Machinist graafmachine

Actie CROW 500-proof ‘C5P’

Datum: 21 september 2021
Laatst bijgewerkt: 12 oktober 2021
Op 1 januari 2022 moet de graafketen er klaar voor zijn om alle vermijdbare schades te voorkomen, oftewel CROW 500-proof werken. Een deadline waarmee Agentschap Telecom eind 2020 aangaf dat het er nog vertrouwen in heeft dat de graafketen de problemen zelf kan oplossen, maar dat het geduld begint op te raken. Het Kabel en Leiding Overleg (KLO) heeft daarop deze datum overgenomen.

KLO liet ook een app ontwikkelen, de zogenaamd C5P-app, waarmee de graafketen binnen een project digitaal aan elkaar wordt verbonden, zodat inzichtelijk wordt of iedereen in de graafketen aan de voorschriften uit de CROW 500 heeft voldaan. Willemsen verwacht dat dit vooral aan ‘de voorkant van het graafproces’, het speelveld tussen opdrachtgever en hoofdaannemer, zijn meerwaarde moet krijgen. De app wordt tot eind 2021 getest. Het voorkomen van graafschade is de verantwoordelijkheid van de gehele keten en rust nu nog voornamelijk op de schouders van de grondroerders. Netbeheerders, maar bijvoorbeeld ook gemeenten, zullen hun verantwoordelijkheid moeten nemen in hun rol als initiatiefnemer, opdrachtgever en ontwerper, net als de grondroerders dat doen voor hun graafwerkzaamheden.  

Het is niet duidelijk wat er na 1 januari gaat gebeuren als een trendbreuk uitblijft, waarmee het gissen blijft naar de vervolgstappen van Agentschap Telecom. Een scenario kan zijn dat na overleg met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat zal worden gewerkt aan aanvullende wetgeving. Pas dan wordt het mogelijk om partijen aan te spreken op hun verantwoordelijkheid en eventueel meer en hogere boetes op te gaan leggen. Ook voor cumelabedrijven kan dat dan grote gevolgen hebben, met name als zij het werk uitvoeren voor particulieren en het aanspreekpunt zijn voor het hele werk. 

CROW 500: het ideale graafproces 

De opdrachtgever moet: 

  1. Voldoende geld, tijd en middelen reserveren om de voorgenomen graafactiviteit zorgvuldig voor te bereiden. 
  2. Er zorg voor dragen dat de graafwerkzaamheden waartoe hij opdracht geeft op zorgvuldige wijze kunnen worden verricht. 
  3. Een risico-inventarisatie opstellen waarbij is geanalyseerd of de voorgenomen graafactiviteiten leiden tot conflicten op basis van de verkregen gebiedsinformatie van het Kadaster. 
  4. Een maatregelenplan opstellen op basis van controle van de feitelijke ligging in relatie tot de vastgestelde conflicten bij de risico-inventarisatie. 

 

De grondroerder moet: 

  1. Controleren dat zorgvuldig grondroeren is opgenomen in de verstrekte opdracht, waarbij het belangrijk is om na te gaan wat er is geregeld rondom onverwachte ontwikkelingen, zowel in de praktische uitvoering als ten aanzien van de vergoeding.  
  2. Weer in gesprek gaan met de opdrachtgever wanneer er zaken ontbreken die zorgvuldig grondroeren mogelijk maken. Begin pas met het werk wanneer dit is geregeld! 
  3. Het maatregelenplan vertalen naar een werkinstructie voor het graafteam. 
  4. Erop toezien dat de maatregelen ook daadwerkelijk worden uitgevoerd.