Overslaan en naar de inhoud gaan Overslaan en naar de footer gaan Overslaan en naar de zoekbalk gaan Overslaan en naar de navigatie gaan

Deze manier past het best bij ons

Ze hebben geen vooropgezet plan: de bedrijfsovername loopt zoals het loopt. “Elk jaar wordt mijn aandeel in de vennootschap onder firma iets groter”, zegt Ruben Kustermans van Loonbedrijf Kustermans uit Zundert. “We hebben geen strakke einddatum. We willen flexibel blijven.”
12 oktober 2023 5 min leestijd
ondernemen met Cumela (6).jpg

Als klein manneke ging hij al mee. “Nog voor hij kon lopen”, vertelt zijn vader Huub. “Als ik met het veldwerk begon, zette ik hem in zijn stoeltje in de trekker. Vaak viel hij dan in slaap en werd hij pas wakker als we klaar waren. En kwaad dat hij dan was dat hij alles had gemist!”, lacht hij. “Hij is geboren met het idee dat hij loonwerker zou worden en niemand kon dat uit zijn hoofd praten”, vertelt zijn moeder José. “Als zijn vrienden ’s zomers op vakantie gingen, bleef hij thuis omdat hij bang was wat te missen”, zegt ze. Ruben (28) zelf haalt zijn schouders op. “Ik doe het gewoon graag”, zegt hij.

Ruben is geboren met het idee dat hij loonwerker zou worden 

Samen met zijn vader en moeder zit hij in een vennootschap onder firma. Het loonbedrijf telt vijf vaste werknemers en heeft daarnaast nog enkele zzp’ers. Het loonwerk is vooral gericht op de boomkwekerij, een sector die de melkveehouderij in het gebied heeft overgenomen. Daarnaast doet het bedrijf nog wat agrarisch loonwerk en werk voor terreinbeherende organisaties, zoals Staatsbosbeheer en Brabants Landschap. Ruben zelf is na de havo het mbo gaan doen, omdat hij niet de boeken in wilde. Het loonwerkersvak kende hij al, dus koos hij voor de monteursopleiding en liep hier en daar stage, maar kwam hij na zijn opleiding weer thuis werken. Zo rolde hij het bedrijf in. 

Erin groeien

Zijn twee zussen hadden die ambitie niet. “Zij hebben alle twee een goede baan elders en zagen ook hoeveel je ervoor moest doen, want we maken lange dagen en werken hard”, vertelt José. “Natuurlijk helpen ze zo nodig mee en hebben ze er ook echt affiniteit mee, maar zelf met het bedrijf verder wilden ze niet.”

Huub is daar eigenlijk wel blij om. “Ik had ook een broer die verder wilde in het ouderlijk loonbedrijf, maar ik ben altijd blij geweest dat hij in loondienst is gekomen en ik eigenaar werd. Niets is moeilijker dan met z’n tweeën een bedrijf runnen.”

“Eigenlijk was het altijd al duidelijk dat ik het over zou gaan nemen”, gaat Ruben verder. “Toen ik nog op school zat, besliste ik al mee. Ik bemoeide me met de planning, met de aankopen. Dat is sinds ik thuis ben gekomen alleen maar meer geworden. Nu doe ik de planning alleen.”

Hoewel het voor hen duidelijk is hoe de taken zijn verdeeld, moeten sommige klanten er nog wel aan wennen. “De oude generatie belt vooral mij, terwijl de jonge generatie klanten Ruben belt”, zegt Huub. “Al zeg ik nog zo vaak ‘Daarvoor moet je onze Ruben bellen’, dat is voor de meesten nog een stap te ver”, aldus senior. “Daardoor bellen we gedurende de dag continu met elkaar”, zegt Ruben. “Om te voorkomen dat we dubbele afspraken maken.”

Flexibiliteit

Als het gaat om bedrijfsovername hebben ze geen voorop gezet plan. “Elk jaar wordt mijn aandeel in de vennootschap onder firma een stukje groter, maar we hebben geen strakke einddatum”, zegt Ruben. “Ik bedoel: de bank vraagt mij waar ik over vijf jaar sta, maar ik weet nog niet eens wat ik morgen wil gaan doen. Misschien komt er wel iets op ons pad waarvan we zeggen: daar willen we in mee. Dat is echter niet te voorspellen. We zien het wel. Zo kunnen we elk jaar bijsturen.”

“Zo is het ook met de boomkwekerij gegaan”, voegt Huub eraan toe. “Vijf jaar geleden breidde er ineens een klant gigantisch uit. Dat heeft voor heel veel meer werk in de winter gezorgd. Ik bedoel, we huren daar zelfs jongens van andere loonbedrijven voor in om dat werk in de wintermaanden rond te zetten. Dat zoiets op ons pad zou komen, hadden we van tevoren nooit gedacht.”

“Het is niet dat we helemaal geen doel voor ogen hebben”, gaat vader Huub verder. “Ik wil er over vijf jaar wel uit. Dan heb ik de pensioengerechtigde leeftijd. Eigenlijk wil ik over vier jaar al geen inspraak meer hebben. Ik vind het allemaal wel goed zo.”

Toch staat flexibiliteit voorop. ”We willen onze zoon niet dwingen, hè?”, zegt hij. “Kijk, als Ruben het volgend jaar toch niet ziet zitten: stoppen kan ook. We willen niet dat hij zich gedwongen voelt om door te gaan. Hij moet het wel leuk blijven vinden.” 

“We hebben het er een keer met onze bedrijfsadviseur van Cumela over gehad”, voegt José eraan toe. “Hij vertelde wat de grote lijnen waren in zo’n proces, maar benadrukte ook dat we het proces moesten inrichten zoals we zelf wilden. Dat doen we dan ook. Deze manier past het best bij ons.”

Vroeg beginnen

Toch benadrukken beiden dat je vroeg met het proces moet beginnen: erover nadenken, het erover hebben, het financieel goed inrichten. “Kijk, ik was zeventien toen ik de keuze maakte om het bedrijf, dat bijna failliet was gegaan, toch voort te zetten”, vertelt Huub. “De bank en de accountant verklaarden me knettergek. Via een particuliere financieringsmaatschappij heb ik toen een trekker met zestien procent rente kunnen kopen en ging ik aan het werk. Als je jong bent, durf je dat allemaal. Dan ben je fanatiek. Dan ga je ergens voor en staar je je niet blind op de risico’s. Als je ouder bent, word je toch voorzichtiger. Ik ken ondernemers van wie de vader op zijn zeventigste nog het bedrijf runt en de zoon het pas op zijn 45e kan overnemen. Op die leeftijd maak je andere keuzes dan op je twintigste. Dat is zonde. Dan ben je de leeftijd waarop je ooit zoveel durfde al voorbij.”

Ik vind het fijn dat ik mijn eigen strategie kan bedenken en eigen keuzes kan maken

Ruben is op zijn 28e wellicht nog van de durfgeneratie. “Ik vind het fijn dat ik mijn eigen strategie kan bedenken en eigen keuzes kan maken”, zegt hij. “Nu wil ik niet heel veel anders dan de weg die we hebben ingezet. Ik wil niet groter worden, want ik wil zelf ook mee kunnen blijven rijden, net zoals mijn vader”, aldus de jonge ondernemer. “Het scheelt ook dat wij het geluk hebben dat de jonge en oude generatie goed met elkaar kunnen praten en communiceren”, voegt zijn moeder eraan toe. “Als dat spaak loopt, heb je wel een probleem. Dan moet je wellicht een externe adviseur in de arm nemen.”

“Je moet ook niet verder springen dan je kunt”, stelt Ruben. “Deze manier van overname past goed bij ons en ons bedrijf. Daar proberen we het beste van te maken. Ik zal straks aan het roer staan, maar ik vind het wel fijn om te overleggen als ik een grotere investering wil gaan doen. Daar zal ik mijn ouders wel bij blijven betrekken.”

Tags
Grondig