt hij maar wat graag. Hij is werkplaatschef op het bedrijf van zijn oom Gaab Wolters. “Ik ben werkplaatschef, maar in de praktijk is bij ons iedereen gelijk en ondersteunen we elkaar waar nodig”, zegt Jan Cees over het familiebedrijf. “Vandaag ga ik bijvoorbeeld met iemand op pad om hem te leren hoe de grote versnipperaar werkt. Dat is een machine waarmee je niet iedereen op pad kunt sturen en waarbij je goed tekst en uitleg moet geven.

De bijzondere landschapselementen vragen soms om creatieve oplossingen en daar weten ze bij Minekus wel raad mee

Steeds meer specialisme

De afwisseling houdt het leuk, maar de belangrijkste plaats op het bedrijf voor Jan Cees is toch de werkplaats. Daar werkt hij aan de machines die op het bedrijf worden gebruikt. “Via een omweg ben ik op het bedrijf van mijn oom terechtgekomen. Dat begon met af en toe iets repareren en dat werd steeds meer. Nu werk ik hier alweer drie jaar. Wij doen groenvoorzienings-, bagger- en sloopwerken en grondverzet, maar we gaan steeds meer richting het specialistische werk en daarin richten we ons vooral op het onderhoud van natuur en landschapselementen. Op die manier hopen we ons te onderscheiden van andere bedrijven in de regio. Dat doen we met behulp van bijvoorbeeld de Field Cat (zie kader; red.) en ook de bevers zijn zo op ons pad gekomen”, vertelt Jan Cees. “Nog voordat we zelf kennismaakten met de graafschade die bevers veroorzaakten, hoorden we al uit verschillende hoeken dat de bevers best wel een probleem begonnen te worden. Toen we vervolgens zelf voor het waterschap bij een weg stonden die door een bever was ondergraven, zijn we gaan onderzoeken hoe groot het probleem is”, zegt hij. “Die weg moest uiteindelijk voor heel veel geld worden hersteld.

antigraafmaatregel
Oplossing zoeken

Het liet Jan Cees en zijn collega’s niet meer los en in het najaar zijn ze gaan nadenken wat een oplossing zou kunnen zijn om graafschade door bevers tegen te gaan en hoe dat er dan uit kon gaan zien. “Toen kwamen we er ook achter dat er in Nederland nog niet echt iets tegen beverschade is, terwijl er wel vraag naar is. Dus op een vrijdagmiddag heb ik een schetsje gemaakt van hoe ik het in mijn hoofd had en ben ermee naar Arjan, onze kraanmachinist, gegaan. Hij was meteen enthousiast en samen zijn we er verder mee aan de slag gegaan. ’s Avonds had ik de tekeningen met de maatvoeringen klaar.”

Toen kwamen we er ook achter dat er in Nederland nog niet echt iets tegen beverschade was

Die tekeningen werden de maandag erop meegenomen naar HeGro Agri Service, het bedrijf dat Jan Cees eerder hielp de PistenBully om te bouwen. “We hebben toen nog een keer samen naar de tekeningen gekeken en de puntjes op de i gezet. Aan het einde van week stond het prototype hier in de schuur”, aldus Jan Cees. Dan begint echter pas het echte werk. “Als je iets nieuws maakt, heeft dat namelijk als nadeel dat het nooit in één keer goed is. Arjan en ik hebben er echt nog veel aan veranderd. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan dingetjes waar nog niet over was nagedacht, omdat er nog niets vergelijkbaars is. Alle aanpassingen bespreken we samen en voeren ze dan uit. Het is heel fijn om dit samen met iemand te doen en elkaar aan te vullen.”

Hoe blijft het zitten?

De grootste uitdaging in de ontwikkeling van de machine was het gaas. “Het belangrijkste is dat dit goed in de grond blijft zitten. We duwen het de grond in en dat moet het blijven zitten als een soort weerhaak. Dat is uiteindelijk gelukt. In totaal kan het gaas drie meter de grond in worden geduwd over een breedte van twee meter. Ook het vinden van het juiste gaas kostte even wat tijd. Het gaat dan om de maaswijdte, diervriendelijkheid en levensduur. Zo kwamen we uit bij Tupogrid van T&F BV, waarmee we inmiddels fijn samenwerken. Tupogrid is een roestvrijstalen grid waarmee uitloging van zware metalen en daarmee aantasting van het ecosysteem wordt voorkomen, maar het is ook leverbaar met een milieuvriendelijke coating.”

Als je iets nieuws maakt, heeft dat als nadeel dat het nooit in één keer goed is

Na de eerste machine werd een tweede gebouwd. “Die is piekfijn in orde en uitgerust met GPS, zodat je met de kraan kunt zien dat je haaks de grond in gaat en wat de diepte is”, aldus Jan Cees. Deze machine kan nu worden gebruikt voor demonstraties. “We hebben patent aangevraagd op de machine en verwachten dat dit in het najaar binnen is. Ondertussen gaan we door om de machine nog verder te verbeteren”, vertelt hij. De interesse voor de machine is groot en met name vanuit Limburg komen veel aanvragen

detail antigraafmaatregel
Het komt goed

Zo rolt het bedrijf vaak van het één in het ander, want er zijn meer op maat gemaakte machines op het terrein van Minekus te vinden. Er blijkt bijvoorbeeld ook nog een arm ontworpen te zijn. Die kwam er toen ze anderhalve kilometer bloemenrand hadden vernieuwd en die water moesten gaan geven. “Deze machine kan voorop de trekker en acht meter ver komen en is uitgerust met een sproeiboom om de planten netjes water te kunnen geven”, vertelt Jan Cees. De sproeiarm wordt alleen door het bedrijf zelf gebruikt. Dit is de manier waarop het bedrijf uitdagingen in het werk steeds weer om kan zetten in kansen. “Als wij zeggen dat het goed komt, dan komt het goed.”