De machine is ontstaan op vraag van Duitse loonwerkers die een nagift mest willen uitrijden via rijenbemesting aan beide zijden van de maïsrij. Evers speelt daarop in met deze combinatie, waarbij de fabrikant gebruik heeft gemaakt van roterende schoffels. Deze roterende schoffels kunnen percelen met een hoge onkruiddruk goed aan, stropen niet en mengen de mest goed door de grond.
De schoffelelementen zitten net achter de uitstroomopeningen en mengen de mest door de bovenste vijf tot tien centimeter, waarbij ze de mest dus vooral ook dichter naar de plantrij inmengen. Ook al komt de vraag initieel uit Duitsland, voor de Nederlandse markt biedt deze machine eveneens een oplossing om een nagift mest tijdens het schoffelen te geven. De machine is leverbaar in een acht- en een twaalfrijige uitvoering, op wens op 150 of 225 centimeter spoor. Een zaaimachine voor onderzaai kan worden opgebouwd.