Teun Jansen

‘Elk idee dat voor discussie zorgt is welkom’

Datum: 27 november 2020
Laatst bijgewerkt: 27 november 2020
Door: Herma van den Pol
Bijna anderhalf jaar. Zoveel tijd is er verstreken sinds de Raad van State het Programma Aanpak Stikstof (PAS) ongeldig verklaarde en even zo lang wordt er al gezocht naar een oplossing. “Daarom hebben we creativiteit en nieuwe initiatieven nodig”, zegt Teun Jansen, stikstofdeskundige bij Cumela. “De discussie moet weer op gang komen, zodat we uit de huidige impasse komen.”

Op verschillende manieren krijgt Teun dagelijks te maken met de gevolgen van de uitspraak van de Raad van State. Zo treedt hij op als expert in het Kernteam stikstof en de Taskforce stikstof, in samenwerking met (branches van) VNO-NCW en MKB-Nederland, maar is hij ook juridisch adviseur omgevingsrecht bij Cumela Advies. In die functie helpt hij ondernemers bij het verkrijgen van vergunningen wanneer dat nodig is. Samen met beleidsmedewerker Nico Willemsen is hij bij Cumela verantwoordelijk voor het stikstofdossier.

Er zijn al aardig wat maatregelen genomen om de verlening van vergunningen weer op gang te krijgen. Heeft het geholpen?
“Dat is lastig om te zeggen. Zo levert de stikstof-rekentool Aerius Calculator nog steeds veel discussie op. Dat heeft dan vooral te maken met de factor afstand en de enorm lage drempelwaarde. In dit rekenmodel worden uitgangspunten gebruikt die ervoor zorgen dat een bepaalde actie al snel een te grote impact heeft op een Natura 2000-gebied. Wat ik dan ook nog eens zie gebeuren, is dat er vaak voor wordt gekozen om het zekere voor het onzekere te nemen en te werken vanuit een soort kramp. Dat resulteert erin dat grote opdrachtgevers, zoals de overheid, het voorzorgsbeginsel gebruiken en geen keuze durven te maken. Dat moet gaan veranderen, want we hebben nieuwe vergunningen nodig. Een andere zorg is het feit dat de theoretische NOx-emissie van machines volgens de Stage-normen die worden gebruikt in Aerius in de praktijk vaak hoger uitpakt. De overheid weet dit en heeft daarom TNO opdracht gegeven praktijkemissies te meten. De cijfers hiervan worden binnenkort bekend en waarschijnlijk opgenomen in het Aerius-model.”

Merk je ook in de cumelasector dat de zorgen over het gebrek aan nieuwe vergunningen toenemen?
“Ja, we krijgen van onze leden terug dat het aantal nieuw afgegeven vergunningen en daarmee potentiële nieuwe werkzaamheden aan het opdrogen is. Hetzelfde speelt bij grote bouwers. Dat horen we terug tijdens gesprekken met de Taskforce infra. Het gevaar bestaat dat grote bedrijven zich gaan richten op werkzaamheden die ze normaal niet doen, maar die onze leden uitvoeren. Dan wordt het wel een probleem. Via de Taskforce infra hebben we al wat stappen kunnen zetten en blijven we ons best doen om ervoor te zorgen dat er voldoende werk beschikbaar blijft komen. Ook vragen we via het Kernteam stikstof en de Taskforce stikstof aandacht voor een onderschat probleem. Bij veel bestaande bedrijfsactiviteiten is de stikstofemissie namelijk nooit vergund en daardoor feitelijk nu illegaal.”

‘Elk initiatief dat leidt tot een daling van de emissies is positief en helpt om de discussie weer op gang te brengen’

Hoe zet cumela zich nog meer in om de sector groen, grond en infra te helpen?
“Eind april werd bekend dat er in 2021 200 miljoen euro beschikbaar komt om met spoed natuurgebieden aan te pakken. In de jaren erna neemt dat bedrag alleen maar toe. Dat zijn werkzaamheden die onze leden uitvoeren. Het is onze taak om in gesprek te gaan en te blijven met provincies, natuurbeheerorganisaties en andere uitvoerende organisaties om er zo voor te zorgen dat het geld goed terechtkomt. Het is onze taak er voor onze leden zoveel mogelijk uit te halen. Zo hebben we op verzoek van drie ministeries zeer recent een globale inschatting gemaakt van de meerkosten voor emissiereductie van mobiele werktuigen. Hoewel dit met grote onzekerheden gepaard gaat, hebben we dit becijferd op 700 miljoen euro per jaar gedurende de komende tien jaar. Deze informatie is mede gebruikt voor de in de troonrede aangekondigde stimuleringsmaatregelen.”

Is dat ook de manier waarop je de agrarische loonwerkers kunt helpen?
“Cumela heeft een aantal kernwaarden: verbonden, integer, professioneel en praktisch. Door hier gebruik van te maken, is het ons gelukt om ons aan te sluiten bij de Taskforce stikstof en de Taskforce infra, maar hebben we ook contact met partijen als LTO en praten we met Aalt Dijkhuizen (voorzitter van het Landbouwcollectief; red.). Daarmee nemen we een unieke positie in. Wij zijn daardoor ook in staat om in Den Haag te laten zien wat het maatschappelijk en economisch belang is van de primaire sector. Valt die weg, dan valt een deel van ons werk weg, maar ontstaat er ook een maatschappelijk probleem. In veel gebieden in Nederland hangt onze werkgelegenheid af van de primaire sector.”

Wat voor veranderingen zie je op agrarische loonwerkers afkomen?
“Op dit moment is er veel onzekerheid. Cumelaondernemers vragen zich af hoe het zit met het werk door het dalende aantal agrarische ondernemers? Nu al zie je dat ondernemers keuzes beginnen te maken. De realiteit is dat er een ander speelveld komt. Er komen vanuit de maatschappij regels en daar moeten we op inspelen. We hebben in Brabant gezien dat er wordt gevraagd naar minder emissie, dus niet minder dieren of minder akkerbouw. Onze uitdaging is ervoor te zorgen dat wij helpen die emissies omlaag te brengen. Daarin kunnen we als dienstverlener het verschil maken.”

Je zegt dat de agrarische loonwerkers met creativiteit veel kunnen bereiken. Is dit ook je boodschap aan de andere ondernemers in groen, grond en infra?
“Ook in andere onderdelen van de sector voeren we de discussie over het verminderen van de emissies, Als onze leden moeten investeren in nieuwe machines betekent dit dat ook de prijs voor opdrachtgevers zal gaan stijgen. Via het initiatief De Groene Koers zoeken we naar technieken die breed toepasbaar zijn tegen een redelijke kostprijs. Daarvoor doen we opnieuw een beroep op de creativiteit van ondernemers. Los van de vraag of het juridisch houdbaar is: elk initiatief dat leidt tot een daling van de emissies is positief en helpt om de discussie weer op gang te brengen, dat is hard nodig, want nu is een oplossing nog ver weg.”

Wie is Teun Jansen?
Teun Jansen groeide op als zoon van een Brabantse varkenshouder. Hij koos er echter niet voor om het bedrijf over te nemen, maar specialiseerde zich in omgevingsrecht. In 2018 begon hij bij Cumela Advies als juridisch adviseur omgevingsrecht, waar hij al snel opviel door zijn grote kennis over stikstof. Sinds juli 2019 is hij daarom ook beleidsmedewerker stikstof bij Cumela.