In de eerste helft van het cao-jaar 2023 staan de onderhandelingen volgens AWVN, de Algemene Werkgeversvereniging Nederland, meer op scherp dan normaal. De krappe arbeidsmarkt, de hoge inflatie en de maatschappelijke onrust zorgen voor druk op het cao-proces. Aan de ene kant zijn er dit jaar meer acties en stakingen, waardoor het lijkt dat cao-partijen er samen niet (meer) uitkomen. Anderzijds zijn er in de eerste helft van 2023 237 cao’s afgesloten. Dit zijn zowel ondernemings-cao’s (bijvoorbeeld Coca-Cola, Carglass en Aviko) als bedrijfstak-cao’s (bijvoorbeeld Open Teelten, Afbouw en Waterbouwers).
De krappe arbeidsmarkt, de hoge inflatie en de maatschappelijke onrust zorgen voor druk op het cao-proces
Wat daarnaast opvallend is, is dat er in het eerste half jaar cao’s zijn ‘opengebroken’ en aanvullende loonafspraken zijn gemaakt. Dit zijn dan met name cao’s die in de periode voor de grote prijsstijgingen tot stand zijn gekomen. Ook binnen onze eigen cao Groen, Grond en Infrastructuur hebben we als werkgeversorganisatie met de werknemersorganisaties gesproken over de hoge inflatie, de stijgende kosten, de grote verschillen in de sector en de krapte op de arbeidsmarkt. De afspraken voor de huidige cao zijn immers tot stand gekomen in het najaar van 2021, toen de wereld er nog net iets anders uitzag. De conclusie van dit gesprek was dat de verschillen bij zowel werkgevers als medewerkers te groot zijn om dit via een collectieve afspraak op te lossen. Wij hebben daarop de werkgevers geadviseerd om met elkaar - werkgever en werknemer(s) - in gesprek te gaan en te kijken wat er individueel mogelijk is.

Loon
Aan de cao-tafels lijkt het vooral te gaan over loon. De tegenstellingen in belangen lijken groot. Vakbonden zetten met een looneis van 14,3 procent fors in op het laten meestijgen van de lonen met de inflatie. Hoewel de inflatie inmiddels lager ligt, is deze looneis nog niet aangepast. Dit gebeurt meestal rond Prinsjesdag. De FNV maakt bijvoorbeeld de dag voor Prinsjesdag de looneis bekend voor het nieuwe cao-seizoen. Daarbij heeft de FNV nu al aangegeven dat ze zal kijken naar de meest recente cijfers over de inflatie en de arbeidsproductiviteit, maar deze keer ook het koopkrachtverlies over het afgelopen jaar zal meenemen.
Werkgevers hebben daarentegen nog steeds te maken met onzekere vooruitzichten en willen daar naar handelen. De (grondstof)prijzen dalen langzaam, maar blijven hoog. Consumenten zijn voorzichtiger geworden met uitgaven. De economie lijkt te krimpen en de aantallen faillissementen stijgen.
De 237 cao-akkoorden die in het eerste halfjaar tot stand zijn gekomen in het cao-jaar 2023 bevatten een gemiddelde loonafspraak van 6,9 procent op twaalfmaandbasis. Voor bedrijfstak-cao’s ligt dit gemiddelde iets lager, zo rond de 6,5 procent. Dat het vooral over loon gaat, baart de experts wel zorgen. Er liggen grote uitdagingen op de arbeidsmarkt, zoals de arbeidsmarktkrapte en de innovatie, die hierdoor over het hoofd dreigen te worden gezien.
In vergelijking met voorgaande jaren blijft het niveau van de loonafspraken historisch hoog
Nieuwe trend: groen werkgeverschap
Ook wordt er een nieuwe trend geconstateerd aan de cao-tafels, het zogenaamde groene werkgeverschap. Waar het in het verleden vooral ging over mobiliteit, denk hierbij aan fietsplannen of het aanpassen van reiskostenvergoedingen, zijn er nu in een aantal cao’s afspraken gemaakt over het helpen van medewerkers bij het verduurzamen van hun woning. Dit gebeurt met name bij de ondernemings-cao’s. Bedrijven stellen daarbij bijvoorbeeld een budget beschikbaar dat medewerkers kunnen inzetten voor bijvoorbeeld het isoleren van hun huis of het laten leggen van zonnepanelen.
Vooruitblik
De oplopende trend in de hoogte van loonafspraken is in juni niet verder doorgetrokken. In zowel mei als juni kwamen de loonafspraken uit op hetzelfde gemiddelde, namelijk 8,2 procent. De gemiddelde loonafspraak voor 2023 komt daardoor op 7,5 procent te staan. Of hiermee de trend is doorbroken, is nog afwachten. In vergelijking met voorgaande jaren blijft het niveau van de loonafspraken historisch hoog. De tegenstellingen die in het eerste half jaar van invloed waren op het cao-proces zullen ook in het tweede half jaar een rol spelen, ook al is de inflatie een stuk lager.
De onzekerheid wordt nog extra gevoed door de onduidelijkheid in het Haagse na de val van het kabinet.
De huidige cao Groen Grond en Infrastructuur loopt tot en met 31 december 2023. Dit betekent dat we in het najaar nieuwe onderhandelingen starten over een nieuwe cao. Daarvoor zijn inmiddels een aantal data vastgesteld. Zowel Cumela als de vakbonden zijn zich aan het voorbereiden op deze onderhandelingen. Als werkgeversdelegatie moeten we daarbij ook een middenweg vinden. Onze sector biedt afwisselend werk met veel verantwoordelijkheid, maar kent ook grote verschillen in typen bedrijven en specialisaties. We hebben dus niet alleen aan de onderhandelingstafel te maken met tegenstellingen. In onze eigen achterban hebben we te maken met aan de ene kant bedrijven die te maken hebben met arbeidsmarktkrapte, maar zagen we aan de andere kant afgelopen winter opeens een aantal bedrijven die stopten met agrarische loonwerk omdat ze het niet meer zagen zitten. Ook is er sprake van een afname van de hoeveelheid werk in grondverzet en cultuurtechniek door de stikstofcrisis. Veel bedrijven kunnen hun personeel nog behouden door nu te kiezen voor verbreding van werkzaamheden, maar de vraag is hoe lang dat nog mogelijk is. Dat zorgt voor onzekerheid bij deze werkgevers. Hebben zij straks nog werk voor iedereen?
De onzekerheid wordt nog extra gevoed door de onduidelijkheid in het Haagse na de val van het kabinet. Wanneer komt er echt duidelijkheid over bijvoorbeeld de landbouw en de woning- en wegenbouw? Het zijn deze ‘Haagse dossiers’ die zorgen voor onrust en onzekerheid en het voor werkgevers moeilijk maken om vol vertrouwen naar de toekomst te kijken.
Onze inzet is om vooral te blijven kijken naar wat werkgevers en werknemers bindt en te zorgen dat we voor iedereen een aantrekkelijke sector blijven om in te (komen) werken.