mestuitrijden

Moeizaam Brussels overleg over derogatie

Datum: 29 april 2022
Laatst bijgewerkt: 3 mei 2022
Door: Maurice Steinbusch
Het overleg over het verlenen van derogatie verloopt nog steeds zeer moeizaam heeft minister Staghouwer deze week laten weten in een kamerbrief. Wel zet hij zich in om in elk geval dit jaar wel de derogatie te behouden omdat het proces zo lang duurt.

In de brief trekt Staghouwer de conclusie dat we er rekening mee moeten houden dat voortzetting van de derogatie zoals de voorgaande jaren aan Nederland was toegekend steeds lastiger wordt.

De minister geeft aan in de lopende onderhandelingen in te zetten op de ‘kernvoorwaarden’:

  • Een derogatiebeschikking van 4 jaar zodat dit rechtszekerheid geeft voor boeren
  • De omvang van de derogatie voor 2022 op hetzelfde niveau te houden als de afgelopen jaren. Het uitrijdseizoen is inmiddels namelijk in vergevorderd stadium.
  • Streven naar derogatie zonder dat de Europese Commissie direct kan ingrijpen in de gebiedsgerichte aanpak gedurende de looptijd van de beschikking.

Over het moment wanneer er duidelijkheid komt over wel of geen derogatie is niets nieuws gemeld in de brief. De in eerdere nieuwsberichten vermelde data zijn ongewijzigd. Op 15 juni vindt een volgende belangrijke bespreking plaats met het Brusselse Nitraatcomité. Ruim daarvoor moet duidelijk worden of er een onderhandelingsresultaat te verwachten is. In september wordt dan definitief besloten of Nederland verleend wordt in kader van de Nitraatrichtlijn.

Druk op mestmarkt

In de kamerbrief is ook toegelicht dat de consequenties groot zijn als er géén derogatie wordt verleend. Dit zal grote druk geven op de mestmarkt door het verlies aan plaatsingsruimte en het gebrek aan verwerkings- en exportmogelijkheden (van de ‘stikstofrijke’ fractie). Naast gevolgen voor de mestmarkt heeft het ook gevolgen voor het milieu. Uit een eerder advies van de Commissie Deskundigen Meststoffen blijkt dat bijvoorbeeld de derogatievoorwaarde van 80% positief bijdraagt aan waterkwaliteit, het klimaat en agrobiodiversiteit. Indien de derogatie zou wegvallen is de verwachting dat een deel van et grasland dat nu wordt aangehouden om aan de derogatievoorwaarden te voldoen zal worden omgezet naar bouwland met dus een negatief effect op waterkwaliteit, klimaat en agrobiodiversiteit.

Het advies van Cumela aan leden blijft ongewijzigd om met veehouders na de eerste grassnede goed te bespreken wat de volgende mestgift wordt. Dit mede omdat als gevolg van de momenteel hoge kunstmestprijzen de praktijk graag gebruik wil maken van dierlijke mest. Veehouders moeten er feitelijk rekening mee houden dat er geen derogatie komt. Ze moeten dus zelf de beslissing nemen of ze nu al meer dan 170 kg N uit dierlijke mest op hun land willen uitrijden.