Het rekenmodel dat wordt gebruikt bij de verhoging van de vergoedingen bleek een fout te bevatten
De volgende stap is het omzetten van het akkoord in cao-teksten. Dat doen we in de redactie van de commissie. Dit is meteen het moment waarop we nog eens goed naar de teksten kijken en de oneffenheden die in de loop van de tijd boven water zijn gekomen oplossen. Zo bleek tijdens dit overleg dat het rekenmodel dat wordt gebruikt bij de verhoging van de vergoedingen een fout bevatte. In de hectiek aan het eind van de laatste dag van de onderhandelingen was dat niet opgemerkt. We hebben dus andere bedragen gecommuniceerd voor de vergoedingen per 1 januari 2023 dan de bedragen die in de cao worden opgenomen. Wij bieden daarvoor alvast onze excuses aan, maar realiseren ons ook dat de verhogingen niet eerder dan 2023 ingaan.
‘Eerlijk duurt het langst’ is het spreekwoord en dat geldt hier ook. Het rekenmodel is inmiddels aangepast, dus dit zal geen tweede keer gebeuren. Wellicht denk je: rekenmodel? Je hanteert toch gewoon het percentage over de vergoedingen? Dat is deels waar. Deels, omdat we hebben afgesproken dat de verhogingen worden berekend over de onafgeronde bedragen van de vorige keer. Daarna worden de nieuw berekende bedragen afgerond op vijf cent.
In januari nemen we de laatste teksten door en daarna kan de cao bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden aangeboden voor algemeen-verbindendverklaring. Er worden daarna ook boekjes gedrukt, die onder meer met Grondig mee worden gestuurd. Heb je vragen over de nieuwe cao, stel ze dan gerust aan de Ondernemerslijn!