fliegl buffel

Fliegl Büffel nieuw concept in gras

Datum: 18 september 2020
Laatst bijgewerkt: 18 september 2020
Met de Büffel zette Fliegl in 2017 een nieuw concept neer voor het laden van gras. Sinds die tijd bleef het stil, maar onlangs demonstreerde Fliegl de Büffel in Giethoorn, in samenwerking met dealer Evenhuis.
overlaadwagen

De Fliegl Büffel heeft een invoerunit die vergelijkbaar is met die van een opraapwagen en deze brengt het gras in een 10 m3 grote tussenopslag. Van hieruit wordt het met een bodemketting en twee doseerwalsen op een losband gebracht, die het in een naastrijdende wagen laadt. Het idee van Fliegl is dat deze manier van werken aantrekkelijker is dan een opraapwagen, omdat het dure laadaggregaat van een opraapwagen werkloos is tijdens transport. Bij de Büffel kan de invoer doorwerken en wordt het transport gedaan met goedkopere wagens. Ten opzichte van een hakselaar is de Büffel veel goedkoper in aanschaf en kost hij veel minder brandstof en onderhoud in het gebruik. Bovendien zijn verstoppingen door suikerrijk gras bij de Büffel niet aan de orde.

invoerunit

Zelf ontwikkelde invoerunit
Fliegl ontwikkelde zelf de hele invoerunit. De pick up is twee meter breed en heeft zeven tandrijen en een diameter van 50 cm. Opvallend zijn de kunststof geleideplaten en zeker ook de drie niet aangedreven gewasrollen. De pick up wordt hydraulisch aangedreven door een load sensing pomp op de machine. Die drijft verder ook de losband aan en verzorgt daarmee de aandrijvingen die de meeste hydrauliek vragen.

Bewegingen die minder olie vragen, zoals het heffen van de pick up, het aandrijven van de doseerwalsen, het opvouwen voor transport en het uitschuiven van het linker achterwiel, gebeuren op de trekkerhydrauliek.

De 150 cm brede snijrotor wordt door de aftakas aangedreven. De rotor heeft een diameter van 80 cm en bevat 49 omkeerbare messen. Die zorgen voor een theoretische snijlengte van 3 cm, maar dat bleek puur theoretisch. De messenbalk klapt hydraulisch uit, waardoor de messen vrij gemakkelijk te wisselen zijn. Ze zijn mechanisch beveiligd.

De doseerwalsen staan niet helemaal recht boven elkaar. De onderste staat iets verder naar achter. Ook de achterwand staat niet helemaal verticaal, waardoor er een trechter ontstaat en het gras mooi midden op de losband valt. Die losband is 100 cm breed. Hij zit aan de linkerkant, maar Fliegl werkt aan een uitvoering met de band aan de rechterkant. Voor een betere stabiliteit schuift het linker achterwiel een stuk uit.

De demoversie van de Büffel was voorzien van 710/50R26.5 banden, maar 750/45R26.5 is ook mogelijk. De 10 m3 tussenbunker is groot genoeg om tijdens het wisselen van de wagens of tijdens het werken op de kopakker door te kunnen laden, zonder dat er een wagen onder de band rijdt.

Voor transport worden doseerwalsen en achterwand verticaal gezet, zodat er ruimte komt voor de losband. Die vouwt in drie delen in de vrij gekomen ruimte. Vervolgens hydraulisch het linker wiel weer inschuiven en de wagen is klaar voor transport.

bedieningskast

Voor de bediening heeft Fliegl een handzame knoppenkast. Die knoppen hebben wel allemaal dezelfde vorm, waardoor vergissingen niet zijn uitgesloten. Het verbaast een beetje dat een bedrijf als Fliegl, dat heel veel aan elektronica doet en ook op het gebied van isobus een aantal ontwikkelingen heeft, voor deze wagen niet voor een Isobus bediening heeft gekozen. Maar wat niet is kan nog wel komen.

Beperkte marktpotentie
Is er in Nederland markt voor de Büffel? Ongetwijfeld. Is dit een grote markt? Zeer waarschijnlijk niet. In Nederland is de opraapwagen breed geaccepteerd. De Büffel is met acht ton wel lichter dan veel opraapwagens en met een lengte van ongeveer zes meter ook beter wendbaar. Het gevraagde vermogen ligt volgens Fliegl tussen 150 en 200 pk. Als er vermogen genoeg is, zijn snelheden tot 20 km/u haalbaar, afhankelijk van de zwaddikte. Maar veel loonwerkers zullen toch eerder voor een treintje met twee opraapwagens en een vastrijtrekker of –shovel kiezen dan voor een treintje met een Büffel, twee kiep- of silagewagens plus vastrijder.

Het wordt iets anders als de afvoerwagens toch al op het bedrijf zijn, voor bijvoorbeeld maistransport over lange afstand. Als er dan nog geen opraapwagens zijn, kan de investering in een Büffel interessant zijn. Ook als de hakselaar in de eerste snede capaciteit tekort komt of, zoals ook dit seizoen weer het geval was, er in het najaar tijdens de maisoogst er ook gras gekuild moet worden, kan de Büffel uitkomst bieden.

De aanschafprijs van een Büffel komt op ongeveer 140.000 euro. Hij is daarmee duurder dan een opraapwagen, maar, zeker in gebruikskosten, goedkoper dan een tweede hakselaar. Ook ten opzichte van een gebruikte hakselaar, die nu eenmaal meer onderhoud vraagt dan een nieuwe en in veel gevallen ook een lagere brandstofefficiëntie heeft.  

Komt Fliegl nu ook met een opraapwagen op de markt, nu het al een laadaggregaat heeft ontwikkeld? Het lijkt maar een kleine stap, alleen nog een grote laadbak aan het aggregaat knopen in plaats van de tussenbunker en losband. Het is niet de intentie van de Duitse fabrikant. Het is specialist op het gebied van transport, met zijn bekende multi-inzetbare afschuifwagens en (silage-) kiepers. Het ziet in de Büffel vooral een machine, die de Fliegl wagens bij de klanten breder inzetbaar maakt.  

Tekst en foto’s: Arend Jan Blomsma

fliegl buffel in transportstand