Geld

BIK ingetrokken: gevolgen en het alternatief

Datum: 10 juni 2021
Laatst bijgewerkt: 10 juni 2021
Door: Jacqueline Tuinenga
Het kabinet heeft besloten om de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) in te trekken en het vrijvallende budget in te zetten voor verlaging van de werkgeverspremie AWf. Het kabinet wil daarmee investeringen door het bedrijfsleven in deze coronacrisis zo snel mogelijk stimuleren en ondernemers zo min mogelijk in onzekerheid laten. 

Het kabinet heeft gekozen voor intrekking met terugwerkende kracht tot 1 januari. De Europese Commissie kan namelijk de BIK, ook als die zou gelden voor een korte periode, als ongeoorloofde staatssteun aanmerken. In dat geval moeten ondernemers de eventueel ontvangen steun terugbetalen. Ondernemers lopen in dat geval ook het risico dat zij, wegens rente, meer geld moeten terugbetalen dan zij via de BIK zouden hebben verkregen.

Dit betekent dat je geen aanspraak kunt maken op de BIK – ook niet als je al geïnvesteerd hebt of investeringsbeslissingen hebt genomen. Het kabinet is zich ervan bewust dat de terugwerkende kracht tot 1 januari voor hen een impact kan hebben, maar ziet op basis van Europese wetgeving en jurisprudentie geen andere keuze. 

Het kabinet heeft verschillende opties overwogen om het staatssteunaspect het hoofd te bieden, maar concludeert dat geen van de mogelijkheden de onzekerheid voor ondernemers snel genoeg zou kunnen wegnemen. Aanpassing van de BIK vereist zo’n grote aanpassing van de regeling dat het doel van de BIK grotendeels verloren gaat. Bovendien kost een dergelijke aanpassing van de regeling teveel tijd. 

Zonder toestemming doorgaan is geen optie: dan blijft het risico voor ondernemers bestaan dat zij uiteindelijk geen aanspraak kunnen maken op een tegemoetkoming van de BIK of dat zij op een later moment een verleende tegemoetkoming met rente moeten terugbetalen. De onzekerheid over dit risico wil het kabinet ondernemers niet aandoen.

Het kabinet heeft gekeken op welke manier het BIK-budget zo snel mogelijk ten goede kan komen aan het bedrijfsleven en de besteding ervan zo dicht mogelijk blijft bij het beleidsdoel van de BIK. Werkgevers in het bedrijfsleven betalen via de premie voor het Algemeen werkloosheidsfonds (AWf) mee aan de uitkeringen van werknemers die werkloos raken. Een verlaging van de werkgeverspremie AWf verlaagt de loonkosten en vergroot daarmee de ruimte om te investeren en/of externe financiering daarvoor te vinden. 

Lees de volledige uitleg in de Kamerbrief.