De voorgestelde maatregelen staan in het ontwerp voor het zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn dat de minister deze week openbaar heeft gemaakt. De komende weken kan iedereen hier dan op reageren. De minister noemt het een pakket stevige maatregelen. Volgens haar noodzakelijk om bij de Europese Commissie instemming te krijgen voor een nieuw derogatiebesluit.
Een belangrijk onderdeel van het plan is de verplichting om vanaf 2023 op zand en lössgronden op 60 procent van de percelen na het oogsten van de hoofdteelt en vanggewas of winterteelt te zaaien. Na 2027 zou dit zelfs voor alle percelen op zand- en lössgronden moeten gebeuren. Feitelijk betekent dit dat op akkerbouwpercelen straks nagenoeg alle bieten en aardappelen voor 1 oktober geoogst zouden moeten zijn. Het betekent de verplichting na graan altijd een vanggewas zaaien en ook op een deel van de bieten en aardappelpercelen. Steinbusch, secretaris van de sectie loonwerk van Cumela voorziet dat dit grote problemen op gaat leveren. “Door ook hier te gaan werken met kalenderlandbouw in de vorm van een uiterste oogstdatum, brengt de minister de hele keten in de problemen. Vooral omdat in deze gebieden vooral producten voor de verwerking worden geteeld zoals zetmeelaardappelen en suikerbieten. Als we die voor 1 oktober moeten oogsten komen we straks heel veel capaciteit te kort, want loonwerkers kunnen niet in 1 maand alle bieten rooien. Datzelfde geldt voor de zetmeelaardappelen. Die kun je niet allemaal voor 1 oktober van het land hebben. Daarbij zullen grote problemen ontstaan in de verwerking, zeker bij bieten, want die kun je niet tot begin januari bewaren. Tot 2027 kun je daar nog wat mee spelen, maar daarna zou dat onmogelijk zijn. Maar dan zullen loonwerkers fors moeten investeren in rooicapaciteit. Dat gaat een grote tariefstijging opleveren, want meer machines moeten dan op een zelfde areaal rendabel worden gemaakt.”
Loonwerkers kunnen niet in een maand alle bieten rooien
Bufferzones
Andere maatregelen die Steinbusch zorgen baren, is de vergroting van de teeltvrije bufferzones langs watergangen. Langs kwetsbare watergangen zou deze zelfs naar 5 meter moeten, terwijl deze voor alle andere watergangen naar 2 meter gaat. Opvallend is dat de minister deze maatregel voor heel Nederland voorstelt, terwijl in veel gebieden het water al aan de normen voldoet. Er wordt dus een generieke maatregel voorgesteld, terwijl het probleem van een te grote uitspoeling van nitraat alleen op zand- en lössgronden speelt. Steinbusch vreest dat dit weer extra druk gaat geven op de mestmarkt. “Deze maatregel verkleint de oppervlakte landbouwgrond bij bedrijven waardoor daar dus minder mest uitgereden kan worden. Dat gaat ten koste van de rentabiliteit van de gebruikte machines. Het betekent tevens dat er extra mest moeten worden getransporteerd en afgezet buiten de Nederlandse landbouw.
Verruiming
Een klein lichtpuntje is er ook in het plan. De regels voor het uitrijden van strorijke mest worden verruimd. Deze mest zou gedurende een langere periode mogen worden uitgereden en ook in grotere hoeveelheden per ha.
Steinbusch is vooral teleurgesteld dat de minister blijft vasthouden aan allerlei vormen van plan landbouw. “We zien dat het venster waar binnen werkzaamheden mogen worden uitgevoerd steeds kleiner worden. Het betekent minder tijd om werkzaamheden uit te voeren en een grote druk op bedrijven om op het laatste moment te zaaien of oogsten. Gezien de huidige personeelskrapte zal dat een grote druk leggen op het aanwezige personeelsbestand om veel overuren te maken en dag en nacht te werken.”
Weer houdt zich niet aan afspraken
Andere mogelijke problemen voorziet hij als het weer zich niet aan de afspraken van de minister houdt. “Als het de laatste twee weken van september slecht weer is zullen grote problemen ontstaan. Dan blijft er van duurzaam bodembeheer niets over en zullen machines onder ongewenste omstandigheden het veld in moeten. Waarna het inzaaien van een vang- of wintergewas ook niet tijdig mogelijk zal zijn.”
De komende weken zal Steinbusch samen met de besturen van de sectie mest en loonwerk agrarisch een reactie opstellen vanuit onze brancheorganisatie. Daarnaast kan iedereen ook zelf reageren op deze voorstellen. Wie ons wil voeden met argumenten kan deze ook sturen naar [email protected] of je kunt contact opnemen met een van de bestuursleden.
Alle stukken van de minister zijn te vinden via deze link.