Thema mest

NVWA gebruikt satellietdata bij controles vanggewas

Datum: 6 oktober 2017
Laatst bijgewerkt: 6 februari 2020
De NVWA controleert onder andere met satellietdata of maistelers aansluitend aan hun maisoogst een vanggewas telen. Wij stimuleren vanuit Cumela het telen van vanggewassen, maar wel afhankelijk van de omstandigheden en gaan daarom in gesprek met het ministerie van Economische Zaken. De NVWA legt uit waar de controles zich op richten en hoe de satellietdata worden gebruikt. Frans Ploegmaker, bestuurder van Cumela, geeft daarna aan hoe hij graag meer nuances in de controles wil zien.

Waarom moet een vanggewas worden geteeld na maisteelt?
Een vanggewas, zoals gras of wintertarwe, neemt de stikstof van de mest op, waardoor het niet in het grondwater terechtkomt. Vanggewassen zijn op zandgrond of lössgrond nodig na de maisoogst. Op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland(RVO) staat welke vanggewassen zijn toegestaan.

Welke voordelen heeft een geslaagde teelt van vanggewas?

  • Het gehalte organische stof van de grond gaat omhoog. De teelt van snijmais heeft een negatieve organische stofbalans tot gevolg. Dankzij vanggewas wordt organische stof in de grond omgezet in humus. Vooral de wortels van het vanggewas leveren een bijdrage aan de hoeveelheid organische stof.
  • De bodem wordt vruchtbaarder. Organische stof zorgt dat mineralen en water beter binden en bevordert daarmee een vruchtbare bodem en betere waterberging.
  • De bodemstructuur wordt beter en de bodemerosie door wind en regen vermindert.
  • Volggewassen laten een betere opbrengst zien.

Hoe controleert de NVWA of er vanggewas is geteeld?
De NVWA controleert of een ondernemer vlak na de maisoogst een vanggewas heeft ingezaaid. De NVWA kijkt vooral waar de risico's het grootst zijn en baseert zich daarbij op kennis in de vorm van analyses van satellietbeelden. Deze analyses geven de NVWA een indicatie of er per maisperceel is geoogst en of er een vanggewas opkomt.

Wat gebeurt er als er geen vanggewas is geteeld vlak na de maisoogst?
Dan is een ondernemer in overtreding en kan hij een boete krijgen. Uitstel aanvragen is niet mogelijk. De ondernemer krijgt mogelijk ook een korting op de uitbetaling van betalingsrechten. Bovendien kunnen zijn derogatierechten vervallen. Ook wanneer er geen sprake is van betalingsrechten of derogatie geldt deze informatie.

Zijn personen zichtbaar op de satellietbeelden?
Er zijn geen personen zichtbaar. De analyses die de NVWA gebruikt, geven inzicht in de volgende gegevens:

  • oogstdatum (inzaaicontrole)
  • komt er een vanggewas op of niet (vanggewascontrole)
  • perceelnummer
  • BRS-nummer (BedrijfsRegistratieNummer)

Wat verandert er voor de ondernemer bij controles van de NVWA?
Er verandert niets. Wel kan de NVWA via de satellietdata veel gerichter controleren. Bij een bedrijfsbezoek is al bekend dat er kort tevoren mais is geoogst of de NVWA heeft al gezien dat er geen vanggewas opkomt.

Cumela gaat in gesprek met het ministerie en werkt aan de ontwikkeling van agrarische cumelabedrijven tot bodemspecialist! 

Reactie Cumela 
Frans Ploegmakers, bestuurslid van Cumela, staat achter het telen van een vanggewas ter voorkoming van het uitspoelen van nitraat, maar plaatst nog wel wat kanttekeningen. Om de groenbemester goed te laten ontwikkelen, moet de bodem in goede conditie zijn. Dit is vooral belangrijk in jaren met minder goede oogstomstandigheden. Naast het herstellen van de bodemstructuur onder gunstiger veldomstandigheden kan bekalken een optie zijn. Dat is gunstig voor de bodemstructuur en het benutten van voedingstoffen. Alleen dan hebben de teelt van een groenbemester en de vervolgteelt een goede kans van slagen.

Het ‘direct telen’ zoals de NVWA dat ziet, moet niet alleen worden uitgelegd als het direct na de oogst inzaaien of strooien van groenbemesterzaad. Er moet ook worden gekeken naar de andere teeltmaatregelen. Onder slechte omstandigheden groenbemester zaaien, geeft een slechte wortelontwikkeling en daardoor een minder optimale opname van stikstof en onnodig veel uitspoeling. Daarom gaat Cumela in gesprek met het ministerie en werkt het aan de ontwikkeling van agrarische cumelabedrijven tot bodemspecialist. Cumela doet dit door bij haar leden bewustwording te stimuleren en kennis over de bodem te vergroten.