mais raaigras

Rijenbemesting de oplossing?

Datum: 4 september 2020
Laatst bijgewerkt: 4 september 2020
Door: Herma van den Pol
Op tijd mest toepassen op zand- en lössgrond, voor de maïs gezaaid wordt, dat doe je volgens de politiek met behulp van rijenbemesting. Dit blijkt uit de reactie van landbouwminister Carola Schouten op onder meer de zorgen van loonwerkers over de korte periode die overblijft voor de voorjaarswerkzaamheden. Grondig analyseert wat de stand van zaken is.

Onder meer Cumela en LTO slaagden er in om via de internetconsultatie op de wijziging Besluit gebruik meststoffen (Bgm) en Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet (Ubm) in het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn een aantal kleine wijzigingen doorgevoerd te krijgen. Zo kwamen er meer alternatieven om afspoeling bij ruggenteelt tegen te gaan en verschoof de melddatum van maïsland naar 15 februari.

Ook verdween de generieke rijenbemesting van tafel, maar vergeten is het ministerie de techniek nog niet, zo blijkt uit een reactie van Schouten in de Nota van toelichtingen. Zij stelt in de Nota van toelichtingen dat concentratie van werkzaamheden deels opgevangen kan worden via technieken zoals rijenbemesting. Daarbij wordt gelijktijdig gezaaid en bemest. "Maar dat klopt niet", zegt Maurice Steinbusch, beleidsmedewerker Agrarisch loonwerk bij Cumela. "Want rijenbemesting en zaaien in een werkgang heeft gewoon een lagere capaciteit dus dat lost het capaciteitsprobleem niet op."

Later uitrijden
Dat capaciteitsprobleem ontstaat op veel plaatsen doordat het ministerie het voornemen heeft de startdatum voor het toepassen van mest op zand- en lössgrond, waar maïs geteeld gaat worden, te verschuiven naar 1 april. Iets waar Cumela en de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) geen voorstander van zijn, maar wat LTO Nederland onderdeel vindt van een goede landbouwpraktijk. Dat was ook de reden dat Schouten in de Nota aangeeft dat "de sector in een reactie heeft aangegeven geen moeite te hebben met het verschuiven van de uitrijdperiode. Deze sluit al aan op de praktijk."      

Maar is dat wel zo? Zo werd tijdens de internetconsultatie duidelijk dat het verschuiven van de datum gevolgen kan hebben voor de werking van mest, maar ook dat het een belemmering kan vormen voor het vervroegen van de maïsteelt. Nodig om aan de eisen die gelden voor het najaar te kunnen voldoen. Daar gaat Schouten echter niet op in.

Het argument weersomstandigheden krijgt meer aandacht. Zo stelt Schouten in de Nota dat "wordt benoemd dat de verkorte periode problemen kan geven indien het gedurende de eerste twee weken van april regent, waardoor de draagkracht van de bodem niet optimaal is." Ze reageert daar als volgt op: "Dit is niet uit te sluiten, maar gezien de langjarige neerslagsommen is het risico hierop beperkt." Waarmee ook dit argument geen reden geeft om de datum aan te passen. 

Onbeteelde akkerrand
Een ander onderwerp wat in de nota aangekaart wordt is het voorkomen van de afspoeling van akkers, waarop ruggenteelt toegepast wordt. Die maatregelen zijn uitgebreid, omdat sommige opties praktisch niet uitvoerbaar waren. Zo kan bijvoorbeeld nu wel gebruik gemaakt worden van smalle en diepe infiltratiesleuven. "Het is echter geen oplossing", zo stelt Jaap van Wenum, voorzitter van de LTO-vakgroep Akkerbouw. "Het is nog steeds geen werkbare maatregel."   

De maatregelen die tegelijkertijd met de aanleg van de ruggen, of direct daarna, genomen moeten worden blijven staan, omdat als niets lukt er altijd nog de mogelijkheid is om te kiezen voor een drie meter brede onbeteelde en onbemeste akkerrand, zo blijkt uit de toelichting. Daar heeft het landbouwbedrijfsleven echter geen boodschap aan. Die blijft bij haar punt dat het een onwerkbare maatregel is. LTO stelt dan ook dat de politiek nu aan zet is.  

Lastenverzwaring
Per saldo leveren de maatregelen de sector een lastenverzwaring op, maar ook extra kosten, zegt Steinbusch. "Onze leden moeten extra kosten maken om in een kortere periode meer werk te kunnen verzetten en zullen dat ook door moeten rekenen aan hun klanten. Wij vinden het erg jammer dat er bij het vaststellen van de maatregelen ook aan voorbijgegaan is dat nu in maisregio's waar nitraatgehalten laag zijn de sector extra kosten moet gaan maken om doelen te behalen die al behaald zijn."