23, SMT, Cumela, jaarcongres schoon en emissieloos bouwen, ben mohlmann

Waterstofaggregaat oplossing voor bouwplaats

Datum: 8 december 2023
Laatst bijgewerkt: 11 december 2023
Door: Herma van den Pol
"Ik zie meer in waterstofaggregaten op de bouwplaats", zegt Ben Möhlmann van SMT, tijdens het jaarcongres Schoon en Emissieloos Bouwen. "Voor waterstofmachines hebben we nog tien tot vijftien jaar nodig. Ook is elektrisch efficiënter." Door dat te combineren met de waterstofaggregaat krijg je volgens hem een goede combinatie.
wiellader, shovel, volvo, elektrisch, L120H

Komt er genoeg emissieloos materieel om de doelen uit het convenant Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) te halen? En wat is dat materieel dan? Elektrisch of toch waterstof? Ben Möhlmann commercieel manager bij dealer en importeur van Volvo CE en Sennebogen gaf ons een kijkje in de keuken op het jaarcongres, waar ook de deelnemers van het sectorinitiatief van Cumela  op aanwezig waren. "Op verzoek van de markt zijn we aan de slag gegaan met emissieloos materieel", zegt Möhlmann. Het resultaat was de machine die Volvo liet zien op de Technische Kontakt Dagen (TKD). "Wij wilden dat als marktleider doen. Los van de vraag of de vervanging van diesel elektrisch of waterstof gaat worden.   

Volvo, smt, 2023, jaarcongres Schoon en Emissieloos Bouwen. Ben Mohlmann
Waterstof en 2030

"Op dit moment is elektrisch efficiënter dan waterstof." Met deze woorden geeft Möhlmann aan dat Volvo voor de doelen in het seb-convenant weinig kansen ziet in waterstof. "We hebben een pilot gedaan met een waterstofdumper om hier ervaring mee op te doen. Wat we nu zien is dat er in 2030 geen waterstofmachines beschikbaar komen. We kijken daarbij zowel naar de brandstofcel als de brandstofmotor. Dat doen we omdat andere landen makkelijker over dat kleine beetje stikstof heenstappen wat je daarmee produceert. In Nederland gaan we echt voor nul uitstoot."

"Voor werken met waterstof hebben we nog tien tot vijftien jaar nodig. Waar ik wel hele goede kansen in zie zijn de waterstofaggregaten op de bouwplaats. Daarmee kun je dan de elektrische machine opladen", schetst Möhlmann. Een interessante gedachte. Op die manier kunnen de voor stof gevoelige aggregaten op een veilige plaats staan en toch elektrische machines van stroom voorzien zonder dat een ondernemer op de netbeheerder moet wachten. 

Volvo, elektrisch, jaarcongres, schoon en emissieloos bouwen, 2023
Wat is nodig?

Eind 2023 bevinden we ons op de helft van periode 1 uit de routekaart seb. Een ingewikkelde routekaart, omdat het om veel verschillende soorten materieel gaat, verschillende niveaus en periodes. In het kort moeten werktuigen van 19 tot en met 560 kW op 31 december 2024 minimaal Stage IIIa zijn. Van daaruit komt er elke periode een stap bij. Bij specialistisch spoormaterieel streven ze naar Stage IIIb, stimuleren ZE en Euro 5. 

De opdrachtgevers die het seb convenant ondertekenden zetten in op basisniveau. Dat houdt in voor mobiele werktuigen eind 2024: Stage IIIa voor 19 - 37 kW, en Stage IIIb voor 37-560 kW. Voor bouwtransport zet de sector in op Euro 5 en de volgende periode op 6.

Dan is er nog een ambitieus niveau. Die streven naar 10 tot 30 procent ZE (zero-emissie) verrichte arbeid in een project. Dat berekenen ze door draaiuren keer vermogen te doen. Ook maken ze zich sterk voor 5 tot 25 procent koploperprojecten.   

Beschikbaarheid elektrisch

Hieruit blijkt dat met name de laatste groep nu al vraagt om elektrisch materieel. Kan Volvo daarin voorzien? Ja, stelt Möhlmann. "Maar alleen met zogenaamde bridging technologie." Oftewel een overbrugging. Dat betekent echter maatwerk en levert vraagtekens op bij: volume, veiligheid en restwaarde. Die laatste blijkt ook belangrijk, want het gaat hier om vaak drie keer zo dure machines al de gangbare variant. Stel dat er op een bepaald moment een groter aanbod komt en de prijs daalt? Dat zakt de restwaarde en zit de ondernemer met een financieel gat. "Daar moeten we iets voor regelen."

"Dankzij lokale ombouw hebben we nu al zeker 100 elektrische machines draaien", stelt Möhlmann vast. Dat ligt in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015. "Gemiddeld kost het tien jaar van tekentafel naar productie." Hij is er van overtuigd dat ze voldoende machines kunnen gaan leveren om de doelen uit het convenant te gaan halen. 

Rijkswaterstaat: "nieuwe regering, zelfde eisen"