ALV2023 2

ALV wil realisme bij overheid

Datum: 5 april 2023
Laatst bijgewerkt: 5 april 2023
Als cumela-ondernemers ergens van wakker liggen dan is dat wel de regelgeving van de overheid. Met als goede tweede het vinden van vakbekwaam personeel. Dat kwam naar voren op de hangijzer sessie tijdens de ALV waar naast het bespreken van de jaarstukken, werd gesproken over onderwerpen waar Cumela de leden beter kan ondersteunen.

Tijdens de vorige week gehouden ledenvergadering gingen de leden samen met het bestuur in gesprek met een aantal beleidsmedewerkers van Cumela. Andre de Swart leidde de eerste sessie in met een toelichting op het jaarthema; ondernemen in veranderende tijden. Dit thema is gekozen om de leden te ondersteunen bij de onzekere situaties die op veel terreinen zijn ontstaan. Hij benadrukte daarbij dat het belangrijk is om in elk geval te zorgen dat je zelf weet waar je staat als bedrijf. Dat je tijdig je jaarcijfers gereed hebt en dat je deze liefst ook vergelijkt met de resultaten van andere bedrijven. “Doe daarom allemaal mee aan de bedrijfsvergelijking Cumela Kompas,” benadrukte hij.

Opvallend was dat de leden dit feitelijk ook onderschreven, want gevraagd naar wat ze nodig hebben van Cumela om hen te ondersteunen, noemde een groot aantal het hebben van inzicht in de kostenontwikkeling en indexen en kengetallen. Die dan ook besproken moeten worden met andere ondernemers in bijvoorbeeld studieclubs. Andere belangrijke punten voor ondersteuning zijn volgens hen juridische advisering bij regelgeving en goede voorlichting en advies bij het maken van keuzes. Andere belangrijke punten voor Cumela om op te pakken zijn, het zorgen voor een beter opleidingsprofiel bij schoolverlaters en het overleggen met de overheid over het op peil houden van het werkvolume. Zaken waar zowel de beleidsmedewerkers als de adviseurs van Cumela advies mee aan de slag kunnen.

Stikstof

De genoemde wensen waren ook terug te zien in de punten die ondernemers noemden toen ze gevraagd werden waar ze van wakker liggen. Naast de al genoemde regelgeving en het probleem bij het vinden van vakbekwaam personeel noemden ze een aantal bekende problemen zoals stikstof, klimaat en energietransitie en de sterk stijgende kosten en moeilijke financierbaarheid van de sector.

Met deze punten sloten ze bijna naadloos aan bij de tweede zogenaamde (hete) hangijzer kwestie, het convenant Schoon en Emissieloos Bouwen waar de overheid aan werkt. Nico Willemsen legde uit welke eisen er nu op tafel liggen en hoe Cumela er aan werkt om tot haalbare zogenaamde ingroeipaden te komen. Dat wil zeggen, het bepalen van momenten dat machines allemaal schoon en emissieloos moeten zijn.  De overheid heeft daarvoor nu in gedachten dat in 2028 bij overheidsopdrachten alle machines beneden 19 kW elektrisch moeten zijn.  Dit betreft dan vooral het handgereedschap en minimaterieel. In 2030 zou dan al het materieel tot 56 kW elektrisch moeten zijn. Al het overige materieel zou dat dan in 2035 moeten zijn.

Naast deze algemene regelgeving die zelfs in de omgevingswet opgenomen moet worden, is er ook nog een plan om overheden en semi-overheden de ruimte te geven te gaan werken met een zogenaamd ambitieniveau. In dat geval zou bij de uitvraag voor werk er al gevraagd worden om in 2028 al het materieel tot 56 kW elektrisch te hebben. Al het overige zou dat dan in 2030 moeten zijn.

Vooral over dit ingroeipad met een hoog ambitieniveau bestaan grote zorgen bleek tijdens de discussie.  Een aantal zaken sprongen er duidelijk uit. Zo zijn er grote twijfels over de beschikbaarheid van de machines, de stroomvoorziening en het rendement van de investering. Dit wordt met name veroorzaakt door de hoge kosten voor aankoop van dit materieel. Gemiddeld noemden de aanwezigen prijzen van twee tot tweeënhalf keer de huidige machineprijzen. Dit zou betekenen dat er de komende jaren minimaal het dubbele in machines moet worden geïnvesteerd om in 2035 helemaal emissieloos te zijn. Gezien de grote investeringen in machines die de sector moet doen, was dit duidelijk een van de grootste pijnpunten bij deze plannen was in de zaal te horen. Dat sluit aan bij een schatting die Cumela al had gemaakt, dat het doorzetten van deze plannen zou betekenen dat de sector, zeker 3,5 tot 4 miljard extra moet investeren in machines. Los van de investeringen in bijvoorbeeld laadfaciliteiten en opwekken van eigen energie.

Afremmen

De aanwezige leden gaven Cumela dan ook de opdracht om alles op alles te zetten om de overheid af te remmen bij het invoeren van deze eisen. Daarnaast vonden de leden dat Cumela de opdrachtgevers moet voorlichten over de onhaalbaarheid van deze ingroeipaden en dat ook andere technische mogelijkheden om met schone motoren te werken een kans moeten krijgen.  Verder moet Cumela er alles aan doen om het tempo van de uitvraag naar het werken met zero emissie materieel moet afstemmen op de beschikbaarheid daarvan.

Duidelijke punten waarmee Willemsen terug kan naar de overleggen met overheden en andere marktpartijen. Toch gaf hij de aanwezigen wel de raad om indien mogelijk wel met dit onderwerp aan de slag te gaan. “Wil je investeren of krijg je een vraag voor de inzet van elektrische machines, ga dan in gesprek met de opdrachtgever. Laat zien wat je extra kosten zijn en overtuig hem dat je voor een dergelijke investering ook langjarige contracten nodig zijn. Krijg je dat voor elkaar, dan kun je een eerste stap zetten om kennis op te doen. Want uiteindelijk is het toch als met andere investeringen in nieuwe ontwikkelingen of machines. Als het loont en het werkt dan moet je het gewoon doen. Want dan ben je de koploper waar ze graag mee verder gaan.”