Vader met baby

Aanvullend geboorteverlof per 1 juli 2020

Datum: 9 september 2020
Laatst bijgewerkt: 10 september 2020
Door: Jacqueline Tuinenga
Op 1 januari 2019 zijn de twee dagen kraamverlof en drie dagen ouderschapsverlof vervangen door geboorteverlof (voor de cao LEO gebeurde dat op 1 juli 2019). Gedurende dit verlof moet je als werkgever het volledige salaris doorbetalen.

Een medewerker kan binnen een periode van vier weken na de bevalling van de partner gebruik maken van geboorteverlof. Dit geldt ook als de baby eerst nog een tijdje in het ziekenhuis moet blijven. De periode van vier weken verschuift daardoor niet.

Het geboorteverlof bestaat uit één werkweek. Het maakt dan niet uit of je parttime of fulltime werkt. Ook wordt er geen verschil gemaakt tussen het krijgen van een baby of van een meerling. In alle situaties heb je recht op één week verlof. Werkt de medewerker bijvoorbeeld vijf dagen van zes uur per dag, dan krijgt hij dertig uur betaald verlof. De werkgever betaalt dit verlof. Het gaat om de arbeidsduur zoals afgesproken in de arbeidsovereenkomst.

Goed om te weten is dat het geboorteverlof los staat van het calamiteitenverlof, waar de medewerker een beroep op kan doen voor de bevalling. Moet de medewerker vrij nemen om bij de bevalling te zijn dan is dit ook betaald verlof.

Aanvullende geboorteverlof
Sinds 1 juli 2020 zijn hier nog vijf weken aanvullend geboorteverlof bijgekomen. In deze periode ontvangt de werknemer een uitkering van het UWV van 70 procent van het dagloon. De uitbreiding van het geboorteverlof heeft als doel dat de zorgtaken voor pasgeboren kinderen beter worden verdeeld tussen de moeder en haar partner.

Aandachtspunten
Er zijn drie zaken van belang bij het geboorteverlof:

  • Werkgevers mogen het geboorteverlof niet weigeren, maar hebben bij een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang wel het recht om in overleg met de werknemer de verlofdagen anders in te roosteren.
  • Werknemers moeten het geboorteverlof minimaal vier weken van tevoren aanvragen bij de werkgever, tenzij dit door een vroeggeboorte niet mogelijk is.
  • Werkgevers moeten werknemers waarschuwen voor de financiële gevolgen van het aanvullend geboorteverlof.

Informatieplicht
Werkgevers moeten werknemers erop wijzen dat het inkomen tijdens het aanvullend geboorteverlof lager uit kan pakken dan verwacht. De werknemer ontvangt een uitkering van het UWV. De uitkeringsinstantie kijkt naar het dagloon van een werknemer, dat gebaseerd is op het loon van een jaar eerder. Als werknemers in het afgelopen jaar bijvoorbeeld een loonsverhoging hebben gekregen, dan wordt deze niet (volledig) meegerekend. Daarnaast is het minimumloon niet van toepassing.

Wat is het aanvullend geboorteverlof?
Het aanvullend geboorteverlof is voor partners van vrouwen die pas bevallen zijn. Het duurt minimaal 1 week en maximaal 5 weken. De partner krijgt dan een uitkering van 70% van zijn dagloon. Er geldt een maximum dagloon. Het verlof moet worden opgenomen binnen 6 maanden na de geboorte van het kind.

De voorwaarden
De werknemer kan alleen aanvullend geboorteverlof opnemen, als:

  • Hij in dienst is bij een werkgever.
  • Hij eerst het standaard geboorteverlof heeft opgenomen van één keer zijn werkweek.
  • Het kind is geboren op of na 1 juli 2020.
  • Hij het verlof opneemt binnen 6 maanden na de geboorte van het kind.
  • Hij het kind erkent.
  • Hij de partner is van de moeder van het kind als één van de volgende situaties voor hem geldt:
    • Hij is getrouwd met de moeder van het kind.
    • Hij is geregistreerde partner van de moeder van het kind.
    • Hij woont ongehuwd samen met de moeder van het kind en hij deelt alleen met haar de kosten voor de woning en voor het huishouden.

Werkt de werknemer parttime of heeft de werknemer gedeeltelijk een WW-uitkering, WIA-uitkering, Wajong-uitkering of Ziektewet-uitkering? Dan kan hij aanvullend geboorteverlof krijgen voor het deel dat hij in loondienst is. Hij moet er wel rekening mee houden dat de plichten die bij zijn uitkering horen, blijven gelden tijdens het aanvullend geboorteverlof.

De (partner van de) werknemer krijgt een tweeling of een meerling
Als de werknemer een tweeling of een meerling krijgt, is de uitkering van het aanvullend geboorteverlof even hoog als de uitkering bij de geboorte van één kind: 70% van zijn dagloon. Ook de duur van het verlof is gelijk: minimaal één week en maximaal vijf weken.

Het kind is na de bevalling opgenomen of overleden
Is het kind na de bevalling opgenomen in het ziekenhuis? Dan kan de werknemer gewoon aanvullend geboorteverlof krijgen. Dit kan ook als zijn kind is overleden tijdens of na de bevalling.

Het dienstverband eindigt tijdens het aanvullend geboorteverlof
Heeft de werknemer een nieuwe werkgever? Dan kan hij het verlof dat hij nog niet heeft opgenomen, alsnog opnemen bij zijn nieuwe werkgever. Zijn uitkering blijft dan gelijk. Hij overlegt dit zelf met zijn nieuwe werkgever.

Hoe berekent UWV het dagloon?
Het aanvullend geboorteverlof is 70% van het dagloon. UWV bepaalt dit dagloon op de volgende manier:

  • UWV neemt de datum van één maand voor het verlof. Als de werknemer per vier weken betaald krijgt, dan nemen ze de datum van vier weken voor het verlof.
  • Vanaf die datum kijken ze één jaar terug. Ze bekijken wat zijn sv-loon in dat jaar was.
  • Het sv-loon deelt UWV door 261 dagen. Dit is het gemiddelde aantal werkdagen per jaar. Is de werknemer korter dan een jaar in dienst? Dan deelt UWV het sv-loon door het aantal dagen dat hij betaald kreeg. De uitkomst hiervan is zijn dagloon.

De uitkering van het aanvullend verlof is 70% van het dagloon. Er geldt een maximumdagloon van € 219,28. De uitkering die de werknemer krijgt is daarom nooit hoger dan dit bedrag. Vanuit de werkgever gezien neemt de werknemer dus onbetaald verlof. De periode van aanvullend geboorteverlof betaalt het UWV de uitkering rechtstreeks aan de werknemer.

Hoe moet de werknemer Aanvullend verlof aanvragen?
Wordt het kind op of na 1 juli 2020 geboren? Dan kan de werknemer aanvullend geboorteverlof aanvragen. Hij mag dit direct aanvragen, maar hij kan ook wachten tot na de geboorte. Aanvragen moet wel minimaal vier weken voordat hij wil dat het verlof ingaat. Hij vraagt het verlof aan bij de werkgever.

De werkgever vraagt de uitkering voor het aanvullend geboorteverlof voor zijn werknemer aan via de Verzuimmelder in het werkgeversportaal of via DigiPoort. De werkgever kan ook het formulier Aanvragen WAZO-uitkering gebruiken. Dit kan als het kind is geboren. Het aanvullend verlof mag ook achteraf aangevraagd worden. Dit kan tot één jaar na de ingangsdatum van het verlof. Vallen er verlofweken buiten deze periode? Dan krijgt de werknemer voor deze weken geen uitkering.

Je hebt de volgende gegevens van je werknemer nodig:

  • de geboortedatum van het kind.
  • het aantal weken dat de werknemer het verlof wil opnemen (één tot maximaal vijf weken);
  • de ingangsdatum van het aanvullend verlof;
  • de bevestiging dat de werknemer het standaard geboorteverlof van één keer zijn werkweek heeft opgenomen;
  • of UWV de uitkering rechtstreeks aan de werknemer betaalt (dit heeft de voorkeur) of aan jou als werkgever. 

Als UWV de aanvraag heeft ontvangen, krijgt je binnen vier weken een beslissing van UWV. Let op: de uitkering wordt aan de werknemer betaald.

Bij dit artikel vind je een overzicht (beslisboom) van alle verlofregelingen die er nu zijn en waarvoor een wetsvoorstel is ingediend voor ouders in loondienst. Ook vind je een samenvatting van de verlofregelingen op één A4 in de bijlagen bij dit artikel.

Naast de hierin genoemde regelingen kunnen ouders een beroep doen op zorgverlof en de wet flexibel werken. Deze regelingen zijn niet beperkt tot de doelgroep ouders, maar kunnen hiervoor wel gebruikt worden. Bij zorgverlof neemt de werknemer maximaal twee maal de wekelijkse arbeidsduur verlof per jaar voor de verzorging van een naaste die levensbedreigend ziek is. De werkgever betaalt 70% van het loon.

De werknemer kan ook langdurig zorgverlof opnemen, dit is maximaal zes weken onbetaald. De wet flexibel werken geeft de werknemer de mogelijkheid om aan de werkgever te vragen de arbeidsduur, werktijd of arbeidsplaats te wijzigen. Tenslotte zijn er rechtsbeschermingsmaatregelen in de wet opgenomen. Een werknemer die gebruik maakt van de verlofregelingen mag niet arbeidsrechtelijk worden benadeeld.