Naamloos-

Overgangsjaar onontkoombaar

Datum: 5 oktober 2022
Laatst bijgewerkt: 7 oktober 2022
Door: Maurice Steinbusch
Het is onwenselijk en praktisch onmogelijk om per 1 januari alle eisen uit het nieuwe GLB en 7e actieprogramma te realiseren. Dat concludeert een brede groep samenwerkende partijen uit de agrarische sector. Zij vinden daarom dat er 2023 een overgangsjaar moet zijn.

Bij deze samenwerkende partijen bestaat veel onrust over de uitvoering van alle plannen. Gezamenlijk hebben ze afgelopen jaar gewerkt aan de ontwikkeling van een maatwerkaanpak voor het 7e Actieprogramma betreffende de Nitraatrichtlijn (APN).

Het consortium dat bestaat uit Cumela, LTO Nederland, NAJK, NAV, POV, BO Akkerbouw, NZO en Rabobank – en ook Stichting TOG, Vigef en GroentenFruitHuis concludeert dat de regelgeving rond het nieuw GLB en het 7e actieprogramma nog steeds niet gereed is en het voor ondernemers te laat is om al hun plannen nog voor 2023 aan te passen.

Beleid nog niet klaar voor invoering

Het landbouwbeleid dreigt daarmee steeds verder te ontsporen waarschuwen deze partijen. Onderdelen van het 7e APN en het  nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) moeten nog steeds uitgewerkt worden door de overheid. De invulling staat nog niet vast en het tijdspad voor de implementatie (1 januari 2023) is nu te kort. Ook de informatievoorziening noemen zij ver onder de maat. Ondernemers weten niet waar zij rekening mee moeten houden, terwijl de eerste gewassen voor volgend teeltseizoen al zijn gezaaid, de bouwplannen voor 2023 veelal al vast staan, afspraken over ruil, huur en verhuur zijn gemaakt en contracten zijn afgesloten. Het is praktisch onmogelijk om de nu al ingezette bouwplannen en afspraken daar later (gedurende het seizoen) nog op aan te passen. Dit zorgt voor veel onduidelijkheid en onrust in de sector. Het is volgens de samenwerkende partijen daarom onontkoombaar dat er voor een aantal voorschriften van het 7e APN en het GLB een overgangsjaar komt. Dit geeft de overheid de tijd en ruimte om per 2024 passende maatregelen in te voeren. Daarnaast vinden zij dat LNV ook terug naar Brussel moet om met een beter onderhandelingsresultaat voor de derogatie thuis te komen: er is werk aan de winkel in Europa voor de nieuwe minister van LNV Piet Adema.

Onduidelijkheid invulling 7e APN en GLB

Telers tasten bijvoorbeeld nog steeds in het duister naar wat de regels rondom het 7e APN en het GLB precies inhouden. Zo is het nog steeds niet duidelijk welke teelten als winterteelten beschouwd mogen worden. Als gevolg daarvan ontbreekt dus helderheid welke gewassen volgend jaar voor 1 oktober wel en niet van het land hoeven te zijn op alle zand- en lössgronden. Ook de regels rondom bufferstroken zijn volstrekt onduidelijk: waar moet welke breedte gehanteerd worden, en wat mag daar nog wel of niet op? Het is zelfs nog niet duidelijk aan welke voorwaarden voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor de basispremie van het GLB, laat staan om mee te doen aan de ecoregelingen. Het Nationaal Strategisch Plan (NSP) voor het GLB is afgelopen week pas ingediend bij de Europese Commissie. Onlangs is er nog een derogatiebeschikking bijgekomen met aanvullende, ingrijpende voorwaarden die ook nog verder moeten worden uitgewerkt, zoals de zogenoemde ‘nutriënten verontreinigde gebieden’. Door alle onduidelijkheid heeft de ontwikkeling van het door het consortium aangedragen alternatief op een aantal middelvoorschriften uit het 7e APN, de Maatwerkaanpak, vertraging opgelopen. De sector wil  voortvarend aan de slag met het verbeteren van de waterkwaliteit, maar dan moet wel duidelijk zijn wat er wettelijk gevraagd wordt komend teeltseizoen.

Overgangsjaar

De samenwerkende partijen vinden het daarom niet meer dan redelijk dat er uitstel komt van de invoering van de bufferstroken of teeltvrije zones (7e APN en GLB), de vanggewassen op zand en löss (7e APN) en de datum voor het verlaten van de start van het bemestingsseizoen (7e APN). Daarnaast zouden de ecoregelingen van het GLB voor 2023 toegankelijker moeten worden gemaakt; bijvoorbeeld door verlaging van de vereiste van het aantal punten per hectare van 5 naar 3. Dit alles kan gecombineerd worden met de al afgekondigde GLB-derogaties voor 2023 op de nieuwe conditionaliteitseisen van vruchtwisseling en 4% bouwland uit productie. Deze week werd wel bekend dat LNV de roep van sector begint te horen: voor enkele onderdelen uit het NSP is inmiddels voorgesteld om 2023 als leerjaar te zien,  gezien de korte voorbereidingstijd voor de nieuwe eisen waar boeren aan moeten voldoen. De samenwerkende partijen doen nu een dringende oproep aan de overheid om een verdere pas op de plaats te maken en samen met de sector te komen tot een tijdige vaststelling van het GLB en 7e APN vanaf 2024 en daarin ook te kijken naar de maatwerkaanpak.