Vorige zomer is er een internetconsultatie geweest over de certificeringsplicht van uitzendbureaus. Deze certificeringsplicht was een van de aanbevelingen van de commissie Roemer, die onderzoek heeft gedaan naar misstanden bij het ter beschikking stellen van personeel, met name bij het ter beschikking stellen van arbeidsmigranten. Tot zover een duidelijk en begrijpelijk verhaal.
Na het onderzoek is het wetvoorstel voor de certificeringsplicht gekomen. De Raad van State heeft inmiddels al veel kritiek op dit voorstel. Toch is een grote meerderheid in de Kamer vóór het stelsel van certificering. Opmerkelijk is dat het hierbij niet alleen gaat om een certificeringsplicht voor uitzendbureaus, maar voor alle bedrijven die personeel uitlenen. Als organisatie verwachten we daarom dat de certificeringsplicht tot grote knelpunten zal leiden in onze sector. Na bestudering van het voorstel blijkt namelijk dat heel veel bedrijven bij ongewijzigd beleid ook onder deze regeling zullen vallen.
Het draait om het begrip ‘het uitlenen van personeel’. Hiermee bedoelt de wet dat het personeel gaat werken onder leiding en toezicht van de inlener. Een grondwerker bij een machinist die de aanwijzingen van zijn collega opvolgt valt er niet onder, een grondwerker, machinist of trekkerchauffeur die je verhuurt aan een collega en die gaat werken onder leiding en toezicht van bijvoorbeeld een uitvoerder van die inlener wel. Een machinist die met een mobiele graafmachine voor een klus wordt ingezet, kan hier dus ook onder vallen. Wellicht is de meest duidelijke uitleg dat er sprake is van uitlenen als de inlener aansprakelijk is voor risico’s tijdens het werk, iets wat vaak het geval is. Blijkbaar heeft niemand bij de opstellers van de wet in de gaten gehad dat dit de dagelijkse praktijk is in onze sectoren. Cumela zal daarom alles op alles zetten om dit wetsvoorstel aan te passen of in elk geval deze bepaling uit de wet te krijgen.
Jan Vrij
Voorzitter sectie grondverzet en cultuurtechniek