Rijkswaterstaat zegt het belang van mkb-bedrijven voor zijn werk te onderkennen. Zo was Cumela in 2021 betrokken bij Project Match ten behoeve van de aanbesteding van drie grote percelen voor het onderhoud van de uiterwaarden. Eén cumelabedrijf slaagde erin om in combinatie een perceel gegund te krijgen. Toch lieten de meeste cumelaondernemers weten dat deze aanbesteding voor hen veel te groot was. Kortom, veel (onderhouds)contracten van Rijkswaterstaat zijn of worden voor de cumelaondernemer onbereikbaar. Nog maar een handjevol cumela(midden)bedrijven werkt rechtstreeks voor de dienst. Maar is dat erg? Voor sommige wel, maar veel cumelabedrijven voelen zich ook comfortabel in de rol van onderaannemer. Dan doen ze het werk dat ze leuk vinden en waar ze goed in zijn, maar hebben ze geen zorgen over alle (in hun ogen) bijkomende zaken, zoals wegafzettingen, vergunningen en dergelijke.
Gaat het dan goed zoals het gaat? Soms wel, maar zeker niet altijd. Een cumelaondernemer wil een eerlijk stuk werk voor een eerlijke prijs, maar eigenlijk is hij ook een beetje ijdel en wil hij worden gewaardeerd door de opdrachtgever of liever nog door de opdrachtgever van zijn opdrachtgever. Dat is nu waar we met Rijkswaterstaat over in gesprek zijn. Wat kan de dienst doen om de onderaannemer ook een volwaardige plek in de keten te geven? Het voordeel voor Rijkswaterstaat is dat het dan gebruik kan maken van de kennis en kunde van de cumelaondernemer en dat de cumelaondernemer ook een langdurige afspraak kan maken met de hoofdaannemer en recht heeft op een eerlijk stuk werk voor een eerlijke prijs.
Het resultaat van het laatste gesprek is nu dat Cumela met een afvaardiging van Rijkswaterstaat gaat onderzoeken hoe we contractueel en procedureel werkafspraken kunnen maken, zodat we de kwaliteit van het werk én een gezonde positie van het cumelabedrijf in deze keten kunnen waarborgen.
Jan Vrij
Voorzitter sectie cultuurtechniek en grondverzet