Geen werk

Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers open

Datum: 31 maart 2020
Laatst bijgewerkt: 23 januari 2024
Door: Jacqueline Tuinenga
Vandaag is de tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) opengesteld. Ondernemers die hun inkomen weg zien vallen door de coronacrisis kunnen hiermee eenvoudig een tijdelijk uitkering voor levensonderhoud aanvragen en een lening voor extra bedrijfskapitaal. Belangrijk verschil met de oude regeling is dat er geen vermogenstoets en geen partnertoets meer is.

Let op: dit bericht hebben op 30 april 2020 aangevuld met nieuwe informatie. Scroll naar beneden voor deze aanvulling.

De nieuwe tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers bestaat uit twee onderdelen. Een mogelijke uitkering voor levensonderhoud en een aanvulling van het bedrijfskapitaal om het verlies aan inkomsten op te vangen.
De regeling is nadrukkelijk niet alleen voor zzp’ers bedoeld. Ook zelfstandig ondernemers met personeel kunnen een beroep doen op de regeling als zij voldoen aan de criteria. In de cumelasector is dit vooral voor zzp’ers en kleine ondernemingen een mogelijkheid om een tijdelijke terugval van werk financieel op te vangen.

Het kabinet doet een nadrukkelijk appèl op mensen die de extra ondersteuning niet nodig hebben om af te zien van een aanvraag. Dit ontlast de uitvoering en draagt bij aan een doelmatige besteding van publieke middelen. Op die manier is het mogelijk om ondernemers die het echt nodig hebben snel te helpen.

De regeling is tijdelijk en geldt voor drie maanden (maart, april en mei 2020). Een aanvraag voor levensonderhoud kan tot en met 31 mei 2020 worden ingediend. De uitkering voor levensonderhoud duurt maximaal drie maanden en kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd tot en met 1 maart 2020

Om in aanmerking te komen voor de ondersteuning moet je aan een aantal voorwaarden voldoen.

  1. Je moet in Nederland wonen en je bedrijf moet in Nederland gevestigd zijn (of de hoofdzakelijke werkzaamheden). Er kunnen zich grensgevallen voordoen, er vindt nog onderzoek plaats naar de mogelijkheden om deze ondernemers te helpen.
  2. Je moet voldoen aan het urencriterium, wat neerkomt op 1.225 uur per jaar ofwel circa 24 uur per week binnen het bedrijf werken.
  3. Je moet bedrijfsmatig actief zijn en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel voordat deze regeling is aangekondigd, dus voor 17 maart 2020.

Ook een directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een besloten vennootschap kan in principe een beroep doen op de tijdelijke regeling. Hij moet dan ook voldoen aan de wettelijke eisen: het urencriterium, er moet sprake zijn van volledige zeggenschap en van het dragen van de financiële risico’s. Ook dient de DGA naar waarheid te verklaren en aannemelijk te maken dat zijn/haar B.V. nu geen salaris kan uitbetalen.

Uitkering
De uitkering om het verlies in inkomen door de coronacrisis op te vangen is officieel een aanvullende uitkering voor levensonderhoud (algemene bijstand): vanuit de regeling wordt het inkomen van de zelfstandige aangevuld tot het sociaal minimum dat op de zelfstandige van toepassing is. Dat komt neer op maximaal € 1.500 (netto) voor gehuwden, of maximaal € 1.050 (netto) voor een alleenstaande vanaf 21 jaar. De maximale uitkeringsduur is drie maanden.

Om in aanmerking te kunnen komen voor deze uitkering dient de zelfstandige naar waarheid te verklaren dat het inkomen naar verwachting in de periode van ondersteuning minder zal bedragen dan het toepasselijke sociaal minimum als gevolg van de coronacrisis. Omdat de uitkering een inkomensaanvulling is tot het toepasselijke sociaal minimum, wordt de hoogte ervan afgestemd op de te verwachten inkomsten van de aanvrager. Vervolgens kan de uitkering in één keer worden toegekend voor een periode van maximaal drie maanden.

De uitkering wordt maandelijks uitbetaald en telt mee voor het verzamelinkomen voor de inkomensafhankelijke toeslagen. Ontvangers van een uitkering zijn verplicht om wijzigingen in hun inkomenssituatie uit zichzelf door te geven. Achteraf controleren gemeenten het daadwerkelijk genoten inkomen.

Lening bedrijfskapitaal
Naast een inkomensaanvulling kan een bedrijf ook een lening afsluiten om tijdelijk de beschikking te krijgen over extra bedrijfskapitaal. Vanuit de regeling kan een zelfstandige een lening afsluiten van maximaal € 10.157 tegen een rente van 2%. De maximale looptijd van een lening is drie jaar. Tot 1 januari 2021 hoeft niet te worden afgelost. Om in aanmerking te kunnen komen voor een lening dient een zelfstandige naar waarheid te verklaren en aannemelijk te maken dat er sprake is van liquiditeitsprobleem als gevolg van de coronacrisis.

De inlichtingenplicht op grond van artikel 17 van de Participatiewet is ook van toepassing op de Tozo. Dat betekent dat degene die een beroep doen op de regeling verplicht is om uit zichzelf aan de gemeente alle inlichtingen te verstrekken die van invloed kunnen zijn op het recht op of de hoogte van de uitkering. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om wijzigingen in de inkomenssituatie van de ondernemer.

Via een digitale beslisboom wordt het voor potentiële aanvragers mogelijk om voorafgaand aan de aanvraag te toetsen of zij voor Tozo in aanmerking komen. Zo kan de gemeentelijke uitvoering worden ontlast.

Aanvragen
Voor beide regelingen moet je je melden bij de gemeente waarin je woont. Sommige gemeenten hebben hun krachten gebundeld, maar op de website van iedere gemeente staat, hoe de zowel de uitkering als de lening bedrijfskapitaal kunt aanvragen.

Aanvullingen per 30 april 2020:


Tozo is in werking en uitgebreid
Nu de Koning zijn handtekening onder het besluit Tozo heeft gezet is de Tozo in werking en kunnen gemeenten aanvragen formeel afhandelen. Daarnaast is de Tozo ook uitgebreid op de volgende punten:

  • Er kan ook een aanvraag worden gedaan voor de periode na mei (t/m augustus). De aanvraag kan voor maximaal 3 aaneengesloten maanden worden gedaan en deze moet uiterlijk 31 mei ingediend zijn. Er mag ook een aanvraag worden gedaan voor 1 maand of 2 aaneengesloten maanden. 
  • De Tozo is nu ook opengesteld voor grenswerkers. Voorheen konden zij geen enkele aanspraak maken op de regeling, nu onder voorwaarden wel. 
  • Ook AOW-gerechtigde ondernemers kunnen nu een aanvraag doen voor een bedrijfskrediet binnen de Tozo. Zij kunnen geen aanspraak maken op de gift. 

Voor de groepen die worden toegevoegd aan de Tozo-regeling geldt dat zij hun aanvraag kunnen doen zodra de ministeriële regeling die de uitbreiding regelt van kracht is. Deze is naar verwachting eind april gereed en zal kort daarna in werking treden. 

Veel vragen over vaststellen van inkomen zelfstandigen
We krijgen veel vragen over het inschatten van het inkomen in de betreffende maanden. Naar aanleiding van een motie heeft SZW bepaald aan welke periode inkomsten moeten worden toegerekend. Het recht op en de hoogte van de uitkering wordt per maand vastgesteld. Dat betekent dat de inkomsten moeten worden toegerekend aan de juiste periode.
Inkomen dat een betrokkene in april ontvangt voor werkzaamheden in de maand maart, moet worden toegerekend aan de periode dat hij gewerkt heeft (de maand maart) en niet als inkomen over april. Dit betekent:

  • Is het werk gedaan in de maand maart, dan worden de inkomsten die daarvoor zijn gekregen  toegerekend aan de maand maart. Ook als de ondernemer dit in een andere maand ontvangt.
  • Zijn er producten verkocht in de maand maart, dan zijn betalingen daarvoor toe te rekenen aan de maand maart. Ook als ze in een andere maand zijn betaald. 

Verder geldt om de netto inkomsten uit onderneming te berekenen, moet eerst de winst worden berekend. De winst wordt berekend door alle omzet uit de onderneming te verminderen met de zakelijke kosten. Er mag rekening worden gehouden met gebruikelijke afschrijvingen. Aflossingen op leningen zijn geen zakelijke lasten. Natuurlijk moet aan het eind van het jaar ook nog belastingen worden betaald. Verminder daarom het bedrag van de winst nog met 18%. Dit is een gemiddeld percentage, rekening houdend met belastingtarieven en aftrekposten voor ondernemers. 

Er hoeft geen rekening te worden gehouden met toeslagen, maar wel met inkomsten uit loon dan wel uitkering en ook met partneralimentatie. Er moet een zo goed mogelijke benadering worden gegeven van het inkomen. Mocht na een maand blijken dat de inkomsten lager dan wel hoger waren, moet dat worden doorgegeven aan de gemeente. Er bestaat een inlichtingenplicht en dat betekent dat veranderingen in inkomen en situatie moet worden doorgeven aan de gemeente.