Wat was er gebeurd? Een ROC schreef een aanbestedingsprocedure uit voor schoonmaakdiensten op basis van het EMVI-criterium. Een van de inschrijvers bleek laag te hebben gescoord op het criterium kwaliteit en had daardoor geen winnende inschrijving. De beoordelingscommissie had geoordeeld dat het voornemen van de inschrijver om praktijkschoolleerlingen in te zetten niet mogelijk was. Een opmerkelijk oordeel, volgens de inschrijver, want die had nooit iets gezegd of geschreven over praktijkschoolleerlingen.
De inschrijver verzocht dan ook om een nadere toelichting. Het ROC gaf vervolgens toe dat er een fout was gemaakt en dat de inzet van praktijkschoolleerlingen een idee was geweest van een andere inschrijver. De fout zou echter geen rol gespeeld hebben bij de beoordeling, alleen was het per ongeluk in de motivering terecht gekomen. De toegekende score van de inschrijver was dus juist.
De inschrijver vertrouwde dit antwoord niet en eiste in een kort geding intrekking van de gunningsbeslissing én inzage van de beoordelingsformulieren van de beoordelingscommissie. De rechter ging hier gedeeltelijk in mee. Volgens de rechter had het ROC zoveel verwarring veroorzaakt dat de inschrijver recht en belang zou hebben bij inzage in de beoordelingsformulieren.
Na de inzage bleek dat de foute aanname geen rol had gespeeld bij de gunningsbeslissing. De gunning kon daardoor in stand blijven. De inschrijver stond dus alsnog met lege handen. Toch was het voor aanbestedingsland een mooie ontwikkeling: bij voldoende twijfel over de beoordeling kan inzage in de beoordelingsformulieren worden afgedwongen.
