maisveld

Ritnaaldschade in maïs vraagt meer onderzoek

Datum: 26 november 2021
Laatst bijgewerkt: 26 november 2021
Door: Herma van den Pol
Ritnaaldschade in continuteeltmais is nieuw en neemt snel toe. Nu maakt PPS Ruwvoer, Bodem en Kringlooplandbouw bekend dat er meer onderzoek nodig is om een goede aanpak van ritnaaldschade neer te kunnen zetten. "De resultaten uit het eerste jaar zijn nog niet niet zonneklaar." Om dit te kunnen doen wordt opnieuw opgeroepen percelen met schade te melden.

Steeds vaker wordt er ook in maïs op percelen waar continu maïs geteeld wordt ritnaaldschade gemeld. Een nieuw en snel groeiend probleem waar echt meer onderzoek voor nodig is om dit aan te kunnen pakken. Zo bleek onder meer uit het eerste jaar van onderzoek.

Bron achterhalen
Over 2021 werden drie percelen in Twente en de Achterhoek geselecteerd voor vergelijking. Op die percelen werd gekeken naar een aantal teeltmaatregelen om de schade zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast probeerden onderzoekers ook te achterhalen wat de bron is van de problemen, oftewel waar komen de kniptorren, waar ritnaalden de larve van zijn, vandaan? 

Iets meer schade bij een minder intensieve grondbewerking

Op elke perceel werd na afstemming met de telers steeds een aantal teeltmaatregelen bekeken. "Elke maatregel werd steeds met en zonder behandeling met insecticide bekeken, als extra vergelijkende stap", zo melden de onderzoekers. 

Resultaten
Er werden verschillen gevonden, maar die hadden groter moeten zijn om echt doorslaggevend te zijn. Zo melden de onderzoekers effecten als gevolg van de inzet van insecticide, "maar die waren niet statistisch betrouwbaar." Ook signaleren de onderzoekers iets meer schade bij een minder intensieve grondbewerking. Hier wordt met grondbewerking ploegen en niet-kerende grondbewerking (NKG). De tussenvorm is NKG aangevuld met graslandfrees. "Al met al lijkt het erop dat er een combinatie van maatregelen nodig is om ritnaaldschade voldoende te beheersen."

De ritnaalden blijken een uitdaging voor de onderzoekers, want ook de hypothese dat het vanggewas van invloed is op de aanwezigheid van kniptorren hield geen stand. Om deze stelling te testen werd de populatie ritnaalden op een perceel ondergezaaide rietzwenk (gelijkzaai met de mais) vergeleken met die in een perceel waar later een vanggewas gezaaid werd. "Er kon geen verschil tussen de groenbemesters worden vastgesteld."

Percelen gezocht
Hoewel de onderzoeken niet de gewenste resultaten laten zien geven ze wel degelijk aanleiding voor een vervolg en daarvoor zoeken de onderzoekers nog steeds maispercelen waar ritnaalden de maïs schaden. Heb je zelf een perceel met continumais die hiermee kampt meld die dan bij Hilfred Huiting via [email protected] of door te bellen naar 06-30 36 30 65. Weet je een perceel waar dit speelt tip dan de eigenaar, want alleen met meer onderzoek komt er een methode om de schade in te dammen.