Al enkele jaren pleiten de firma’s die gewasbeschermingsmiddelen voor de maïs leveren om op tijd te beginnen met spuiten. Dat kan niet vroeg genoeg zijn, komt naar voren uit een demoveld van Bayer. Op dit veld is de maïs in vier verschillende fases gespoten met drie verschillende middelencombinaties. De bespuiting vond plaats in het twee-, vier-, zes- en achtbladstadium. Doordat het gedurende die hele periode droog was, waren het lastige omstandigheden voor het huidige middelenpakket. Voor deze proef een fijne bijkomstigheid, vindt Sander Uwland van Bayer, die de proef aanlegde. “Door de zeer lastige omstandigheden komen de verschillen in werking goed naar voren, maar zie je ook de impact van het spuiten op het gewas heel nadrukkelijk.”
Snelste ontwikkeling
De vier dronefoto’s van het gewas op een aantal dagen na het spuiten laten goed zien dat tijdig beginnen loont. Op de foto’s zie je telkens dat de eerste drie velden niet alleen schoon zijn, maar ook dat het gewas zich het snelst ontwikkelt. De verklaring hiervoor is volgens Uwland niet alleen dat het gewas minder gevoelig is, maar ook dat het minder wordt geraakt. “Spuit je in het tweebladstadium, dan komt er ook relatief weinig spuitmiddel op het plantje. Dat lijkt dus ook zijn invloed te hebben.”
Wat verder opvalt, is dat vorig jaar spuiten in het vierbladstadium nog op tijd was om het veld schoon te krijgen, maar dat dit in het zesbladstadium met de beschikbare middelen al bijna niet meer lukte. Alleen de combinatie met Calaris werkte nog afdoende, maar door de aangepaste regelgeving, waarbij je maar één keer per drie jaar met dit middel mag spuiten, is het maar heel beperkt inzetbaar. De twee andere Laudis-combinaties werkten in dit geval ook niet meer afdoende. Wachten tot het achtbladstadium was in dit geval funest. Het onkruid was op dat moment zo groot dat de bespuiting nauwelijks meer hielp. Dat is goed te zien op de laatste dronefoto, die op 22 september is gemaakt. Hier was nauwelijks nog maïs te vinden.
Het effect op de opbrengst is ook bepaald door bij de oogst uit alle velden tien kolven te plukken. De proef lag in twee herhalingen en de kolven zijn op deze twee velden verzameld. Het verschil tussen spuiten in het twee- of vierbladstadium is dan uiteindelijk beperkt. Het verschil in groei dat je in het begin zag tussen deze twee velden is dus nog ingehaald. Later spuiten had echter een dramatisch effect. Dan bleef er weinig opbrengst over.
Tragere werking
Terugkijkend is Uwland blij dat hij deze proef vorig jaar weer heeft uitgevoerd, als herhaling van de proef in 2022. “Toen waren de omstandigheden heel anders, met veel meer regen in juni. Daardoor waren de verschillen toen veel kleiner. Dat is echter iets wat je nooit van tevoren weet. Daarom laat vorig jaar zo goed zien waarom je op tijd moet zijn.”
Dat de middelen juist bij het vroege spuiten nog zo goed werkten, komt volgens hem doordat het onkruid dan nog klein is. “Dit betekent een dunnere waslaag op het onkruid en ook is er nog enigszins vocht aanwezig en zijn de groeiomstandigheden dus beter.”
Het vroege starten is volgens hem ook zo belangrijk omdat de huidige combinaties veel trager zijn dan een mix met Calaris. Het enige nadeel van vroeg starten kan zijn dat aardappelopslag en wortelonkruiden ontsnappen. Als je daarmee te maken hebt, zou een alternatief kunnen zijn om twee keer een lagere dosering te spuiten om toch het gewenste effect te halen. Is dat niet nodig, dan laat deze proef volgens Uwland zien dat er maar één advies is: “Begin zo vroeg mogelijk.”
