

Pöttinger mikt met de nieuwkomers in de Novacat V-serie-vlindermaaiers op bedrijven die prima toe kunnen of willen met vaste triplemaaiercombinaties zonder al te veel elektronica. De nieuwkomers, met vaste werkbreedtes van 8,40 en 9,20 meter, hebben een compact frame, zodat ze kort op de trekker zitten. Samen met een relatief laag eigen gewicht moeten zware viercilindertrekkers deze maaiers aankunnen. De maaibalken zijn de bekende vier centimeter dikke en 28 centimeter diepe exemplaren van Pöttinger die zijn uitgerust met kneuzers. Net als de bekende Novacat-maaiers hebben ze een middenophanging met een pendelbereik van plus twintig en min zestien graden in combinatie met hydraulische bodemdrukontlasting. De maaiers klappen naar boven op voor transport.
Voor de bediening zijn ze standaard uitgerust met de Basicline-voorkeuzeschakeling. Als optie is Isobus leverbaar. Bij beide maaiers kunnen de maaielementen afzonderlijk worden uitgeheven. Bij Selectline-bediening worden bij gerende percelen de afzonderlijke maaiers automatisch op maat uitgeheven. Voor trekkers met kopakkermanagement is ook het apart uitheffen via twee aparte hydrauliekaansluitingen mogelijk.