We klaagden toen de buurtsuper verdween. Nu vinden we een ritje naar de grote supermarkt heel gewoon. We noemden het een ware mokerslag voor de landbouw toen we afscheid namen van de melkbussen, eh… op de liefhebbers van het carbidschieten na dan. Nu is het ondenkbaar dat melk ongekoeld aan de weg staat en dat we in de retourbus karnemelk ontvangen.
Het gejammer en gemekker over stoppende agrariërs en loonwerkers die afscheid nemen van de agrarische tak past in dat rijtje. Dan is het zaak de redenen eerlijk onder ogen te zien. Zo worden geschikte medewerkers steeds schaarser. Het grote voorraadvat met boerenzonen van weleer is uitgeput. Mensen kunnen ook kiezen. Ja, dan heb je de kans dat ze kiezen voor een baan met minder onregelmatige werktijden en dat een loonwerker in een krimpende markt kiest voor een tak met minder hollen en stilstaan. Dat is een natuurlijk proces.
Tegelijk zie je dat het op andere plekken doorgaat. Zo zagen we bijvoorbeeld een grotere zelfrijder voor de mest verschijnen op een cumelabedrijf kort nadat een collega in de buurt was gestopt met agrarisch loonwerk. Je kunt op de achterkant van een oude sigarendoos wel uitrekenen dat die machine efficiënter zal werken dan de voorgaande twee, niet vol bezette machines. We zien ook nieuwe bedrijven opstaan, met loonwerkers die nieuwe kansen zien. Er zijn ook nog steeds heel veel medewerkers die een band met de landbouw hebben en de sector een warm hart toedragen. Die haken niet snel af.
Ook verdwijnt de grond niet. Natuurlijk krijgt die een andere functie, bijvoorbeeld voor natuur, wegen of woningbouw, maar dat proces liep al toen de boeren nog in de melkbus molken. Ook die ‘verdwenen’ grond levert echter werk op, met het bouwrijp maken ervan, het onderhoud van wegbermen, de aanleg van natuur en daarna het onderhoud van tuintjes of natuur. Allemaal gebieden waar onze bedrijven nu ook met expertise en kennis aanwezig zijn. Tegelijk zien we tal van nieuwe ontwikkelingen in de landbouw: strokenteelt, robotisering, verticale landbouw en natuurinclusief beheer. Ook daarin kunnen cumelabedrijven een belangrijke rol spelen.
In dit nummer staan we even stil bij wat er gaande is in agrarisch loonwerkend Nederland. Ja er stoppen op dit moment bovengemiddeld veel bedrijven met agrarisch loonwerk, maar er komt wat anders voor in de plaats, net zoals de melkrijder heeft plaatsgemaakt voor een groot transportbedrijf of een nieuwe baan heeft gevonden als pakjesbezorger. Voor wie blijft innoveren en meegaat met de tijd zal er zeker plek blijven voor het cumelabedrijf als dienstverlener voor de agrarische sector. Als grote allround dienstverlener of juist als ‘buurtsuper’, een specialist voor het bijzondere werk.
Team Grondig
Gert, Marijke, Toon, Herma en Lisette