mais hakselen donker

Grote zorgen over afrijping maïs

Datum: 10 september 2021
Laatst bijgewerkt: 10 september 2021
Door: Toon van der Stok
Door het koude groeiseizoen is de maïs momenteel nog nauwelijks afgerijpt. Dit lijkt tot grote problemen te lijden als de maïs voor 1 oktober geoogst moet zijn. Om alle maïs tijdig van het veld te krijgen zal er veel maïs onrijp geoogst moeten worden. Een probleem dat Cumela inmiddels heeft aangekaart bij het ministerie van LNV.

Dit jaar lijkt de datum van 1 oktober waarop maïs geoogst moet zijn wanneer er geen groenbemester is ondergezaaid, tot grote problemen te lijden. Door het natte koude voorjaar had de maïs een heel trage start en begon pas in de loop van juni door te groeien. Gecombineerd met een relatief koele zomer betekent dit dat de maïs weer volgens het normale Nederlandse patroon afrijpt. Dat blijkt uit de eerste drogestof bepalingen die de afgelopen week zijn uitgevoerd. Op nagenoeg alle plaatsen is het drogestof percentage van de maïs nog beneden de 30 procent. Uit metingen van Agrifirm blijkt dat deze nu gemiddeld 27 procent is. Zie tabel

Tabel mais

De maïs is daarmee nog ver van het gewenste drogestof percentage van 36 tot 38 procent dat nodig is om voldoende zetmeel in de kuil te krijgen. En juist dit zetmeel is belangrijk bij de huidige rol van maïs in het rantsoen van melkvee. Daarin is maïs nodig om te komen tot een optimale voeding. Zeker nu veel graskuilen dit jaar weinig eiwit bevatten. Om het gras zo optimaal mogelijk te benutten is dan zetmeelrijke mais nodig. Zonder dat kan de koe het gras niet goed benutten met als gevolg bijvoorbeeld extra methaan uitstoot.

Gewoon wachten
Op de Gras en Maïsmanifestatie vorige week in Vredepeel gaven veel bezoekers en onderzoekers aan grote zorgen te hebben over de mogelijkheid om de maïs op het goede moment te oogsten. Onderzoeker Brigitte Kroonen van de Wageningen Universiteit zei te verwachten dat de maïs nagenoeg nergens op tijd rijp zal zijn. “Normaal neemt het drogestof percentage met ongeveer twee tot drie procent per week toe. Dat betekent dat we nog minimaal een maand nodig hebben om de maïs voldoende droog te krijgen en te zorgen dat er genoeg zetmeel is gevormd.”

Veel bezoekers gaven aan dat ze in dat geval gewoon gaan wachten. Bij navraag in het groepje dat de rondgang maakte, bleek er slechts een de loonwerker voor 30 september besteld te hebben. De rest gaf aan te wachten tot de maïs er aan toe was. Gevraagd naar de verplichting om tijdig een groenbemester te zaaien was de algemene reactie dat de overheid maar moet begrijpen dat maïs eerst rijp moet zijn voor je hem gaat oogsten. Een uitvlucht voor telers is dat ze nog een hoofdgewas zaaien als wintertarwe of wintergerst, maar dat moet dan wel in het bouwplan passen.

Voor loonwerkers dreigt ondertussen een zeer hectische periode. Bij iedereen op zand en lössgrond die geen onderzaai heeft zal de maïs voor 1 oktober geoogst moeten zijn, waarbij er ook nog een groenbemester ingezaaid moet worden.  Om alle maïs te oogsten zijn voor een gemiddeld bedrijf al 15 tot 20 oogstbare dagen nodig. Dat zijn dan al lange dagen waarbij van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat wordt gewerkt. Voor veel bedrijven zou de campagne dus begin volgende week moeten beginnen.  De orderboekjes bij de bedrijven zijn echter nog leeg blijkt bij een kleine navraag. Logisch omdat de maïs er niet aan toe is. Maar daarmee lijkt het ook zeker dat de datum van 1 oktober op veel plaatsen niet gehaald zal worden. Alle reden voor Cumela om aan de bel te trekken.