grond bodem

Rapport Rli: werk aan vitale bodems

Datum: 3 juli 2020
Laatst bijgewerkt: 6 juli 2020
Door: Toon van der Stok
Maak iedereen ervan bewust dat de urgentie voor goed bodembeleid hoog is en stuur op vitale bodems die relevant zijn voor meerdere functies. Dit is één van de aanbevelingen die de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) doet in het op 1 juli verschenen rapport met de alarmerende titel ‘De Bodem Bereikt!?’

Het Rli geeft in het rapport aan het belangrijk te vinden in te zetten op een monitorings- en kennissysteem waarin informatie wordt verzameld over bodemvitaliteit.

Het Rli trapt vrij veel open deuren in met dit rapport, vindt Gerben Zijlstra, beleidsmedewerker bodem bij Cumela. Hij is een voorstander van het idee om een monitorings- en kennissysteem te ontwikkelen waarmee inzicht verschaft kan worden in de bodemkwaliteit. “Een vitale bodem, daar draait het voor iedereen om,” benadrukt hij.

Factoren
Het Rli wijst een heleboel factoren aan die invloed hebben op de bodemproductiviteit, zoals het veranderende klimaat, uitstoot van broeikasgassen, stikstof en vermesting. Veel factoren werken van buiten op  de bodem in legt Zijlstra uit: “Het veranderende klimaat en uitstoot van broeikasgassen hebben wel effect op de bodem, maar met ander bodembeheer alleen kun je deze problemen niet oplossen. Datzelfde geldt voor stikstof en vermesting.”

Bodemverdichting
De Rli wijst bodemverdichting terecht aan als één van de factoren die ervoor zorgen dat de kwaliteit van de bodem op veel plekken in Nederland matig tot slecht is. Ze stellen dat minder gebruik van zware machines voor grondbewerking de vitaliteit van de bodem verbetert. Volgens Zijlstra is dit niet geheel juist: ‘Het gewicht van machines heeft natuurlijk invloed, maar uiteindelijk gaat het erom hoeveel druk er wordt uitgeoefend op de bodem. Het gaat om machines met een lagere bodemdruk, niet alleen om lichte kleine machines.’

Verantwoordelijkheid
In het rapport benadrukt het Rli dat de vitaliteit van de bodem een verantwoordelijkheid is van de gehele maatschappij, niet alleen van de landbouwsector. Gerben Zijlstra is het hier mee eens. Daarom vindt hij dat er een landelijk sturing moet komen op goed bodembeheer om meer uniformiteit en regelgeving te krijgen. “Uniformiteit wordt namelijk niet bereikt als alleen gemeenten of provincies hier verantwoordelijk voor zijn. Laat goed bodembeheer vooral ook over aan de vakmensen. Het bedenken van regelgeving van achter het bureau werkt meestal niet. Stimuleer de goede vakmensen en geef ze de ruimte om te ondernemen.”

Beloning
Stuur via beloningsvormen op goed gedrag en gebruik daarbij een set van kritische prestatie indicatoren. In deze aanbeveling van het Rli ziet Zijlstra wel iets: “We moeten niet alleen maar de landbouw opzadelen met eigen en nieuwe regels. Laat zien dat het economisch interessant is om bepaalde verbeteringen door te voeren. Volgens hem kan dit door middel van beloning van goed bodembeheer. “Daarin kan het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid ook een rol spelen, maar dan moet je het ook voor cumelabedrijven toegankelijk maken” aldus Zijlstra.

“Allereerst moet het monitorings- en kennissysteem goed zijn,” geeft hij aan. “Je moet eerst kunnen meten en monitoren voordat je er een goed verdienmodel aan vast kan knopen.