Snijmais vredepeel 2021

"Nieuw actieprogramma Nitraatrichtlijn onwerkbaar"

Datum: 17 september 2021
Laatst bijgewerkt: 20 september 2021
"Voor ons, de sectie agrarisch loonwerk, staat nu al vast dat de voorstellen uit het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn (AP) die er liggen onrealistisch zijn, onwerkbaar en funest voor onze sector", zegt Maurice Steinbusch, beleidsmedewerker agrarisch loonwerk bij Cumela. "Er worden generieke maatregelen getroffen die ieder gebied en alle ondernemers treffen en dat werkt niet stimulerend. Je verliest er draagvlak mee en juist dat hebben we nodig om doelen te kunnen halen."

Terugkijkend op het debat van woensdag 15 september in de Tweede Kamer over de voorstellen voor het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn (AP) heeft Steinbusch geen goed gevoel over de voorgestelde beleidsmaatregelen. Ook vanuit de kamer is er forse kritiek op de voorstellen. "Landbouwminister Schouten gaf aan dat er nog ruimte is om maatregelen te vervangen voor andere gelijkwaardige maatregelen, maar de waterdoelen voor de Kaderrichtlijn Water in 2027 moeten wel gehaald worden. Voor ons, de sectie agrarisch loonwerk, staat nu al vast dat de voorstellen die er liggen onrealistisch zijn, onwerkbaar en funest voor onze sector."

Overzicht voorstel voor bouwplannen 

Maatregel Rotatie
rustgewas
Vanggewas,
winterteelt op
zand- en löss-
grond*
Graasdier;
rust-
gewassen 

 
Graasdier:
permanent 
grasland
2023 1:4 60 procent 60 procent   
2027 1:3 100 procent 70 procent  50 procent

**Voor maïspercelen blijft de huidige verplichting tot teelt van vanggewassen onverkort van kracht.

“Wij willen dat het beleid zorgt voor perspectief voor de boer, loonwerker en keten”, zegt Steinbusch. Hij noemt specifiek de loonwerker, want in het huidige voorstel is alleen omschreven dat loonwerkers meer capaciteit nodig hebben om vanggewassen in te zaaien. "Het effect op onze sector wordt dus onvoldoende onderkend." Kort door de bocht betekent de harde grens van 1 oktober voor de inzaai van vanggewassen op zand en löss (tot 2023 op 60 procent van het areaal zand en löss en 100 procent vanaf 2027) dat de hele (oogst)keten (bijvoorbeeld bieten, aardappelen, vollegrondgroenten) op zijn kop komt te staan.

Alle te oogsten gewassen moeten vóór 1 oktober van het land af zijn. “Omdat we in ketens opereren betekent dit dat loonwerkers op de klei later moeten oogsten, omdat ze op het zand eerder klaar moeten zijn. Dan hebben we nog niet over de productie- en opslagverliezen voor de teler en ongewenste effecten voor de bodem. “Bovendien weten we niet wat de andere landelijke maatregel, namelijk een verplicht rustgewas (eens per 4 jaar vanaf 2023 en eens per 3 jaar per 2027) voor verschuivingen gaat opleveren in teeltarealen."

Verschuiving in bouwplannen?
Steinbusch gaat verder: "Van onze sector kan niet gevraagd worden fors te gaan investeren in capaciteitsuitbreiding vanwege 1 oktober, terwijl je niet weet wat verschuiving in bouwplannen gaat betekenen voor je huidige machinebenutting.  En dan is het nog de vraag wie de machines gaat besturen in deze septemberpiek. We hebben nu al te weinig personeel.” Dan is er ook nog een uitbreiding voorgesteld van bufferzones langs oppervlaktewater. “Nog meer verlies van teeltareaal en plaatsingsruimte voor mest en dus werk voor onze sector.”

Alle te oogsten gewassen moeten vóór 1 oktober van het land af zijn


“Sectie Agrarisch loonwerk binnen Cumela pleit er al langer voor afscheid te nemen van kalenderlandbouw, want je kunt de natuur niet sturen, maar het beleid stuurt daar steeds meer op aan. Stop daar mee en ga kijken naar goed bodembeheer en de kansen die daar liggen, zet in op een gebiedsgerichte aanpak en belonen van goed ondernemerschap,” zo pleit Steinbusch. “Gaan de plannen die er nu liggen door dan is dit funest en desastreus voor onze sector. 

Financiële gevolgen
Tijdens het debat bleek dat ook in de Tweede Kamer veel kritische kanttekeningen geplaatst werden bij de voorstellen, door onder andere het ontbreken van de financiële gevolgen. Schouten kwam nog met de toezegging dat de vertraagde economisch doorrekening van de plannen uiterlijk 11 oktober bekend worden gemaakt. 

Tot 18 oktober kan een ieder reageren op de consultatie van de voorstellen. Ondertussen zijn de gesprekken met het Europees Nitraatcomité al van start gegaan, waarbij op zijn vroegst pas half 2022 duidelijk wordt of Nederland een nieuwe derogatie (mogelijkheid om meer dierlijke mest te gebruiken) krijgt.