In kort bestek - Intrekken aanbesteding bij te weinig concurrentie

Datum: 28 februari 2023
Laatst bijgewerkt: 31 maart 2023
Door: Geralde Bouw-Van de Bunt
In elke editie van vakblad Grondig geeft Geralde Bouw-van de Bunt (adviseur juridische & GWW-zaken) antwoord op een vraag van een cumelaondernemer. In deze column een vraag over het intrekken van een aanbesteding bij te weinig concurrentie.

Beste Geralde,

Bij een aanbesteding was ik de enige aanbieder, maar nu is de aanbesteding ingetrokken. Mag dat?

Beste aannemer,

Een aanbesteder die maar één geldige inschrijving ontvangt, mag de aanbesteding intrekken vanwege het te lage concurrentieniveau. Het uitgangspunt is immers dat een aanbestedende dienst een aanbesteding altijd mag afbreken zonder dat daarvoor bijzondere omstandigheden zijn vereist. Uit de jurisprudentie blijkt bovendien dat te weinig concurrentie een geaccepteerde grond is voor intrekking. Dit werd recentelijk weer bevestigd in twee rechtszaken.

Uit de jurisprudentie blijkt dat te weinig concurrentie een geaccepteerde grond is voor intrekking

Aan de Haagse rechter werd een oordeel gevraagd over de intrekking van een concurrentiegerichte dialoog door Waterschap Delfland. De aanbestedingsstukken voorzagen erin dat er voor een tweede dialoogronde drie gegadigden werden geselecteerd, maar bij gebrek aan geldige aanmeldingen mochten slechts twee gegadigden deelnemen. De rechter overwoog dat ook in dat geval het waterschap de aanbesteding mocht intrekken vanwege te lage concurrentie. Er waren namelijk weliswaar nog twee gegadigden, maar de concurrentie was lager dan met de opzet van de aanbesteding was bedoeld.

Aan een Groningse rechter werd een zaak voorgelegd over een Europese openbare aanbesteding van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Klachten van de nummer twee leidden tot uitsluiting van de aanvankelijke winnaar. In plaats van gunning aan de nummer twee volgde vervolgens intrekking van de aanbesteding, omdat zijn inschrijving de enige overgebleven geldige inschrijving was. Die wrange uitkomst was aanleiding om zich in kort geding te verzetten tegen de intrekking.

In het kort geding betoogde de nummer twee dat het enkele feit dat sprake is van één geldige inschrijving op zichzelf nog niet betekent dat er sprake is van een te laag concurrentieniveau. De rechter ging hier niet in mee en gaf aan dat er mogelijk wel concurrentie op de markt bestond, maar niet voor deze specifieke opdracht. Dat was een grond voor intrekking.

Cumela Advies

Geralde Bouw-Van de Bunt

Adviseur Juridische Zaken