In een reactie op het besluit van het Europees Parlement deze week, stelt directeur Tobias Ehrhard van de VDMA dat het prima is om duurzaamheidsdoelstellingen strikt te willen nastreven, maar dat deze aanpak niet mag leiden tot grote schade in andere sectoren. Hij stelt dat in Brussel volledig wordt voorbij gegaan aan de effecten voor de landbouwmachines en tractoren. “Anders dan in het segment van personenauto’s zijn er bij deze machines nog geen alternatieven voor de verbrandingsmotor en is daar ook nog geen zicht op.”
Dag en nacht werken
Hij wijst daarbij bijvoorbeeld op combines die weliswaar maar enkele weken of maanden per jaar werken, maar dan wel dag en nacht worden ingezet. “Dan heb je brandstoffen nodig met een hoge energie-inhoud en dat zijn fossiele brandstoffen.” Dat hoeft volgens hem geen probleem te zijn, als we daarvoor overschakelen naar biobrandstoffen die dan ook emissieneutraal zijn. “Maar bedrijven zullen alleen in het ontwikkelen en produceren van dergelijke brandstoffen willen investeren als er voldoende volume overblijft. Daarom zou je ook daarvoor de verbrandingsmotor moeten kunnen blijven gebruiken. Anders zal geen enkel bedrijven willen investeren in het opschalen van de produktie van deze biobrandstoffen.”
Kennis verloren
Ehrhard vreest ook dat door het verbod op grootschalig verbod van verbrandingsmotoren veel kennis verloren gaat en dat bedrijven hierin niet meer wil’len investeren. “Daardoor stopt de ontwikkeling en op middellange termijn verdwijnt wellicht de produktie van dergelijk motoren. Dat kan een groot probleem zijn voor de Europese machinebouwers omdat zij nu nog gebruik kunnen maken van de modernste motoren.”
De VDMA pleit daarom voor betrouwbare randvoorwaarden en garanties dat bijvoorbeeld de landbouw gebruik kan blijven maken van verbrandingsmotoren aangedreven door biobrandstoffen. “Dat ligt ook voor de hand, want de sector produceert zelf de grondstoffen die ze actief kan benutten. Ook op die manier zijn we klimaatneutraal.”
