Overslaan en naar de inhoud gaan Overslaan en naar de footer gaan Overslaan en naar de zoekbalk gaan Overslaan en naar de navigatie gaan

Lagere emissie en deugende berekening

De berekeningen en modellen die het RIVM hanteert rond de stikstofemissie deugen concludeert een speciale commissie die dit heeft beoordeeld. Dat wil niet zeggen dat er niets mis gaat. Het RIVM heeft deze week aangegeven dat de bijdrage uit de landbouw voor depositie op stikstofgevoelige natuurgebieden niet 45 maar 41 procent is.
6 maart 2020 3 min leestijd
zodebemester

Zeker na de presentatie van het Mesdagfonds over de stikstofemissie uit de landbouw ontstond veel discussie over de cijfers en gehanteerde modellen. Door andere uitgangspunten te hanteren vond het Mesdagfonds een lagere belasting als het RIVM. Inmiddels hebben beide partijen aangegeven dat hun cijfers niet correct waren. Na overleg tussen het Mesdagfonds en het RIVM bleek dat er fouten waren ontstaan in de berekening doordat het model de ingevoerde waarden niet aankon. Het Mesdagfonds is daarom opnieuw aan het rekenen.

Bij het narekenen van de cijfers kwam ook het RIVM tot een fout. In veel rapporten wordt gemeld dat 46 procent van de stikstofdepositie op gevoelige natuur afkomstig is van de landbouw. De 46 procent is wel een juist getal, maar geldt voor de totale emissie in Nederland. Dan is 46 procent afkomstig van de landbouw. Een groot deel daarvan slaat echter neer in landbouwgebieden en vormt daar geen probleem.

In natuurgebieden ligt dat wat anders blijkt uit een bericht van het RIVM. Als daar gekeken wordt naar de stikstofgevoelige natuur, dan blijkt dat volgens de berekening 41 procent van de depositie afkomstig is van de landbouw. Eerder was hiervoor een percentage van 45 procent genoemd. 

Twijfels
Het brede politieke en maatschappelijke debat rond de stikstofcijfers was voor minister Schouten van LNV aanleiding om een speciaal adviescollege naar de cijfers te laten kijken. In hun deze week verschenen rapport concluderen ze dat de ingezette data, methoden en modellen van voldoende kwaliteit zijn. Wel vindt de commissie dat er verbeteringen nodig zijn om de wetenschappelijke kwaliteit te verbeteren en onzekerheden te verkleinen. Daarvoor is het volgens deze commissie nodig om meer en frequenter te meten wat de exacte stikstofdepositie is in de verschillende gebieden.  Verder concludeert de commissie dat in de Natura 2000 gebieden de buitenlandse bijdrage mogelijk wordt onderschat. Dat zou ook kunnen blijken uit het uitvoeren van meer echte metingen en het gebruik van andere modellen met onder andere satellietwaarnemingen.

Voortgang
Voorlopig zal de discussie over de emissie en depositiecijfers dus nog voortduren en is het wachten op de nieuwe cijfers van het Mesdagfonds. Ook in de Tweede Kamer volgt nog een hoorzitting over de cijfers. De hele discussie leidt ondertussen wel af van de belangrijkste conclusie van het Mesdagfonds dat het bij bescherming van Natura 2000 gebieden niet gaat om de landelijke cijfers, maar dat je moet kijken waar de neerslag in een gebied vandaan komt. Zoals zij in hun presentatie aangaven, het is beter om rond een gebied te kijken naar de belangrijkste vervuilingsbronnen en daar maatregelen voor te nemen. Dat heeft volgens hen veel meer effect dan nu overal honderd kilometer per uur rijden of op willekeurige plaatsen veehouderijbedrijven uitkopen. Het zou goed zijn als dat in de discussie en media meer aandacht krijgt.

 

Tags
Nieuws
Grondig