Personeel kantoor

In het kort: de wijzigingen en premies 2021 voor ondernemers

Datum: 24 december 2020
Laatst bijgewerkt: 7 januari 2021
Door: Jacqueline Tuinenga
Met de ingang van het nieuwe jaar veranderen er een paar dingen waar je als ondernemer (met personeel) goed op moet letten. Daarom hebben we de wijzigingen die in 2021 ingaan op een rijtje gezet zodat je met kennis van zaken het nieuwe jaar kan inluiden.

Werkkostenregeling
De werkkostenregeling kent een vrije ruimte. Dat is het bedrag wat je onbelast aan vergoedingen aan je werknemers kunt geven. Vanwege de coronacrisis is deze vrije ruimte in 2020 verhoogd, maar dit komt in 2021 weer op zijn normale niveau. Voor het deel van de loonsom onder de € 400.000,- is de ruimte 1,7% van het loon voor loonheffingen en voor de loonsom daarboven wordt dit 1,18% van het loon voor loonheffingen. Aan de nihilwaarderingen verandert niets. Je kunt dus bijvoorbeeld onbelast een reiskostenvergoeding blijven verstrekken tot 19 cent per kilometer. Vanaf 2021 valt scholing die een werknemer helpt om inkomen te verwerven onder de gerichte vrijstellingen.

In 2020 was het mogelijk om een reiskostenvergoeding te betalen, ook al werden die kosten niet gemaakt (wegens corona en thuiswerken). Vanaf 1 januari 2021 mag dat niet meer, je mag dus alleen onbelast reiskosten vergoeden voor de dagen die de werknemer daadwerkelijk naar zijn werk reist.

Transitievergoeding
Als je je bedrijf moet beëindigen door pensioen of overlijden en je moet daardoor de werknemers ontslaan, moet je hen een transitievergoeding betalen. Deze betaalde transitievergoeding kun je vanaf 2021 declareren bij het UWV. De compensatie voor betaalde transitievergoeding als een werknemer wordt ontslagen na 104 weken ziekte blijft. Hier lees je er meer over.

Zelfstandigenaftrek
De zelfstandigenaftrek wordt lager. In 2021 is deze € 6.670,- ten opzichte van € 7.030,- in 2020. De komende jaren zal deze aftrek nog verder worden verlaagd.

Inkomstenbelasting
Als je ondernemer bent voor de inkomstenbelasting dan daalt het tarief voor de eerste schijf van 37,35% naar 37,1%. Dit tarief daalt de komende jaren verder. De algemene heffingskorting en de premie volksverzekeringen worden iets hoger voor inkomens tot € 68.507,-

Vennootschapsbelasting
De eerste schijf in de vennootschapsbelasting wordt verlaagd van 16,5 naar 15 procent. Ook wordt de grens voor deze schijf verhoogd naar € 245.000,- in 2021 en € 395.000,- in 2022. Bij een winst boven één miljoen euro verandert het verrekenen van winsten en verliezen.

Baangerelateerde Investeringskorting
Heb je na 1 oktober 2020 een investering gedaan die voor werkgelegenheid zorgt? Dan kun je daar in 2021 via de loonheffing korting op krijgen. Die korting is 3,9% bij investeringen tot 5 miljoen en 1,8% voor investeringen daarboven. Deze korting op de loonheffing heet de baangerelateerde investeringkorting. De investeringskorting geldt alleen voor nieuwe investeringen in bedrijfsmiddelen, waarvan de investeringsverplichting is ingegaan op of na 1 oktober 2020.

Je moet de investeringen tussen 1 januari 2021 en 31 december 2022 helemaal hebben betaald en binnen 6 maanden na die volledige betaling ook gebruiken.

Voor alle aanvragen geldt een ondergrens van € 1.500 per bedrijfsmiddel en € 20.000 per aanvraag. RVO voert de regeling uit. Samenloop met andere investeringsregelingen zoals MIA en Vamil is mogelijk.

ODE-heffing
In 2021 en 2022 stijgt de Opslag Duurzame Energie heffing. Deze heffing brengt je energieleverancier in rekening via de stroomrekening. 

kWh

elektriciteit in centen per kWh

   
 

2020

2021

2022

0-10.000

2,73

3

3,05

10.000 - 50.000

3,75

4,11

4,18

50.000 - 10.000.000

2,05

2,25

2,29

>= 10.000.000

0,04

0,04

0,05


Innovatiebox

Maak je winst uit een innovatieve activiteit en maak je gebruik van de WBSO-regeling of heb je een octrooi? Dan kun je dat deel van je winst bij de vennootschapsbelasting onderbrengen in de Innovatiebox. Over dit deel betaal je een lager belastingpercentage. In 2021 gaat dit belastingpercentage van 7 naar 9 procent.

Fiscale maatregelen die invloed hebben op de koopkracht
Ook voor werknemers daalt het belastingtarief in de eerste schijf naar 37,1%. De arbeidskorting en algemene heffingskorting worden verhoogd. Hierdoor houden werknemer netto meer geld over van hun bruto loon.

jaar

2020

2021

Algemene heffingskorting

 € 2.711,00

 € 2.837,00

Arbeidskorting

 € 3.819,00

 € 4.205,00

 

Hogere bijtelling elektrische auto
In 2021 gaat de bijtelling voor een elektrische auto naar 12% over de eerste 40.000 euro cataloguswaarde. Als de auto duurder is. geldt over het meerdere het normale bijtellingspercentage van 22%. Vanaf 2022 wordt de bijtelling over de eerste 40.000 euro 18%. Vanaf 2023 is er geen verschil meer tussen de bijtelling voor elektrische auto’s of auto’s die fossiele brandstof moeten tanken. Voor een waterstofauto of een auto met geïntegreerde zonnepanelen geldt de lagere bijtelling wel over de gehele catalogusprijs op voorwaarde dat de auto voldoet aan de definitie die in 2020 geldt voor de milieu-investeringsaftrek.

Noodmaatregelen corona
De subsidieregeling Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud (NOW) is in 2020 ingevoerd om ondernemers met omzetverlies als gevolg van de coronacrisis te steunen en te zorgen dat het personeel in dienst kan blijven. De huidige regeling loopt tot 1 juli 2021. Deze derde tranche kent een aflopende tegemoetkoming van de loonsom en biedt ruimte om te loonsom te laten dalen zonder dat dit ten koste gaat van de subsidie. Vanaf 1 januari 2021 moet het omzetverlies minimaal 30% zijn.

Scholing voor werknemers
Het kabinet blijft inzetten op Leven Lang Ontwikkelen. Vanaf 2022 wordt de STAP-regeling (Stimulans Arbeidsmarktpositie) ingevoerd. In 2021 is er weer ongeveer 50 miljoen euro beschikbaar voor de SLIM-regeling. Hiermee worden werkgevers in het MKB en grotere werkgevers in de sectoren horeca, landbouw en recreatie gestimuleerd om te investeren in de ontwikkeling van werkenden.

In 2021 blijft de overheid investeren in het omscholen van personeel naar beroepen in sectoren waar een tekort is aan arbeidskrachten. Het UWV maakt steeds bekend welke beroepen dat zijn. Beroepen in de bouw- en agrarische sector vallen hier ook onder.

Vervroegd pensioen, zwaar werk
In het pensioenakkoord zijn afspraken gemaakt over een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd en duurzame inzetbaarheid. Een eenmalige uitkering wordt niet langer “gestraft” met een RVU-heffing als deze wordt gedaan drie jaar voor AOW datum. Het wordt mogelijk om in een cao afspraken te maken om werknemers eerder met pensioen te laten gaan met een bedrag van de overheid. In de cao Bouw&Infra zijn deze afspraken gemaakt. In de cao Groen, Grond en Infrastructuur wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden en betaalbaarheid voor een dergelijke regeling.

AOW leeftijd
In 2021 zal de AOW-leeftijd net als in 2020 66 jaar en vier maanden zijn. In 2022 stijgt deze naar 66 jaar en zeven maanden.

Uitbreiding betaald ouderschapsverlof
Het ouderschapsverlof voor partners is sinds 2019 uitgebreid naar 1 week (betaald door werkgevers). Sinds 1 juli 2020 kunnen partners 5 weken betaald verlof opnemen. Zij ontvangen een uitkering van 70% van het UWV. Vanaf augustus 2022 komt daar 9 weken deels betaald ouderschapsverlof bij. De werknemer ontvangt hiervoor een uitkering van 50% van het UWV.

Wijziging kinderopvangtoeslag
Voorheen hadden ouders geen recht op kinderopvangtoeslag als zij niet de volledige eigen bijdrage hadden betaald. Vanaf 2021 wordt geregeld dat een ouder voortaan recht heeft op kinderopvangtoeslag naar rato van het bedrag aan kosten dat de ouder tijdig heeft betaald aan de kinderopvangorganisatie.

Maatregelen re-integratie bij langdurige ziekte
Het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer wordt leidend bij de toetsing van het re-integratieverslag (RIV-toets) door UWV. De RIV-toets zal worden uitgevoerd door arbeidsdeskundigen van UWV. Als werkgever en werknemer de re-integratie inspanningen hebben gepleegd die passend zijn bij het medisch advies van de bedrijfsarts, kan een RIV-toets niet meer leiden tot een sanctie.

Loonkostenvoordeel, LIV en Jeugd-LIV
Het Lage Inkomens Voordeel wordt omgevormd tot een loonkostenvoordeel voor potentieel kwetsbare jongeren (LKV jongeren). Doel hiervan is om werkgevers te stimuleren om mensen met een (potentieel) kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen en te houden.

Het jeugd-LIV compenseert werkgevers voor de verhoging van het minimumjeugdloon die in 2017 en 2019 inging. Het jeugd-LIV wordt de komende jaren verder afgebouwd en zal in 2024 nihil zijn.

Wajong wijzigt
De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) bestaat met ingang van 2021 uit twee groepen jonggehandicapten. Wajongers met mogelijkheden tot arbeidsparticipatie en Wajongers die duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben. Voor de eerste groep staat arbeidsparticipatie centraal en daarnaast krijgen zij inkomensondersteuning (waarbij meer werken moet lonen). Sinds 2015 is er geen nieuwe instroom meer van jonggehandicapten met mogelijkheden tot arbeidsparticipatie.

De tweede groep heeft duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie. De overheid voorziet deze groep alleen van een inkomen. Zij hebben geen recht op arbeidsondersteuning.

Payrollondernemingen
De Wet Arbeidsmarkt in Balans bepaalt dat payrollwerknemers recht hebben op een adequate pensioenregeling. De werkgever kan hier op twee manieren aan voldoen: de payrollwerknemer kan deelnemen aan de pensioenregeling van de inlener of de werkgever gaat deelnemen aan een pensioenregeling die voldoet aan de wettelijke eisen van een adequaat pensioen. Onder een adequaat pensioen wordt een regeling verstaan zonder wachttijd of drempelperiode, met een ouderdomspensioen, een nabestaandenpensioen en een werkgeverspremie van minimaal 14,6%.

De premies in 2021
Verandering van de premies in 2021 ten opzichte van 2020. (Een overzicht van de premies voor ondernemers in de GGI-sector vind je onderaan dit artikel.)

2021

   

premie

werkgever

werknemer

WAO/WIA basispremie

0,26%

-

werkhervattingskas

0,01%

0,01%

WW premie onbepaalde tijd

0,24%

-

WW premie bepaalde tijd

0,24%

-

zorgverzekeringswet

0,30%

-

BPL Pensioen

0,70%

0,70%

arbeidsmarkt

0,10%

0,10%

PAWW

-

0,10%

De dikgedrukte percentages betekenen een daling ten opzichte van 2020, de niet-dikgedrukte percentages een verhoging. Je kunt deze percentages niet bij elkaar optellen omdat niet voor alle heffingen de grondslag gelijk is.

Loonontwikkeling
De lonen voor de functiegroepen A tot en met E stijgen per 1 januari 2021 met 1% en per 1 juli met 0,5% voor maandlonen. Betaal je de lonen per 4 weken dat zijn de data waarop de verhogingen ingaan 4 januari respectievelijk 19 juli 2021. De vergoedingen (reiskosten, werkkleding, bereikbaarheid en huisvesting) blijven in 2021 ongewijzigd ten opzichte van 2020.