Ondernemen met mensen - Vent & Visie

‘Nu beslissen over monstersysteem van 2023’

Datum: 11 november 2021
Laatst bijgewerkt: 12 november 2021
Door: Toon van der Stok
Hoewel minister Schouten net een jaar uitstel heeft verleend voor de invoering van het rVDM zullen klanten van VMA/D-Tec die volgend jaar moeten omschakelen nu al moeten beslissen, waarschuwt directeur Gerrit van Vlastuin. “We zullen bij elkaar rond de 2000 apparaten moeten voorzien van nieuwe elektronica. Dat kan alleen als we nu bestellen.”

Al ruim zestien jaar draait de huidige monsterapparatuur van VMA op sommige vrachtauto’s. “En nog steeds functioneren alle systemen die we destijds hebben ingebouwd”, constateert Gerrit van Vlastuin met enige trots. Hij zit er ontspannen bij in zijn kantoor, dat sinds die tijd ook niet is veranderd. En dat terwijl achter hem een bedrijf te zien is dat in diezelfde periode enorm is gegroeid. Als bouwer van bijvoorbeeld mesttrailers en containerchassis, maar ook als moderne metaalbewerker. Inmiddels werken er in het bedrijf en de bedrijven die hij heeft overgenomen meer dan 250 mensen. 

We krijgen NIRS niet op orde, dus dan kun je niet anders dan stoppen

Niet alles wat hij aanpakt, is echter een succes, constateert hij enigszins sip. Hoewel het definitieve besluit nog niet is gevallen, verwacht hij namelijk dat binnen zeer korte tijd de stekker definitief uit het NIRS-traject gaat. “We zijn er nu zeven jaar mee bezig en kunnen niet anders dan concluderen dat we er niet in slagen om het systeem zo nauwkeurig te krijgen dat we het nemen van mestmonsters kunnen vervangen. Bij tests halen we in tachtig procent van de gevallen een prima uitslag, waarbij de aangegeven gehalten ook overeenkomen met de gehalten in een bekende mest. In twintig procent van de monsters was de afwijking echter veel te groot en wat we ook proberen, we krijgen dat niet op orde. Inmiddels zien we geen mogelijkheden meer om dat te verbeteren en dan kun je niet anders dan besluiten om te stoppen. Ook al heb je er zoals wij al tonnen of misschien wel een miljoen in geïnvesteerd.” 

Helemaal verdwijnen zal het systeem daarmee niet, denkt Van Vlastuin. “Bij het uitrijden is het wel een middel om in elk geval iets te weten van wat je uitrijdt. Je weet dan tenminste hoe de hoeveelheden variëren en kunt daar zeker bij precisiebemesting op inspelen. Met onder andere Vervaet kijken we nu hoe we het systeem daar wel kunnen integreren. Die fabrikant ziet namelijk juist in het buitenland dat hier enorm veel behoefte aan is.” 

Veel meer succes verwacht Van Vlastuin te hebben met zijn oplossing voor de digitale mestbon, die vanaf 1 januari 2023 verplicht zal zijn, liet minister Schouten half oktober weten. Volgens hem moet dat volgend jaar haalbaar zijn, omdat er komend seizoen op grote schaal testen zullen plaatsvinden. Aan de technische kant zal dat geen enkel probleem zijn, stelt Van Vlastuin. “We hebben alles klaar en ook al getest. Het gaat er nu vooral om dat systemen op elkaar worden afgestemd. Daar ligt de grootste uitdaging, want bij overheidsinstanties duurt het altijd wat langer voordat de juiste stappen zijn gezet.” 

De komst van de elektronische mestbon grijpt VMA aan om alle elektronica in het monsterkabinet te vervangen. Dat is hard nodig, omdat al zestien jaar wordt gewerkt met dezelfde boordcomputer waarin alles wordt geregistreerd, waarmee de monsterapparatuur wordt aangestuurd en waaraan de printer verbonden is. Een printer die ook al zestien jaar niet is veranderd. Om aan te geven hoe bijzonder dat is, verwijst Van Vlastuin naar de computer die iedereen op zijn bureau heeft staan. “Daar heeft niemand meer een computer of printer van zestien jaar oud. 

Klanten moeten nu beslissen, want wij moeten nu de bestelling plaatsen

Bij het ontwerp van het nieuwe systeem heeft VMA bewust gekozen voor de meest fraudebestendige oplossing die mogelijk is. “Voor ons geldt hetzelfde als voor de hele sector: als we het nu niet goed doen, houdt het op en zijn wij ook onze handel kwijt. We zullen met z’n allen moeten laten zien dat we fraude willen uitbannen.” 

Onderdeel van die operatie is het gebruik van nieuwe elektronische apparatuur die aan alle moderne beveiligingseisen voldoet. Dat is ook noodzakelijk nu alles elektronisch gaat, waarbij zowel bij het laden als bij het lossen de gegevens van de leverancier en ontvanger moeten worden ingevoerd en direct getoetst bij RVO. Hoewel dat allemaal realtime moet, heeft VMA een systeem gebouwd dat wel door kan als er ergens geen verbinding is. “Wij werken met een database in de boordcomputer waarin zoveel mogelijk gegevens, zoals relatienummers van leveranciers en klanten, zijn vastgelegd. We kunnen dus altijd de juiste gegevens aan een klant koppelen. Ook al ligt een systeem eruit, dan nog kan de chauffeur doorgaan. Zodra er weer verbinding is, worden die gegevens dan uitgewisseld.”  

VMA werkt bewust met een eigen database om te voorkomen dat chauffeurs bijvoorbeeld midden in de nacht stil komen te staan als er een server onbereikbaar is. “We weten dat die chauffeur niet wacht. Die heeft te maken met de afnemer die klaar staat met een bemester, maar ook met mogelijke files en zijn rijtijden. Die moet dus door”, legt de ondernemer uit. Juist daarom werkt het bedrijf met een database waarin een groot aantal zaken zijn vastgelegd, maar die ook door de planner vanaf kantoor kan worden gevuld. Op die manier kun je vooraf ook al zaken klaar zetten. 

Onderdeel van het nieuwe systeem is dat zowel de leverancier als de afnemer binnen enkele dagen de vrachten elektronisch moet bevestigen. Op die manier worden alle stappen bij het verplaatsen van mest dubbel vastgelegd. 

Bij veel monsters zal het systeem minder dan € 3,50 per monster kosten

Hoewel de apparatuur komende seizoen nog uitgebreid moet worden getest in de nieuwe digitale omgeving van RVO zullen klanten nu al moeten beslissen of ze willen investeren in deze systemen, waarschuwt Van Vlastuin. “Er draaien ongeveer 2000 VMA-systemen en die zullen bijna allemaal volgend najaar moeten worden vervangen. Dat betekent in de huidige markt dat we nu de bestelling voor de onderdelen moeten plaatsen, anders weten we zeker dat we ze komend najaar nog niet hebben. We vragen onze klanten daarom nu al om te beslissen of ze verder willen of niet. Wij kunnen namelijk niet het risico lopen dat we volgend jaar met een groot aantal dure systemen zitten die niemand wil hebben.” 

Overigens hoeven bedrijven volgend jaar niet meer zelf te investeren in een nieuw systeem. Bij de nieuwe apparatuur stapt VMA namelijk over op een nieuwe gebruiksvorm. Bedrijven gaan daarbij betalen per monster dat is genomen. In ruil daarvoor hoeven bedrijven niet zelf te investeren in apparatuur en is er geen onderhoudsabonnement meer nodig. Voor deze vorm is gekozen om het systeem niet alleen betaalbaar, maar ook beheersbaar te houden, stelt Van Vlastuin. “We kunnen hiermee inspelen op de nieuwe mogelijkheden, waarbij we op afstand de software kunnen onderhouden en updaten. Als er een fout in het systeem zit of als er wijzigingen moeten worden doorgevoerd, kunnen we dat allemaal van afstand doen.” 

Het is volgens hem ook de enige manier om het als bedrijf rendabel te houden. “Bij de oude systemen kregen we bij de verkoop een hoop geld binnen, maar daarna kwam er alleen een beetje uit de onderhoudsabonnementen. Dat is echter onvoldoende om dagelijks een storingsdienst te hebben en het systeem bij de tijd te houden. Bij het werken met een abonnementsvorm hebben we dat veel meer in de hand en kunnen we de jaarlijkse kosten beter doorberekenen. Als bedrijf moeten we nu wel veel investeren in de apparatuur, maar op termijn klopt het plaatje voor ons zo veel beter. Het past ook bij deze tijd, waarin je ziet dat bijvoorbeeld ook heel veel softwarebedrijven op deze manier werken.” 

Als we het nu niet goed doen, houdt het op en zijn wij ook onze handel kwijt

Welk bedrag bedrijven per monster moeten betalen, is volgens Van Vlastuin nog niet precies bekend. “Dat wordt sterk afhankelijk van het aantal systemen dat een bedrijf heeft en het aantal monsters dat wordt genomen. Voor de grotere bedrijven met heel veel monsters per jaar hebben we al berekend dat het onder de € 3,50 per monster zal liggen. Daar staat tegenover dat het sterk oploopt bij een bedrijf dat maar een beperkt aantal monsters per jaar neemt, bijvoorbeeld voor het boer-boertransport. Dan komen we wel op zes tientjes per monster. Daar zullen er dan veel van afhaken, dus we zijn nog aan het rekenen. Het is echter wel zeker dat we het op deze manier gaan doen, want we willen hoe dan ook continu alles onder controle hebben om de mogelijkheden op fraude tot een minimum te beperken.”