Wim van Mourik Grondig

Column - Ambitie moet realistisch en haalbaar zijn

Datum: 30 juni 2022
Laatst bijgewerkt: 3 augustus 2022
Samen met de bouw- en infrasector en kennisinstellingen werkt de overheid aan het terugdringen en voorkomen van de uitstoot van mobiele werktuigen en bouwlogistiek. Om aan alle akkoorden te voldoen, zullen we in de toekomst in de bouwsector emissieloos moeten gaan werken met onze machines.

Een enorme uitdaging en daar werken wij als sector natuurlijk graag aan mee. We zijn gek op uitdagingen, nieuwe machines en technologieën en ook absoluut gek op de bodem en de aardbol in zijn geheel. Ook wij hebben kinderen en daar laten we graag een gezonde wereld aan na. Dus we zijn betrokken en denken en werken graag mee aan de routekaart die in 2030 sluitend zou moeten zijn.

Om die sluitend te krijgen, zijn er ingroeipaden uitgezet en die zijn vanuit de overheid nogal ambitieus als je onze kritische randvoorwaarden ernaast legt. Wij vragen ons bijvoorbeeld af of er wel zoveel emissieloze machines op tijd beschikbaar komen, of er genoeg energie beschikbaar is en of de daarbij horende infrastructuur er ook is. En hoe regelen we de vervroegde afschrijvingen die we zullen moeten doen? Zo hebben we nog een stuk of vijf kritische randvoorwaarden die wij als Cumela samen met dertien collega-branches zien. Voor die randvoorwaarden zijn geen ingroeipaden geschetst. Ik lees ze in elk geval niet in het programma, terwijl ze echt onlosmakelijk zijn verbonden met de ingroeipaden die wel zijn geschetst.

Laten we hopen dat wij met onze kritische inbreng de ogen van de dromers kunnen openen, want nu lijkt het meer achteruit plannen vanaf de opleverdatum, terwijl het toch echt praktischer en gebruikelijker is om vanaf de startdatum vooruit te plannen. Zo nemen wij ook projecten aan. Ik begrijp ook wel dat onder druk het meest wordt gepresteerd, maar enig realisme is wel nodig om in balans te blijven en alle betrokkenen gemotiveerd te houden. Vooral om straks in 2030 de teleurstelling te voorkomen en dat we niet heel flauw hoeven te zeggen: “Zie je nu wel, dat hebben we nog zo gezegd.”

Dit soort dossiers liggen op dit moment onder een vergrootglas en het is goed dat je dan als ministeries het bedrijfsleven en de kennisinstellingen opzoekt om het tot een goed einde te brengen. Dat kan, maar dan zullen de onderzoeksresultaten en kritische randvoorwaarden serieus moeten worden genomen. Een hoge ambitie is goed, maar het moet wel realistisch en haalbaar zijn. Dan durven we het project aan te nemen en doen wij als cumelasector ons best om die doelstelling te halen.

Wim van Mourik,
Voorzitter Cumela